2.1: Platentektoniek

Hoofdstuk 2: Opbouw van de aarde
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Opbouw van de aarde

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen par. 2.1
  • Je kent de opbouw van de aarde.
  • Je weet dat de aardkorst bestaat uit verschillende soorten korst.
  • Je begrijpt hoe platentektoniek wordt aangedreven door de interne hitte van de aarde.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: Opbouw van de aarde
Geologische tijdschaal; Samenvatting van de 4,6 miljard jaar durende geschiedenis van de aarde. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Endogeen 
(van binnenuit de aarde)
Exogeen
(van buitenaf)
Kracht
Stromend magma
Aardwarmte

Wind
Bewegend ijs
Stromend water
Zon (straling)
Proces
Vulkanisme
Aardbevingen
Platentektoniek
Gebergtevorming
Tsunami
Verwering
Erosie
Sedimentatie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aardkern 
  • Zeer warm (5000-6000 graden C)
  • Bestaat vooral uit nikkel en ijzer
  • Bestaat uit een binnen- en buitenkern
  • Binnenkern is vast, buitenkern is “vloeibaar”
  • Zorgt voor gedeeltelijk smelten van de aardmantel
  • Veroorzaakt magnetisme van de aarde

Slide 7 - Tekstslide

Aardmantel 
  • Warm waardoor een deel gesmolten is
  • Gesmolten gesteente = magma
  • Bestaat uit een binnen- en buitenmantel
  • Binnenmantel is vast, buitenmantel is gedeeltelijk “vloeibaar”
  • Gesmolten deel = asthenosfeer
  • In asthenosfeer zitten stromingen: convectiestromen 
  • Convectiestromen zorgen voor breken, verschuiven en verplaatsen aardkorst

Slide 8 - Tekstslide

Aardkorst 
  • Relatief dun
  • Onder oceanen dunste delen (4-8 km), onder gebergtes op continenten dikste (40-80 km)
  • Bestaat uit een oceanische en continentale aardkorst
  • Is verdeeld in stukken: aardplaten
  • Aardplaten kunnen botsen (convergent), uit elkaar drijven (divergent) of langs elkaar schuiven (transform)
  • Langs plaatranden treden veel aardbevingen op
  • Ook vind je daar bijna alle vulkanisme

Slide 9 - Tekstslide

Al deze platen kunnen onderverdeeld worden in twee soorten: continentale en oceanische platen.Wat is het verschil?

Continentale plaat:  deze platen zijn heel breed, ouder liggen voornamelijk boven zee maar zijn wel lichter. Gesteente: graniet, lagere dichtheid

Oceanische plaat: deze platen zijn dunner, jonger, hier ligt vooral water op maar zijn wel zwaarder.  Gesteente: basalt, hogere dichtheid

Zie hiernaast.
Oceanic crust: oceanische plaat
Continental crust: continentale plaat

Slide 10 - Tekstslide

  • Oceanische korst: relatief dun, relatief zwaar, groeit vanuit mid-oceanische rug, verdwijnt bij een trog onder de continentale plaat, bijna altijd onder water (Basalt)
  • Continentale korst: relatief dik, relatief licht, min of meer constante grootte, kan omhoog komen (gebergtevorming) of dalen, of lager worden door afslijting, meestal ligt hier land, maar ook het continentaal plat ligt er op (Graniet)

Slide 11 - Tekstslide

Hoe herken je die gesteentes?
Basalt: meestal zwart/bruin, weinig structuur in steen te zien, vaak zeshoekige vorm door krimp bij afkoeling vulkanisch gesteente (vulkanisme > uitvloeiingsgesteente) (veel gebruikt voor dijken)
Graniet: allerlei kleuren, gekleurde vlekjes, ontstaan door afkoeling (kristalvorming) ondergronds (vulkanisme > dieptegesteente) (veel gebruikt voor aanrechten, vloeren)

Slide 12 - Tekstslide

Platentektoniek
Platentektoniek is het bewegen van platen. Bij breuklijnen en op de randen van aardplaten treden bewegingen op, als volgt:
  1. Divergente plaatbewegingen            van elkaar af
  2. Convergente plaatbewegingen        naar elkaar toe
  3. Transforme plaatbewegingen            langs elkaar

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Aantekening
Divergente beweging:
Platen bewegen uit elkaar
2 manieren:
  1. oceanische platen bewegen uit elkaar: Mid-Oceanische-Rug (MOR)
  2. continentale platen bewegen uit elkaar:
MOR
Bij een Mid-Oceanische-Rug bewegen 2 oceanische platen uit elkaar. Tussen die platen onstaat een ruimte (een spleet) Door die spleet komt magma uit de aarde. Dit is dus een soort vulkaan. (spleetvulkaan)
Wanneer de magma uit de aarde is stolt het snel omdat het onder water is en het daar koud is. 

Slide 15 - Tekstslide

Convergente beweging: 
Platen bewegen naar elkaar toe
3 manieren:
  1. 2 continentale platen botsen: Plooiingsgebergte
  2. Een oceanische en continentale plaat botsen: Subductie
  3. 2 oceanische platen botsen: Subductie
Plooiing
Als 2 continentale platen botsen, gaan ze plooiien (oftewel kreukelen) Er onstaat een gebergte.
Gebergten zoals de Alpen ontstaan op deze manier. Er kunnen zware aardbevingen onstaan bij deze beweging.
Subductie
Bij subductie verdwijnt de zware oceanische plaat onder de lichtere continentale plaat. De oceanische plaat smelt wanneer deze weer in de mantel komt.
Bij deze beweging onstaan gebergten zoals de Andes. Deze beweging kan zware aardbevingen veroorzaken. Een ander kenmerk is dat er vulkanen ontstaan bij deze beweging.
Diepzeetrog
Een diepzeetrog is de plek waar de oceanische korst onder de continentale korst verdwijnt. 
Dit is een hele diepe plek in de oceaan. De diepste diepzeetrog is de Marianentrog, vlakbij Japan. Die trog is ongeveer 11 kilometer diep.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Bewijs:
- Fossielen
- Zeebodem

Slide 18 - Tekstslide

Alfred Wegener: Platentektoniek

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

slabpull = convectiestromen trekken de plaat onder eigen gewicht de diepte in waardoor een diepzeetrog ontstaat 

Slide 23 - Tekstslide

Wegduikende platen

  • Plaatbewegingen veroorzaken niet alleen aardbevingen, maar ook vulkanen. 
  • Regel: hoe dieper in de aarde komt, hoe hoger de temperatuur wordt. Een onderduikende plaat smelt gedeeltelijk. Er ontstaat magma dat opstijgt en vulkaanuitbarstingen veroorzaakt.
  • Dit kan zowel bij twee oceanische platen, als bij een continentale plaat en een oceanische plaat. De zwaarste plaat duikt weg!

Slide 24 - Tekstslide

Diepzeetroggen
Diepzeetroggen zijn super diepe inzinkingen van de zeebodem. Troggen bevinden zich altijd langs plaatgrenzen. Er moet sprake zijn van een convergente beweging, waarbij twee platen naar elkaar toe bewegen. Hier zal dus één plaat onder de andere duiken en afsmelten, dit noem je subductie.

Slide 25 - Tekstslide

Hoe werkt convectie in de mantel?
Mantelconvectie vindt plaats op lange ("geologische") tijdschalen. Typische stroomsnelheden zijn enkele millimeters tot enkele centimeters per jaar. Het is in de mantel de belangrijkste wijze waarop de Aarde haar interne warmte verliest. Mantelgesteente staat bloot aan een naar boven gerichte warmtestroom vanuit de aardkern. Doordat gesteente onder de drukken en temperaturen die in de mantel heersen plastisch deformeert kan er in de mantel, in tegenstelling tot de korst, stroming van vast gesteente plaatsvinden.

Slide 26 - Tekstslide

Duwkracht en trekkracht

Slide 27 - Tekstslide

De geologische tijdschaal
weten jullie nog?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

- Continenten passen in elkaar (platentektoniek)
- Planten en dieren migreerden tussen de verschillende gebieden, door fossielen is de geschiedenis te reconstrueren.


Maar: niemand geloofde hem!


Actualiteitsprincipe:
The present is the key to the past! 
Charles Lyll
Bewijs van Alfred Wegener:

Slide 30 - Tekstslide

        Divergent                        Convergent                           divergent
    Midoceanische rug              subductie            midoceanische rug

Slide 31 - Tekstslide

De westkant van Zuid-Amerika
Subductiezone 
Zorgt voor actief vulkanisme

Slide 32 - Tekstslide

Platen (schollen), continentale en oceanische plaat
Platen (schollen), continentale
en oceanische plaat

Slide 33 - Tekstslide

Mid-oceanische rug(MOR)


Een voorbeeld van een mid-oceanische rug is de Mid-Atlantische rug in de Atlantische Oceaan. De mid-oceanische ruggen spelen een belangrijke rol in het proces van platentektoniek. Bij de ruggen bewegen verschillende tektonische platen van elkaar af. Het gevolg is dat er een ruimte ontstaat tussen de platen, deze ruimte zal worden opgevuld door magma uit de asthenosfeer (de laag in de Aarde onder de lithosfeer). De magma zal aan het oppervlak stollen, waardoor hier nieuwe oceanische lithosfeer zal worden gevormd. Dit zorgt ervoor dat op mid-oceanische ruggen veel vulkanisme voorkomt.
Spreidingszone?
Omdat de platen uit elkaar blijven bewegen, zal het proces door blijven gaan, waarbij steeds nieuwe lithosfeer worden gevormd bij de oceaanruggen. Men noemt in de platentektoniek een mid-oceanische rug daarom een spreidingszone. Het proces waarbij op spreidingszones oceanische korst wordt gevormd wordt oceanische spreiding genoemd.

Slide 34 - Tekstslide

Samenvattend: de plaatbewegingen en gevolgen voor de lithosfeer

Slide 35 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind:
  •  Je weet op welke manieren de aardplaten ten opzichte van elkaar bewegen.
  • Je begrijpt dat natuurlijke processen zoals ze nu plaatsvinden informatie leveren over natuurlijke processen in het verleden.
  • Je begrijpt dat divergente en convergente plaatbewegingen ontstaan door een duwkracht vanuit de midoceanische rug en een trekkracht in subductiezones.

Slide 36 - Tekstslide

0

Slide 37 - Video