Klas 3 Zakelijke e-mail: les 4 Kennisquiz + oefenen

Zakelijke e-mail schrijven

Kennisquiz + oefenen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1-4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zakelijke e-mail schrijven

Kennisquiz + oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblikken op de vorige les
  • Lesdoel bespreken
  • Kennisquiz
  • Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les

Ik ken de regels (conventies) die horen 
bij het schrijven van een zakelijke e-mail en kan 
deze regels ook toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Conventies zakelijke e-mail
Aan:                                                   LET OP: Aan, CC, onderwerp
CC:                                                               moeten aan elkaar vast
Onderwerp:                                                    (zonder witregel)!
Aanhef
Inleiding                                                        Tussen de andere 
Kern                                                             conventies overal 
Afsluiting                                                       1 witregel er tussen!!
Slotformule
Je naam

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij een
zakelijke e-mail?

Slide 5 - Woordweb

Wie is de geadresseerde?
A
Degene aan wie je de e-mail stuurt.
B
Degene die de e-mail schrijft.

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste aanhef als je de geadresseerde niet kent
A
Geachte heer mevrouw,
B
Geachte heren en mevrouwen
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte heer/mevrouw,

Slide 7 - Quizvraag

De eerste zin van de brief
begint met een hoofdletter, ja of nee?
A
Ja! Mijn naam is Linda Janssen en ik schrijf u deze e-mail omdat...
B
Nee! mijn naam is Linda Janssen en ik schrijf u deze e-mail omdat...

Slide 8 - Quizvraag

In de tekst van een zakelijke e-mail gebruik je geen alinea’s.
A
Waar: je schrijft alles achter elkaar zonder witregels.
B
Niet waar: je gebruikt 3 alinea’s: inleiding , kern en een afsluiting.
C
Niet waar: je gebruikt 2 alinea's: inleiding en kern

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
voor de slotformule
A
Met Vriendelijke Groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
D
Met vriendelijke groeten,

Slide 10 - Quizvraag

In een zakelijke e-mail
gebruik je formele taal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste slotgroet:
A
Met vriendelijke groet Naam Achternaam
B
Met vriendelijke groet, Naam
C
Met vriendelijke groet, Naam Achternaam

Slide 12 - Quizvraag

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan                                             > Waar moeten de witregels???
  • CC:
  • Onderwerp
  • Aanhef
  • Inleiding
  • Kern
  • Afsluiting
  • Slotgroet
  • Jouw naam

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting
  • Typ een onderwerp.
  • Typ een correcte aanhef en denk aan de komma.
  • In de eerste alinea beschrijf je waarom je de e-mail hebt gestuurd (inleiding) > Mijn naam is ... en ik schrijf u deze e-mail, omdat .....
  • In de kern geef je meer informatie en stel je je vragen 
  • In het slot vertel je kort wat je graag zou willen.
  • Formuleer een nette slotgroet en denk aan de komma.
  • Onder de slotgroet typ je jouw naam en achternaam.

Slide 14 - Tekstslide

Nog een keer oefenen
- Je gaat een e-mail schrijven naar Van de Veght Educatie.
 Je hebt een rekenmachine gekocht en die start niet meer op. 
Je stuurt daarom een klacht per e-mail naar Van de Veght Educatie.

- Ga naar 'Teams' voor de opdracht 'rekenmachine'.
- Maak een nieuw document aan door te klikken op '+ nieuw'. 
- Geef het bestand een naam.


  -Denk aan de goede conventies!! VEEL SUCCES!!

Slide 15 - Tekstslide