7.3 Nederland en de EU.

Vraag
Wat gaat hier mis?
  • NL heft accijnzen voor een beter milieu
  • BE doet dat niet, heeft goedkopere benzine en helpt niet mee met NL
  • NL bedrijven hebben een nadeel, want verkopen minder
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vraag
Wat gaat hier mis?
  • NL heft accijnzen voor een beter milieu
  • BE doet dat niet, heeft goedkopere benzine en helpt niet mee met NL
  • NL bedrijven hebben een nadeel, want verkopen minder

Slide 1 - Tekstslide

H7 Nederland en het buitenland


§ 7.1 Nederland handelsland.
§ 7.2 Kunnen we vrij handelen?
§ 7.3 Nederland en de EU.
§ 7.4 De wereld wordt kleiner.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je over de Europese Unie?

Slide 3 - Woordweb

Nu zijn er
Brexit per 31-01-2020

Slide 4 - Tekstslide

Waar en wanneer?
Verdrag van Maastricht in 1992
Interne markt
Vrij verkeer van:
- goederen en diensten (dus vrijhandel, zie par. 7.3)
- personen
- kapitaal
Harmonisatie
Zo veel mogelijk de regels gelijk trekken (bijv. BTW-tarieven, milieuregels), zodat er eerlijke concurrentie tussen de landen is
Europese Unie (EU)

Slide 5 - Tekstslide






EU: 27 landen
EMU: 20 landen (zie volgende dia)
Voordelen
- makkelijk prijzen vergelijken (transparantie)
- geen wisselkoersrisico's
Nadelen
- waarde van € is afhankelijk van andere eurolanden
- voldoen aan bepaalde criteria (zie blz. 211)
Europese Monetaire Unie (EMU)
ook wel: de eurozone

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

                         
                           
Taken:
- prijsstabiliteit;
- hoogte van de rente vaststellen;
- nieuwe bankbiljetten in omloop brengen.


waarde van de € bewaken (inflatie beperken, koopkrachtbehoud)
Europese Centrale Bank (ECB)
in Frankfurt

Slide 9 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Wat heb je geleerd?

Slide 10 - Tekstslide

...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...

Slide 11 - Sleepvraag

Aan het werk
Maken: § 1.1
opg. 2 t/m 7 (blz. 10)
Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers

Slide 12 - Tekstslide

Juist of onjuist?
In alle landen van de Europese Unie kun je met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

'Monetair' betekent ...

A
m.b.t. gelijke regels
B
m.b.t. Europa
C
m.b.t. het geld
D
m.b.t. het bbp

Slide 14 - Quizvraag

'Harmonisatie' betekent ...
A
m.b.t. gelijke regels
B
m.b.t. Europa
C
m.b.t. het geld
D
m.b.t. het bbp

Slide 15 - Quizvraag

Waarom streeft de EU naar harmonisatie?
A
Minder werkloosheid in de lidstaten
B
Geen oneerlijke concurrentie meer
C
Geen begrotingstekort meer
D
Minder staatsschuld van de lidstaten

Slide 16 - Quizvraag

Waarom streeft de ECB naar prijsstabiliteit?
A
Dan stijgen de lonen
B
Dan stijgen de winsten
C
Dan blijft de koopkracht op peil
D
Minder wisselkoers-schommelingen

Slide 17 - Quizvraag

Hoeveel mag de staatsschuld van een euroland maximaal zijn?
A
0,5% van het bbp
B
3% van het bbp
C
30% van het bbp
D
60% van het bbp

Slide 18 - Quizvraag

Opdracht 
§7.3

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video