8,5 Woordformules veranderen, C1A, L106

8.6 Formules veranderen

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.6 Formules veranderen

Slide 1 - Tekstslide

Meld je aan LessonUp

Slide 2 - Tekstslide



Hoeveel betaalt Sanne als zij de scooter 3 uur huurt?
A
15 euro
B
30 euro
C
35 euro
D
40 euro

Slide 3 - Quizvraag

inkomsten in € = 5,45 + 6 x tijd in uren

welke beweringen zijn juist?
A
(regelmaat) per uur komt er 6 euro bij
B
6 euro is het vaste bedrag
C
per uur komt er 5,45 euro bij
D
5,45 euro is het vaste bedrag

Slide 4 - Quizvraag


verbind elke formule met de juiste grafiek

Slide 5 - Sleepvraag

Formwat iswat is hier veranderd hier verawat is hier veranderdnderdules met letters
Je ziet hier een formule voluit geschreven

dit kan korter   

en nog korter

Wat is hier veranderd?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is hier veranderd?

Slide 7 - Woordweb


Allerlei woordformules
oefenen 
Van welke formule is het stijggetal 70?
2
A
kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
B
temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
C
verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
D
lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Slide 8 - Quizvraag


Allerlei woordformules
oefenen 
Welke formule heeft het hoogste begingetal?
6
A
kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
B
temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
C
verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
D
lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Slide 9 - Quizvraag


Allerlei woordformules
oefenen 
Van welke formule is het begingetal 55?
1
A
kosten in € = 2 + 55 x tijd in dagen
B
temperatuur in graden = 70 - 2 x tijd in minuten
C
verdiensten in € = 3 + 70 x tijd in uren
D
lengte in cm = 55 + 3 x tijd in maanden

Slide 10 - Quizvraag

Schrijf de volgende woordformules korter op:
Kosten in euro’s = 3 + 0,50 x aantal foto’s

A
K = 3 + 0,50F
B
Kosten=3+0,50xaantal foto's
C
K=3-O,50xF
D
K=3euro+0,50xF

Slide 11 - Quizvraag

Formules veranderen
beltegoed in euro = 40 - 0,20 x beltijd in minuten

beltegoed opwaarderen             verandering begingetal

verandering van de prijs per belminuut           verandering daalgetal

Slide 12 - Tekstslide

OV Chipkaart

Romy heeft een OV-chipkaart met een tegoed van € 25. Als hij met het openbaar vervoer rijst, gaat daar elke kilometer € 0,14 vanaf. 

maak de formule af.

reistegoed in € =
-
x afstand in km
€ 25
€ 0,14
........
.......

Slide 13 - Sleepvraag

Romy laad zijn reistegoed op met € 40. Verandert het begingetal of het daalgetal?

reistegoed in € = 25 - 0,14 x afstand in km
A
daalgetal
B
begingetal
C
stijggetal
D
niks

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Blz. 168
maak je opgave 43 t/m L5
timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Nu controleer je huiswerk
blz. 166 Theorie E opgave en aanpak lezen

blz. 166 opg.40
blz. 167 opg. 42

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
blz. 168   L5 maken

Slide 23 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 24 - Tekstslide