4.1 pluriforme samenleving

Thema 4:
Pluriforme samenleving
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4:
Pluriforme samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoi :) 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel paragraaf 1

Aan het eind van deze les kun je...

- uitleggen wat een pluriforme samenleving inhoudt.
- herkennen en uitleggen wat een dominante-/sub- en tegencultuur is.
- verschillende factoren van culturele diversiteit benoemen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt onder een pluriforme samenleving?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur
"alle waarden, normen en gewoonten die mensen binnen een groep of samenleving met elkaar delen"

Cultuur wordt vaak geassocieerd met beschaving en kunst, maar het begrip heft dus een veel bredere betekenis!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Geef 5 kenmerken van de Nederlandse cultuur
Cultuurkenmerken zie je bijvoorbeeld terug in:
- waarden en normen
- symbolen
- feestdagen
- rituelen
- kennis
- gewoonten 

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dominante- / sub- / tegencultuur
dominante cultuur: alle  waarden/normen/gewoonten die de meerderheid van de bevolking deelt

subcultuur: wanneer binnen een groep waarden/normen/anddere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur

tegencultuur: groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of een bedreiging daar tegen vormen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Culturele diversiteit in...
  • stad versus platteland
  • jong versus oud
  • beroep / maatschappelijke positie
  • mannen versus vrouwen
  • ethniciteit (allochtoon/autochtoon)
  • godsdienst
Allochtoon: wanneer jij zelf of tenminste één van jouw ouders in het buitenland is geboren
Autochtoon: wanneer jij zelf in NL bent geboren en opgegroeid, neta ls jouw (groot-)ouders

MAAR: deze termen zijn te generaliserend, zorgen voor tweedeling in de samenleving! Nu: "mensen met een migratieachtergrond" ipv allochtoon.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen voorbeeld van een subsultuur?
A
Friezen
B
Gothics
C
Jehova's getuigen
D
Nederlands sprekende

Slide 10 - Quizvraag

"thais-Nederlandse studente die in haar vrije tijd in een punkband speelt, boeddhist is en zich inzet voor Groen-Links: 5 subculturen in 1"
Wat is een voorbeeld/zijn voorbeelden van een tegencultuur ?
A
Feministen
B
Anonymous
C
Moslims
D
Daesh/IS

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cultuur die zich binnen een cultuur actief verzet tegen de normen en waarden van die cultuur.
A
tegencultuur
B
verzetscultuur
C
landscultuur
D
jongerencultuur

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
A
Multiculturele samenleving
B
Subcultuur
C
Dominante cultuur
D
Tegencultuur

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je de term "allochtoon" niet meer moeten gebruiken?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel paragraaf 1

Aan het eind van deze les kun je...

- uitleggen wat een pluriforme samenleving inhoudt.
- herkennen en uitleggen wat een dominante-/sub- en tegencultuur is.
- verschillende factoren van culturele diversiteit benoemen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk: 
Lees hoofdstuk 1 
Maak de opdrachten van hoofdstuk 1

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies