AFP Ademhaling

Ademhalingsstelsel
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Benoemen wat de functie van ademhaling is
  • Benoemen welke onderdelen bij de bovenste luchtwegen horen
  • Benoemen welke onderdelen bij de onderste luchtwegen horen
  • Benoemen het verschil tussen borst- en buikademhaling.

Slide 2 - Tekstslide

Groepjes

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is de functie van ademhaling??
A
reinigen van de lucht die je inademt
B
slechte lucht inademen
C
afvalstoffen van de lucht scheiden
D
opnemen van O2 en afscheiden CO2

Slide 5 - Quizvraag

Waar bestaan de bovenste luchtwegen uit?

Slide 6 - Open vraag

Waar bestaan de onderste luchtwegen uit?

Slide 7 - Open vraag

Bovenste en onderste luchtwegen

De volgende onderdelen behoren tot de bovenste luchtwegen:
  • de neusholte;
  • de mondholte;
  • de keelholte;
  • het strottenhoofd.
Tot de onderste luchtwegen behoren de volgende onderdelen:
  • de luchtpijp;
  • de luchtwegvertakkingen:
- een linker en rechter hoofdaftakking (hoofdbronchi);
- de kleinere aftakkingen (bronchi en bronchioli);
  • de longblaasjes.

Slide 8 - Tekstslide

Bovenste luchtwegen

Slide 9 - Tekstslide

Neusholte
De neusholte wordt bekleed door een slijmvlies met trilharen. 

De neusholte is het eerste deel van het ademhalingsstelsel waar ingeademde lucht binnenkomt. Lucht die binnenkomt, wordt in de neusholte:
  • gefilterd
  • verwarmd
  • bevochtigd


Slide 10 - Tekstslide

Mondholte
De mondholte is onderdeel van zowel het ademhalingsstelsel als het spijsverteringsstelsel

De belangrijkste functies van de mondholte zijn:

  • Bijdragen aan de spijsvertering
  • Stemvorming
  • Ademhaling

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is ademen via je neus gezonder?

Slide 12 - Open vraag

Keelholte
De keelholte biedt doorgang aan zowel lucht als voedsel:

  • Lucht gaat via de neus of mond naar de luchtpijp die zich aan de voorzijde van de slokdarm bevindt.
  • Voedsel gaat via de mondholte en de keelholte naar de slokdarm. De slokdarm bevindt zich achter de luchtpijp.

Slide 13 - Tekstslide

Strottenhoofd
Het strottenhoofd is een buisvormige holte tussen de keelholte en de luchtpijp

Onderdelen van het strottenhoofd:
  • Het strottenklepje sluit de onderste luchtwegen af op het moment dat je slikt.
  • De stembanden vormen je stem en regelen je ademstroom.
  • De bekerkraakbeentjes ondersteunen je stembanden bij het vormen van je stem. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de grens tussen de bovenste luchtwegen en de onderste luchtwegen?
A
Mondholte
B
Stembanden
C
Keelholte
D
Luchtpijp

Slide 15 - Quizvraag

Onderste luchtwegen

Slide 16 - Tekstslide

De luchtpijp
De luchtpijp bevat vijftien tot twintig hoefijzervormige ringen, gemaakt van kraakbeen.                           
De achterzijde van de luchtpijp bevat geen kraakbeen, maar bestaat uit elastisch bindweefsel en glad spierweefsel             
      


Slide 17 - Tekstslide

De hoofdbronchi
De luchtpijp splitst zich in twee vertakkingen.

 De splitsing van de luchtpijp zit net boven het hart, achter de lichaamsslagader (aorta) en andere grote bloedvaten. 

Slide 18 - Tekstslide

De bronchi en bronchioli
In de longen splitsen de hoofdbronchi zich op in kleinere vertakkingen:


Slide 19 - Tekstslide

Longblaasjes
300.000.000 longblaasjes

Gaswisseling vindt plaats in longblaasjes.

Rondom de longblaasjes ligt een dicht netwerk van heel dunne bloedvaatjes

 Uitwisseling van  zuurstof en koolstofdioxide 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Inademen en uitademen 


Bij de ademhaling wordt de lucht in de longen ververst. Het ademhalen gebeurd door borst- en buikademhaling

Slide 23 - Tekstslide

Inademen en uitademen 
BORSTADEMHALING

Inademen
  1. Tussenribspieren trekken samen waardoor ribben en borstbeen omhoog gaan.
  2. Borstholte wordt groter
  3. Longen worden groter
  4. Lucht stroomt longen in

Uitademen
  1. Tussenribspieren ontspannen waardoor borstbeen omlaag gaan.
  2. Borstholte wordt kleiner
  3. Longen worden kleiner
  4. Lucht stroomt longen uit 

Slide 24 - Tekstslide

Inademen en uitademen 
BUIKADEMHALING

Inademen
  1. Middenrifspieren trekken samen waardoor middenrif omlaag gaat.
  2. Borstholte wordt groter
  3. Longen worden groter
  4. Lucht stroomt longen in. 

Uitademen
  1. Middenrifspieren ontspannen waardoor middenrif omlaag gaan.
  2. Borstholte wordt kleiner
  3. Longen worden kleiner
  4. Lucht stroomt longen uit 

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Benoemen wat de functie van ademhaling is
  • Benoemen welke onderdelen bij de bovenste luchtwegen horen
  • Benoemen welke onderdelen bij de onderste luchtwegen horen
  • Benoemen het verschil tussen borst- en buikademhaling

Slide 26 - Tekstslide