10.3 - Relaties / 10.4 - Ziek van de liefde V2

Hoofdstuk 10 - Je verandert

8.1 Opgroeien
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 10 - Je verandert

8.1 Opgroeien

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 10 - Je verandert
10.1 - Opgroeien
10.2 - Puberteit
10.3 - Relaties
10.4 - Ziek van de liefde
10.5 - Samenhang - De schoolarts

Slide 2 - Tekstslide

10.2 / 10.3
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn geslachtskenmerken?
A
de lichamelijke kenmerken waaraan je het geslacht herkent.
B
de lichamelijke kenmerken waaraan je een persoon herkent.
C
de lichamelijke veranderingen die ontstaan tijdens de puberteit

Slide 4 - Quizvraag

Zijn de schaamlippen van de vrouw een primaire geslachtskenmerk of een secundaire geslachtskenmerk?
A
Primaire geslachtskenmerk
B
Secundaire geslachtskenmerk

Slide 5 - Quizvraag

Wat voor geslachtskenmerk is schaamhaargroei?
A
Primair
B
Secundair

Slide 6 - Quizvraag

NR 1: Mee-eters en jeugdpuistjes samen noen je Acne

NR 2: Mee-eter ontstaat als de poriën afgesloten raken doordat de huid veel talg produceert.
A
1= juist 2= juist
B
1=onjuist 2=onjuist
C
1= onjuist 2=juist
D
1= juist 2=onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat is acne?
A
Acne is hetzelfde als talg
B
Acne is hetzelfde als jeugdpuistjes
C
Acne is hetzelfde als zweet
D
Acne is hetzelfde als bacteriën

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een transgender?

Slide 9 - Open vraag

Het mannelijk geslachtshormoon is...
A
Testosteron
B
Oestrogeen
C
Progesteron
D
HCG

Slide 10 - Quizvraag

10.4 - Ziek van de liefde

Slide 11 - Tekstslide

Doelen van de paragraaf
Je kan voorbeelden van normen en waarden geven
Je kan enkele typen seksualiteiten noemen
Je kan uitleggen wat soa’s zijn
Je weet hoe je soa’s kan krijgen
Je weet welke soorten soa’s je hebt
Je kan uitleggen hoe je soa’s kan voorkomen
Je weet wat je moet doen als je een soa hebt

Slide 12 - Tekstslide

normen en waarden
Kennen dieren normen en waarden?

Een waarde is wat wij belangrijk vinden (vb eerlijkheid) en de bijbehorende normen zijn de gedragsregels (vb niet liegen)

Slide 13 - Tekstslide

Seksualiteit
heteroseksueel - vallen op ander geslacht
homoseksueel - vallen op hetzelfde geslacht
biseksueel - vallen op hetzelfde en het andere geslacht

Slide 14 - Tekstslide

Seks
Wat is het?

Slide 15 - Tekstslide

SOA

Slide 16 - Woordweb

SOA
Seksueel overdraagbare aandoening
Geslachtsziekte
Veroorzaakt door virussen, bacteriën of schimmels

Slide 17 - Tekstslide

SOA
Hoe krijg je een soa?
- Vaginale geslachtsgemeenschap
- Anale geslachtsgemeenschap
- Orale geslachtsgemeenschap
- Via het bloed (hepatitis, aids, syfilis)
- Kleding/handdoeken (schaamluis, genitale wratten)


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Soa’s voorkomen
Veilige seks (condoom)
Geen gebruikte naalden gebruiken
Bloedcontact vermijden met besmette personen

Slide 20 - Tekstslide

Een soa, en nu?
Soa-test -> Bij huisarts of soa-centrum
Slijm- of bloedafname
Wordt door verzekering vergoed -> is dus ‘gratis’
Soa-test bij drogist of online kopen? Slecht plan -> onbetrouwbaar

Heb je een soa? Vertel het je vriend/vriendin of andere mensen met wie je seksueel contact hebt gehad
Zij kunnen zich dan ook laten testen

Slide 21 - Tekstslide

AIDS
Op de volgende slide staat een aantal vragen over AIDS. 
Beantwoord alle vragen zo duidelijk mogelijk. 
Maak hiervoor gebruik van het internet.
Voorbeelden van websites die je kunt gebruiken:
www.aidsfonds.nl
www.soaaids.nl/nl

Slide 22 - Tekstslide


1. Wat is het verschil tussen HIV en AIDS?
2. Waar staat de afkorting HIV voor?
3. Waar staat de afkorting AIDS voor?
4. Op welke manieren kun je HIV oplopen?
5. Hoe kom je erachter dat je HIV hebt?
6. Hoelang is de incubatietijd van AIDS?
7. Hoe ziet een behandeling tegen AIDS eruit?
8. Waarom komt AIDS het meest voor in Afrika? 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Vragen

Slide 25 - Tekstslide

Hetroseksueel zijn betekent...
A
Je aangetrokken voelen tot iemand van het andere geslacht
B
Je aangetrokken voelen tot iemand van hetzelfde geslacht
C
Je aangetrokken voelen tot iemand van een ander geslacht of hetzelfde geslacht
D
Je tot geen enkel geslacht aangetrokken voelen

Slide 26 - Quizvraag

Elke SOA kan dodelijk zijn
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Een SOA gaat vanzelf weer over
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Van orale seks (met de mond) kan je een SOA krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Door coïtus interruptus (voor het zingen de kerk uit) voorkom je het overdragen van een SOA
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Een SOA komt altijd door een bacterie of een virus
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Als je het AIDS-virus (HIV) in je lichaam hebt, betekent dat niet automatisch dat je AIDS hebt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Als je de pil slikt, kun je geen SOA's krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Als je met iemand zoent die HIV heeft, kun je ook HIV krijgen
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Van welke SOA's
kan je onvruchtbaar worden?
A
Aids en Chlamydia
B
Gonorroe en Chlamydia
C
Aids, Gonnoroe, Syfilis en Chlamydia
D
Alleen Aids

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de meest voorkomende SOA in Nederland?
A
AIDS
B
Chlamydia
C
Gonorroe
D
Syfilis

Slide 36 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: alle opdrachten van 10.4

Huiswerk:
Bovenstaande + doorlezen heel hoofdstuk 10

Slide 37 - Tekstslide