Leesopdrachten 2013 KB 3A

Reading 3 vm
Pak de teksten  erbij (teams, bestanden, leesvaardigheid)
Kijk welke vragen je per les moet beantwoorden
Vul de antwoorden hier in


1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Reading 3 vm
Pak de teksten  erbij (teams, bestanden, leesvaardigheid)
Kijk welke vragen je per les moet beantwoorden
Vul de antwoorden hier in


Slide 1 - Tekstslide

Tekst 1: Vraag 1
Wat beweert Ron Eccles in dit tekstje?
Als je naar buiten gaat met nat haar..
A
is dat slecht voor de conditie van je haar.
B
loop je het risico een bloedneus te krijgen.
C
vergroot je de kans verkouden te worden.
D
versterk je je weerstand tegen infectieziektes.

Slide 2 - Quizvraag

Tekst 2: Vraag 2
Wat moet je doen als je een fles Polycell 3 in 1 Mould Killer hebt gekocht?
Je moet de fles
A
bewaren op een plaats waar kinderen niet bij kunnen.
B
controleren, omdat de dop misschien niet goed vast zit.
C
inleveren bij een verzamelpunt voor chemisch afval.
D
terugbrengen naar de winkel waar je hem gekocht hebt.

Slide 3 - Quizvraag

Tekst 3: Vraag 3
What is this article about?
It is about the police

A
failing at catching an alligator.
B
killing somebody’s pet alligator.
C
not being allowed to hunt alligators.
D
shooting at a fake alligator.

Slide 4 - Quizvraag

Tekst 3: Vraag 4
Welke reden geeft de eigenaar voor het hebben van een alligator?
Geef antwoord in het Nederlands.

Slide 5 - Open vraag

Tekst 3: Vraag 5
Kies bij _5_ het juiste antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
chase
B
find
C
hide
D
repair

Slide 6 - Quizvraag

Tekst 4: Vraag 6
What service does Flexpetz offer its clients according to paragraph 1?
A
It finds homes for dogs whose owners need to get rid of them.
B
It helps people choose the right type of dog for their family.
C
It rents out dogs to people who do not want one permanently.
D
It takes care of dogs when their owners are out working.

Slide 7 - Quizvraag

Tekst 4: Vraag 7
What do all members of Flexpetz have in common according to Marlena
Cervantes? (paragraph 2)
A
a fondness for dogs
B
a lot of time to keep a dog
C
a place to keep a dog
D
a talent for handling dogs

Slide 8 - Quizvraag

Tekst 4: Vraag 8
What does Paula Greaves think of dog sharing according to paragraph 3?
A
She believes the dogs can benefit from having more than one owner.
B
She fears families will suffer from having to change dogs too often.
C
She hates the idea because dogs need to develop strong attachments.
D
She thinks it is ideal for letting your children practise having a dog.

Slide 9 - Quizvraag

Tekst 4: Vraag 9
How does sharing a dog work out for Linda Grabham according to
paragraph 4?
A
It gives her more time for her new boyfriend.
B
It has destroyed her marriage to Peter.
C
It makes her feel annoyed with her ex.

Slide 10 - Quizvraag

Tekst 4: Vraag 10
Eunice Wennberg noemt twee voordelen van het zorgen voor een hond
via de organisatie Hearing Dogs for the Deaf in alinea 5.
 Welke twee?
Geef antwoord in het Nederlands.

Slide 11 - Open vraag

Tekst 4: Vraag 11
Why does Thomas stay with Eunice Wennberg?
A
Eunice feels more secure at night when Thomas sleeps over.
B
Eunice has hearing problems and Thomas assists her.
C
Eunice helps Thomas to get used to being around people.
D
Eunice likes nursing abandoned dogs like Thomas.

Slide 12 - Quizvraag

Tekst 4: Vraag 12
Deze tekst wordt afgesloten met een aantal vragen naar aanleiding van
het onderwerp: “CHECKLIST DOG SHARING”
 Welke vraag uit de checklist is in de tekst aan de orde gekomen?
Noteer alleen het nummer

Slide 13 - Open vraag

Tekst 5: Vraag 13
Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze op grond van de
tekst juist of onjuist is. Schrijf het zo op: 1 juist 2 onjuist 3 juist 4 onjuist
1 Het meenemen van de fiets in de trein moet makkelijker worden.
2 De politie moet meer werk maken van de aanpak van fietsdiefstal.
3 Automobilisten die fietsers in gevaar brengen, moeten streng worden
aangepakt.
4 Fietsers zouden altijd voorrang moeten krijgen.

Slide 14 - Open vraag

Tekst 6: Vraag 14
What is said about adventure playgrounds in paragraph 1?

A
They are designed to look like computer games.
B
They are often too dangerous and need to become safer.
C
They can help youngsters learn about making the right choices.
D
They will become information centres to educate teenagers.

Slide 15 - Quizvraag

Tekst 6: Vraag 15
Which educational change is part of Ed Balls’ plan, according to
paragraph 2?
He wants schools to
A
find placements for pupils after their finals.
B
pay more attention to the home situation of pupils.
C
set apart unruly pupils in special classrooms.
D
teach more pupils individually or in small groups

Slide 16 - Quizvraag

Tekst 7: Vraag 16
Which of the following statements is true according to paragraph 1?


A
Charlotte participated in an Arctic training programme for managers.
B
Charlotte took part in a difficult Arctic race together with another woman.
C
The Arctic expedition included an extremely dangerous hunting game.
D
The race in the Arctic was part of an interesting scientific project.

Slide 17 - Quizvraag

Tekst 7: Vraag 17
Kies bij 17 in alinea 2 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden
A
competitive
B
convinced
C
frustrated
D
indifferent

Slide 18 - Quizvraag

Tekst 7: Vraag 18
What is the most important thing that Charlotte has learnt according to
paragraph 3?
A
that she can take good medical care of herself
B
that she should enjoy luxury more
C
that wild animals are surprisingly easy to impress
D
that working together can be of the utmost importance

Slide 19 - Quizvraag

Tekst 7: Vraag 19
In alinea 4 wordt nog een andere term gebruikt voor ‘dedication and
power’ (alinea 4)
 Welk woord wordt daarvoor gebruikt?
Schrijf dit Engelse woord op

Slide 20 - Open vraag

Tekst 7: Vraag 20
Which of the following statements about Charlotte is true according to
paragraph 4?
The experiences during her Artic trip
A
improved her attitude towards her work and colleagues.
B
made her realise that not all differences can be settled so easily.
C
led to envious remarks from colleagues.

Slide 21 - Quizvraag

Tekst 8: Vraag 21
Why did James Cracknell decide to take part in the Atlantic Rowing Race,
according to paragraph 1?
A
He needed a new challenge now that he had fulfilled his dream.
B
He wanted to start a new career as a sports show host.
C
He was afraid Ben Fogle would not manage without his support
D
He was without a job at that time and needed some income.

Slide 22 - Quizvraag

Tekst 8: Vraag 22
Welk deel van een zin uit alinea 2 geeft aan dat er financiële
moeilijkheden waren bij de voorbereiding op de Atlantic Rowing Race?
Citeer (= schrijf over uit de tekst) dat deel van de zin

Slide 23 - Open vraag

Tekst 8: Vraag 23
De eerste zin van alinea 3 ontbreekt. Kies bij 23 in alinea 3 het juiste
antwoord uit de gegeven mogelijkheden.
A
Our friendship was growing.
B
Our material was inadequate.
C
Our overall feeling was pride.
D
Our preparation was terrible.

Slide 24 - Quizvraag

Tekst 8: Vraag 24
Which of the following words describes how James Cracknell felt after
finishing the Atlantic Rowing Race, according to paragraph 3?
A
confident
B
disappointed
C
irritated
D
glamorous

Slide 25 - Quizvraag

Tekst 8: Vraag 25
Kies bij 25 in alinea 4 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A
am hooked on
B
am too old for
C
have tried most
D
need better

Slide 26 - Quizvraag

Tekst 8: Vraag 26
What becomes clear about James Cracknell from paragraph 5?
A
He feels the urge to go on extreme trips is gradually fading away
B
He is afraid he will need professional help if he stops going on extreme trips.
C
He is not planning to stop going on extreme trips anytime soon.
D
He likes combining scientific research with going on extreme trips.

Slide 27 - Quizvraag

Tekst 9: Vraag 27
What becomes clear to Liz Vercoe in paragraph 1?
A
Her son is ready to cope with the traffic in London.
B
She does not know enough about motorcycling.
C
She has always wanted to ride a motorcycle.
D
Teenagers should not be allowed to ride motorcycles.

Slide 28 - Quizvraag

Tekst 9: Vraag 28
What is the Get On campaign (paragraph 2)?
It is a campaign that offers people the chance to
A
become a motorcycling instructor.
B
learn the basic rules of motorcycling.
C
try out different motorcycles before buying one.
D
win a motorcycling master class.

Slide 29 - Quizvraag

Tekst 9: Vraag 29
What does Phil Edwards say about teenagers in paragraph 3?
A
They are often not really aware of the dangers of motorcycling.
B
They are only interested in riding fast and taking risks.
C
They have trouble remembering basic traffic rules.
D
They often lack the money to buy the necessary equipment.

Slide 30 - Quizvraag

Tekst 9: Vraag 30
In alinea 4 wordt een aantal mogelijke oorzaken van ongelukken
genoemd.
 Hoeveel verschillende oorzaken worden er in alinea 4 genoemd?
Schrijf dat getal op

Slide 31 - Open vraag

Tekst 9: Vraag 31
Geef van elk van de volgende onderdelen aan of deze wel of niet zit in het
Get On programma volgens alinea 5.
1 advies over hoe de motor te onderhouden
2 kledingadvies
3 uitleg over de bediening van de motor
4 verkeerstheorielessen
Schrijf het zo op (voorbeeld): 1 wel 2 wel 3 niet 4 niet

Slide 32 - Open vraag

Tekst 9: Vraag 32
Kies bij_32_ in alinea 6 het juiste antwoord uit de gegeven
mogelijkheden.
A
clumsy pupil
B
cool biker
C
responsible mum

Slide 33 - Quizvraag

Tekst 9: Vraag 33
“That has to be better than a parent-teenage door-slamming fight.”
(paragraph 7)
What does Liz mean by the word ‘That’?
A
convincing her son of the dangers of riding a bike
B
forbidding her son to take driving lessons
C
ignoring the fears she has about her son riding a bike
D
talking with her son about the joys and risks of riding

Slide 34 - Quizvraag


Tekst 10: Vraag 34
Je hebt fudge (= caramel) van ‘Jim Garrahy’s Fudge Kitchen’ gekocht.
 Welke twee dingen moet je met de fudge doen als je de fudge langer
dan een dag of tien wilt bewaren?
Geef antwoord in het Nederlands.

Slide 35 - Open vraag

Tekst 11: Vraag 35
How did Michaela react to being bullied according to paragraph 1?
A
She asked her parents if she could change schools.
B
She became very aggressive towards other pupils.
C
She concentrated on studying hard at school.
D
She wanted to solve the problem without any help.

Slide 36 - Quizvraag

Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze juist of onjuist is
volgens alinea’s 2 en 3. Schrijf het zo op: 1 juist 2 juist 3 onjuist 4 onjuist
1 Door het spel van Michaela te spelen word je gestimuleerd pestgedrag
te bespreken. 2 Michaela hoopte dat Duncan Bannatyne het spel met haar wilde spelen.
3 Duncan Bannatyne werd nieuwsgierig naar wat Michaela had, omdat ze erg veel moeite deed hem te spreken.4 Duncan Bannatyne wilde Michaela helpen nadat hij het spel met zijn
gezin gespeeld had.

Slide 37 - Open vraag

Tekst 11: Vraag 37
What has Duncan Bannatyne done to help Michaela so far according to
paragraph 4?
A
He has changed the game to make it a commercial success.
B
He has created a website to help promote her game.
C
He has given her advice about how to improve her game
D
He has paid a lot of money to become the owner of her game.

Slide 38 - Quizvraag

Tekst 12: Vraag 38
Wat is er bijzonder aan deze schoenen?
A
Ze kunnen door de kopers zelf ontworpen worden.
B
Ze slijten minder snel dan vergelijkbare schoenen.
C
Ze worden op een milieu- en mensvriendelijke wijze gemaakt.
D
Ze zijn erg comfortabel vanwege de gebruikte materialen.

Slide 39 - Quizvraag