VTHPwk1

VTHP week 1 
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

VTHP week 1 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Deze week: bloedglucose prikken en injecteren van insuline 
Volgende week: intramusculair en subcutaan  injecteren 

Slide 2 - Tekstslide

Wat is diabetes mellitus?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Bij een hyperglycemie is de bloed glucose
A
Verhoogd
B
Verlaagd

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor symptomen heb je bij een hypo?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een normale glucose waarde?

Slide 11 - Open vraag

Bloedglucose prikken

Slide 12 - Tekstslide

Wat is diabetes?

Slide 13 - Open vraag

Wat is dit?

Slide 14 - Open vraag

Op welke manieren kan je de glucose bepalen?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat hebben we allemaal nodig om een vingerprik te kunnen uitvoeren

Slide 22 - Woordweb

Benodigheden:
  • Welkvelddoekje / onderlegger
  • Lancet om te prikken
  • 2 Bekkens
  • Naaldencontainer
  • Niet steriele gaasjes
  • Test strips
  • Bijpassende meter
  • (Eventueel) Niet steriele handschoenen
  • Pleister



Slide 23 - Tekstslide

Injecteren van insuline

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Loodrechttechniek: 90 graden

Slide 27 - Tekstslide

Huidplooi techniek: 90 of 45 graden

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

In welk weefsel
spuit je insuline?

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

subcutaan injecteren doe je in
A
bovenhuids bindweefsel
B
onderhuids bindweefsel
C
dermis
D
lederhuid

Slide 37 - Quizvraag

Waar injecteer je geen insuline
A
Buik
B
Bovenbeen
C
Arm
D
Bil

Slide 38 - Quizvraag

Waar injecteer je de insuline
A
In de spier
B
Onderhuids bindweefsel
C
Intracutaan
D
Intraveneus

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Er is een verschil tussen de insuline die zorgt dat er altijd insuline aanwezig is (basale insuline) en de insuline die zorgt dat de maaltijd goed wordt verwerkt (bolus insuline).

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Welke complicaties kunnen optreden bij het injecteren?

Slide 44 - Open vraag

Complicaties 
  • Afbreken van de naald
  • Prikaccident
  • Verbindweefseling van de huid door veelvuldig injecteren
  • Infectieverschijnselen
  • Duizeligheid en flauwvallen
  • Heamatoomvorming
  • Ontsteking van injectieplaats
  • Huiduitslag tot shock, allergische reactie
  • Uitvalsverschijnselen, aanprikken van zenuw
  • Abces, necrose of bloeding

Slide 45 - Tekstslide

Opdracht:
1. Zoek op je licentie het protocol van insuline injecteren op.
2. Welke stappen staan in een protocol?
3. Welke benodigdheden neem je mee naar de cliënt?
4. Wat leg je uit aan de cliënt? 

Slide 46 - Tekstslide