Hoe gebruik je een agenda?

Hoe gebruik je een agenda?
Leren leren
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe gebruik je een agenda?
Leren leren

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gebruik je een agenda?
Aan het eind van deze les weet ik:
  • Hoe een agenda werkt
  • Waar ik mijn huiswerk moet opschrijven
  • Hoe ik mijn huiswerk moet opschrijven
Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Je hebt een agenda gekocht, mooi!
Maar wat kun je daar eigenlijk mee doen? 
En hoe werkt het systeem van een agenda eigenlijk? Dat ga je leren in deze les.

Slide 3 - Tekstslide

Gebruik jij wel eens
een planning of een agenda?
Ja = zitten
Nee = staan

Slide 4 - Tekstslide


Wat kun je bijhouden in je agenda? Noem eens 2 dingen

Slide 5 - Open vraag

Waar gebruik je een agenda voor en waarvoor niet?
wel!
Niet!
Verjaardag vriend(in)
Weekend
Ontbijten
Een toets
Een presentatie
Boodschappen
Tandarts afspraak
Gamen met vrienden

Slide 6 - Sleepvraag

Bekijk het filmpje over agenda-gebruik (3.13 min)

Opdracht tijdens het kijken
Welke tips worden gegeven?

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijk jouw agenda eens met die van je buurman.
  • Wat zijn de verschillen?
  • Wat zijn de overeenkomsten?
  • Zie je iets handigs?
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

     Maak je agenda klaar voor dit schooljaar
Noteer de volgende dingen:
• schoolvakanties 
• je lesrooster voor de eerste twee weken (bij de datum) 
• wekelijkse activiteiten die je naast school hebt zoals voetbaltraining 


Slide 9 - Tekstslide

Stap 1 
De docent geeft huiswerk op:
  • Waar: op bord?
  • Wanneer: begin of eind van de les?
  • Toetsen?

Slide 10 - Tekstslide

Stap 2 
Schrijf het huiswerk meteen op in je agenda 
  • zo vergeet je het niet op te schrijven
  • schrijf leesbaar!
Tip!
Gebruik afkortingen voor de vakken, bijvoorbeeld:
Ak= aardrijkskunde
GS = Geschiedenis
Ne = nederlands
Eng = engels
Wis = wiskunde

Slide 11 - Tekstslide

Welke afkortingen kan jij bedenken voor in je agenda?

Slide 12 - Open vraag

Stap 3 
Zet het huiswerk bij de dag dat het af moet zijn

Slide 13 - Tekstslide

Stap 4 
Schrijf je huiswerk begrijpelijk en leesbaar op
  • bijvoorbeeld:
     woe 1e uur bio: maken par. 1, lezen par. 2
Zo ziet je agenda er dan uit

Slide 14 - Tekstslide

Stap 5
Check je agenda met een klasgenoot om te controleren of je alles goed hebt opgeschreven.

Slide 15 - Tekstslide

Vragen?

Slide 16 - Tekstslide

Tot de volgende keer!

Slide 17 - Tekstslide