3TL Les 3: Ondernemingsvormen

Inloop
Spullen nodig voor vandaag:
-Laptop
-Pen
-Boek
Inloggen in LessonUp
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Inloop
Spullen nodig voor vandaag:
-Laptop
-Pen
-Boek
Inloggen in LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Werk en bedrijf
Les 3: Ondernemingsvormen

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
Leerdoel: 
Terugblik: Productiesectoren en toegevoegde waarde            (5min)       
Voorkennis:                                                                                                    (5min)
Instructie: Ondernemingsvormen                                                      (10min)
Begeleid inoefenen: Vraag 10                                                                (5min)  
Zelfstandig oefenen:  Vraag 5 t/m 9                                                   (15min)
Huiswerk: 
Evaluatie:                                                                                                          (5min)

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
1. Ik kan de vier ondernemingsvormen noemen:
eenmanszaak, VOF, bv, nv
 

2. Ik kan het verschil in de vorm van aandelen benoemen.




Slide 4 - Tekstslide

Terugblik
Primaire sector: Bedrijven die grondstoffen uit de natuur haalt
 

Secundaire sector: Bedrijven die halffabricaten en eindproducten maken vanuit de grondstoffen

Tertiaire sector: Dienstverlenende bedrijven en winkels die eindproducten verkopen

Quartaire sector: Instellingen die geen winst hoeft te maken



Slide 5 - Tekstslide

Bij welke productiesector hoort bij deze bedrijf
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiare
D
Quartaire

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke productiesector hoort bij deze bedrijf
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiare
D
Quartaire

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke productiesector hoort bij deze bedrijf
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiare
D
Quartaire

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke productiesector hoort bij deze bedrijf
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiare
D
Quartaire

Slide 9 - Quizvraag

Voorkennis
Stel, je gaat een eigen bedrijf starten. Welke voordelen heb je als je een eigen bedrijf hebt. 

Slide 10 - Tekstslide

timer
2:00
Voordelen van een eigen bedrijf

Slide 11 - Woordweb

Voorkennis
En nadelen?

Slide 12 - Tekstslide

timer
2:00
Nadelen van een eigen bedrijf

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Instructie (1/1)
Vier ondernemingsvormen
1. Eenmanszaak
2.VOF (vennootschap onder firma
3. BV (besloten vennootschap
4. N.V. (naamloze vennootschap)

Welke ken je al?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Kan een eenmanszaak personeel in dienst hebben?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

De eigenaren van een VOF zijn niet met hun privévermogen aansprakelijk.
A
Eens
B
Oneens

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Meneer Thodé kan een aandeel kopen van een nv.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Zelfstandig Werken
Maak van paragraaf 7,7 vraag 7 t/m 9 op blz 103




Eerder klaar? Dan mag je iets voor jezelf doen
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Nakijken

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 24 - Tekstslide

Evaluatie
Wat vonden jullie van de les?


Wat vond ik van de les?



Wat kunnen we anders doen?

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen check
Je mag opruimen. Als je opgeruimd ben mag je opstaan. Jullie krijgen vier stellingen. Jullie moeten gaan staan naar de ondernemingsvorm die bij de stelling past.




Volgende les: Arbeidsovereenkomst

Slide 26 - Tekstslide

Stelling
Een persoon is hoofdaansprakelijk

Slide 27 - Tekstslide

Stelling
Iedereen mag aandelen kopen bij deze ondernemingsvorm

Slide 28 - Tekstslide

Stelling
Meerdere personen zijn privéaansprakelijk

Slide 29 - Tekstslide

Stelling
Deze ondernemingsvorm betaalt winstbelasting

Slide 30 - Tekstslide

Afsluiting
Volgende les: Arbeidsovereenkomst

Slide 31 - Tekstslide