Grammatica les 3: Voornaamwoorden.

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
10 minuten
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...weet je welke verschillende voornaamwoorden er zijn.
...kun je de verschillende voornaamwoorden uit elkaar halen.


Slide 3 - Tekstslide

Voornaamwoorden.
Er zijn vier soorten voornaamwoorden.

  1. Aanwijzend voornaamwoord -> wijst iets aan.
  2. Vragend voornaamwoord -> stelt een vraag.
  3. Persoonlijk voornaamwoord -> geeft een persoon aan.
  4. Bezittelijk voornaamwoord -> geeft bezit aan.


Slide 4 - Tekstslide

Aanwijzend vnw (aanw.vnw)
Wijst iets aan.

Leer uit je hoofd:
  • Deze, die, dit, dat, zulke, zo'n, dergelijke

Dergelijke vragen beantwoord ik niet!

Slide 5 - Tekstslide

Vragend vnw (vr.vnw)
Stelt een vraag.

Leer uit je hoofd:
  • Wie, wat, welke, wat voor een

Welke opdrachten mag ik van je overschrijven?

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk vnw (pers.vnw)
Geeft een persoon aan.

Slide 7 - Tekstslide

Bezittelijk vnw (bez.vnw)
Geeft bezit aan.

Slide 8 - Tekstslide


A
pers.vnw
B
bez.vnw
C
bw
D
vz

Slide 9 - Quizvraag


A
hww
B
kww
C
zww
D
bn

Slide 10 - Quizvraag


A
bn
B
bw
C
vz
D
blw

Slide 11 - Quizvraag


A
bn
B
bw
C
vz
D
blw

Slide 12 - Quizvraag


A
bn
B
zn
C
vz
D
blw

Slide 13 - Quizvraag


A
bn
B
zn
C
bez.vnw
D
pers.vnw

Slide 14 - Quizvraag


A
onbep.vnw
B
vz
C
tw
D
bw

Slide 15 - Quizvraag

Extra opdracht
Werk nu in het opdrachtenboek die ik je toe heb gestuurd via Somtoday (zie berichten).

Slide 16 - Tekstslide