bk1 - All right unit 5

Welcome!
Unit 5:
- words / expressions
- much / many
- vergelijken
- Present simple vs. Present continuous
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
Unit 5:
- words / expressions
- much / many
- vergelijken
- Present simple vs. Present continuous

Slide 1 - Tekstslide

much / many
Much: niet telbaar
Many: kan je wel tellen
(zet er een getal voor)

Slide 2 - Tekstslide

Vergelijken
Smart - smarter - smartest
1. Rose is smarter than Tom, but Sarah is the smartest.

Slide 3 - Tekstslide

Present simple & present continuous
Present simple: gewoonte/feit, shit-regel, do/does
1. She likes to play football. / 2. Do you play the piano?

Present continuous: speelt zich of dit moment af.
1. I am reading a book now. / 2. Is she listening to music?

Slide 4 - Tekstslide

Vertaal: richten

Slide 5 - Open vraag

Vertaal: to catch

Slide 6 - Open vraag

Milk
Love
Days
Students
Money
Chairs
Much

Many
Many
Much
Much
Many

Slide 7 - Sleepvraag

Vertaal: gooien

Slide 8 - Open vraag

Jamie ... (to play) the guitar now.
A
plays
B
playing
C
is playing
D
was playing

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal: schoppen

Slide 10 - Open vraag

Present simple
Present continuous
They are feeding the animals.

Slide 11 - Sleepvraag

Vertaal: voetbal

Slide 12 - Open vraag

My brother ... (to cycle) to school every day.
A
cycling
B
cycles
C
is cycling

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal: wedstrijd

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: to lose

Slide 15 - Open vraag

many
much
much
much
much
much
many
many
many
many

Slide 16 - Sleepvraag

Vertaal: bargain

Slide 17 - Open vraag

I ... a book at the moment.
A
read
B
reading
C
am reading
D
reads

Slide 18 - Quizvraag

Vertaal: biljet

Slide 19 - Open vraag

timer
1:30
tables
coffee
children
rain
bicycles
much
much
many
many
many

Slide 20 - Sleepvraag

bon
A
recept
B
reciept
C
receipt
D
bhon

Slide 21 - Quizvraag

She ... (to love) to play outside.
A
love
B
loving
C
is loving
D
loves

Slide 22 - Quizvraag

vertaal: debit card

Slide 23 - Open vraag

uitgeven
A
spend out
B
spend
C
give out
D
outgiving

Slide 24 - Quizvraag

Present Simple
Present Continuous
The teacher is talking.
He walks 
Rebecca is watching Netflix.

Slide 25 - Sleepvraag

broke
A
blut
B
gebroken
C
brok

Slide 26 - Quizvraag

sell
A
kopen
B
verkopen

Slide 27 - Quizvraag

Shops

Money

water

activities

Colours

Space

clothes


Much
Many
Much
Much
Many
Many
Many

Slide 28 - Sleepvraag

Vertaal: waard

Slide 29 - Open vraag

breathe
A
brood
B
ademen
C
enkel
D
kin

Slide 30 - Quizvraag

6.3 Vergelijken - Comparison
Small
Quick
Quickest
Quicker
Smallest
Smaller

Slide 31 - Sleepvraag

Vertaal: wenkbrauw

Slide 32 - Open vraag

jaw
A
haai
B
huid
C
teen
D
kaak

Slide 33 - Quizvraag

Put these three words in the correct order of comparison.
hard
hardest
harder

Slide 34 - Sleepvraag

Vertaal: escalator

Slide 35 - Open vraag

roof
A
roven
B
plafond
C
dak
D
raam

Slide 36 - Quizvraag

kerk
A
church
B
shopping centre
C
cinema
D
ground floor

Slide 37 - Quizvraag

Vertaal: Klinkt leuk!

Slide 38 - Open vraag

The lady ... (to look) for her key. She just lost it!
A
is looking
B
look
C
looks
D
is look

Slide 39 - Quizvraag

Are you ready for the test?
A
Yes!
B
Bijna...
C
Nog niet helemaal
D
No!

Slide 40 - Quizvraag