8.4 Hart & bloedsomloop

Bloed bestaat uit verschillende onderdelen.
Wat is geen onderdeel van bloed?
A
Bloedcomplement
B
Bloedplasma
C
Bloedplaatjes
D
Bloedcellen
1 / 39
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloed bestaat uit verschillende onderdelen.
Wat is geen onderdeel van bloed?
A
Bloedcomplement
B
Bloedplasma
C
Bloedplaatjes
D
Bloedcellen

Slide 1 - Quizvraag

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen

Slide 2 - Sleepvraag

In de tekening hiernaast zie je een stukje van de bloedsomloop met de drie typen bloedvaten.
Hoe heten de bloedvaten 1, 2 en 3? 
1.
2.
3.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 3 - Sleepvraag

Bloedvat
Rode bloedcel
Weefselvloeistof
Bloedplasma

Slide 4 - Sleepvraag

Het Hart
https://jeugdjournaal.nl/artikel/2405689-voor-het-eerst-nederlandse-patient-met-namaak-hart.html

Slide 5 - Tekstslide

4 onderdelen van het hart
Rechter boezem
Rechter kamer
Linker boezem
Linker kamer
Aantekening

Slide 6 - Tekstslide

Boezems
Zitten aan de Bovenkant van het hart
Aantekening

Slide 7 - Tekstslide

Kamers
Komen later (liggen lager)
Aantekening

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Linker boezem
Rechter boezem
Linker kamer
rechter kamer
Hartkleppen
slagaderkleppen

Slide 10 - Sleepvraag

Nr 1 = 
Nr 4 = 
Nr 11 = 
Nr 6 = 
Nr 9 = 
Nr 5 = 
Bovenste holle ader
Aorta
Longader
Linkerkamer
Linker boezem
Rechterboezem
Longslagader
Onderste holle ader

Slide 11 - Sleepvraag

Kleine bloedsomloop
Zorgt ervoor dat koolstofdioxide naar de longen gaat, zodat je dit weer kan uitademen

Zorgt ervoor dat zuurstof weer in de longen komt, wat dan kan worden vervoerd naar al je cellen


Aantekening

Slide 12 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Bloed stroomt van:
rechter boezem => rechter kamer => longslagader=> longen => longader => linkerboezem

Let op! In deze delen zit koolstofdioxide! Pas in de longen komt er zuurstof bij (gaswisseling!)

Aantekening

Slide 13 - Tekstslide


A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 14 - Quizvraag

Hoort nummer 1 bij de grote of de kleine bloedsomloop?
A
kleine bloedsomloop
B
grote bloedsomloop

Slide 15 - Quizvraag

Welke bloedsomloop wordt beschreven? Hart - Slagaders - Alle organen - Aders - Hart
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop

Slide 16 - Quizvraag

Grote bloedsomloop
Vanaf het hart naar alle organen

Slide 17 - Tekstslide

Grote bloedsomloop
Vanaf het hart naar alle organen
linker kamer => aorta => slagaders van alle organen => uitwisseling van stoffen naar de organen => aders van alle organen => holle aders => rechter boezem
Aantekening

Slide 18 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
uitleg over de grote bloedsomloop

Slide 19 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 20 - Tekstslide

Pompt de rechterkamer bloed in de kleine of de grote bloedsomloop?
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 21 - Quizvraag

Tot welke bloedsomloop hoort de aorta?
A
Grote bloedsomloop
B
Kleine bloedsomloop

Slide 22 - Quizvraag

In welke bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
grote bloedsomloop
B
kleine bloedsomloop

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke bloedsomloop gaat het bloed langs alle organen?
A
De kleine bloedsomloop
B
De grote bloedsomloop

Slide 24 - Quizvraag

Dit was deel 1
Dit was deel 1 van 8.4. Maak nu de volgende opgaven:
1 t/m 10 in je werkboek

Slide 25 - Tekstslide

Benaming (slag)aders
1. Is het een ader of een slagader?
Slagader?
Ader?
2. Naar welk orgaan gaat de slagader toe?
3. Naam van het orgaan + slagader
 (beenslagader, darmslagader)
2. van welk orgaan gaat de slagader vandaan?
3. Naam van het orgaan + ader
 (beenader, darmader)
Aantekening

Slide 26 - Tekstslide

Werking van het hart
De hartslag is het aantal keer dat het hart zich samentrekt in 1 minuut.

1. De boezems zijn volgestroomt met bloed. De boezems trekken samen en de hartkleppen staan open.
2. De hartkleppen sluiten zich en het bloed zit nu in de kamers. De halvemaanvormige kleppen gaan open de kamers trekken zich samen. 
3.  alle kleppen gaan open het hart is in rust.
Aantekening

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Hoe heet het bloedvat dat het hart van zuurstof voorziet?
A
Kransslagader
B
Leverader
C
Longslagader
D
Darmslagader

Slide 29 - Quizvraag

Hoe heet letter U ?
A
Longslagader
B
longader
C
kransslagader
D
aorta

Slide 30 - Quizvraag

Waar stroomt zuurstofrijk bloed doorheen?
A
Kransader
B
Kransslagader

Slide 31 - Quizvraag

Linkerkamer
Rechterkamer
Linkerboezem
Rechterboezem
Onderste holle ader
Longaders
Aorta
Bovenste holle ader
Longslagader

Slide 32 - Sleepvraag

Dit bloedvat gaat van hart naar lever en noem je dus de....
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Darmslagader
D
nierader

Slide 33 - Quizvraag

Dit bloedvat gaat van hart naar nieren en noem je dus de....
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Darmslagader
D
nierslagader

Slide 34 - Quizvraag

Dit bloedvat gaat van darm naar hart
A
Leverader
B
Leverslagader
C
darmader
D
nierarder

Slide 35 - Quizvraag

Dit bloedvat gaat van long naar hart en noem je dus de....
A
Longader
B
Longslagader
C
Darmslagader
D
nierarder

Slide 36 - Quizvraag

Dit bloedvat gaat van darm naar lever
A
Leverader
B
Darmader
C
Poortader
D
Drankader

Slide 37 - Quizvraag

bovenste holle ader
onderste holle ader
aorta
poortader
Longader
Longslagader
leverader
leverslagader
darmslagader

Slide 38 - Sleepvraag

Zuurstofarmbloed
Zuurstofrijkbloed
Holle ader
Longslagader
Longader
Aorta
Kransslagader
Kransader

Slide 39 - Sleepvraag