H3 Verbanden en signaalwoorden Algera NN 3 kbl

Legenda
  • Theorie

Verbanden
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Legenda
  • Theorie

Verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
Deze les leer je:

  • over tekstverbanden en wat dit zijn.
  • hoe je tekstverbanden kan herkennen.
  • de eerste 3 tekstverbanden: opsomming, tegenstelling en voorbeeld

Slide 2 - Tekstslide

Programma van deze les
  • Theorie
  • Oefening
  • Uitdaging
  • Evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Tekstverbanden
Een tekstverband geeft de 'relatie' aan van het ene stukje tekst met het andere stukje. Met andere woorden: wat het ene stukje tekst met de andere te maken heeft.
Met behulp van signaalwoorden kan je benoemen wat die relatie is.
Dit hoofdstuk leer je de volgende tekstverbanden te herkennen:
- Opsomming
- Tegenstelling
- Voorbeeld


Slide 4 - Tekstslide

De opsomming
Het tekstverband opsomming herken je aan de woorden:
- Ten eerste, ten tweede, ten derde 
- Om te beginnen
- Ook (nog)
- Verder
- Ten slotte
- En
Maar ook aan de opsommingstekens.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
In mijn boekentas zitten werkboeken, schriften, pennen en een geodriehoek. 

Ik heb vandaag gewerkt en ook nog gesport. Vervolgens ben ik naar de winkel geweest. Daarna heb ik boodschappen gedaan.

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf nu zelf een stukje waarin je gebruik maakt van de signaalwoorden voor de opsomming.

Slide 7 - Open vraag

De tegenstelling
Het tekstverband tegenstelling herken je aan de woorden:
- Tegenover 
- Maar
- Hoewel
- Echter
- Toch
- Aan de ene kant .... aan de andere kant



Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Ik zou wel op vakantie willen, maar ik heb nu geen geld.

Veel jongeren zijn digitaal handig. Aan de ene kant is dat een fijne ontwikkeling. Aan de andere kant zorgt het ook voor verslaving.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf nu zelf een stukje waarin je gebruik maakt van de signaalwoorden voor de tegenstelling.

Slide 10 - Open vraag

Het voorbeeld
Het tekstverband voorbeeld herken je aan de woorden:
- Bijvoorbeeld
- Zo
- Zoals
- Denk aan
- Neem nou
- Onder andere



Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Op de middelbare school krijg je moeilijke vakken, zoals Wiskunde

Sommige docenten zijn heel leuk, neem nou mevrouw Ridderbusch. Die is best wel aardig soms.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf nu zelf een stukje waarin je gebruik maakt van de signaalwoorden voor het voorbeeld.

Slide 13 - Open vraag

Noem 3 signaalwoorden voor het tekstverband OPSOMMING. Controleer daarna je antwoord.

Slide 14 - Open vraag

Noem 3 signaalwoorden voor het tekstverband VOORBEELD. Controleer daarna je antwoord.

Slide 15 - Open vraag

Noem 3 signaalwoorden voor het tekstverband TEGENSTELLING. Controleer daarna je antwoord.

Slide 16 - Open vraag

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband. Het is niet gelijk verdeeld.
Tegenstelling
Voorbeeld
Opsomming
echter
zo
maar
denk aan
zoals
ook
onder andere
hoewel

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband. Het is niet gelijk verdeeld.
Tegenstelling
Voorbeeld
Opsomming
neem nou
ten slotte
en
verder
toch
denk aan
onder andere
tegenover

Slide 18 - Sleepvraag

In onderstaande tekst zitten twee tekstverbanden. Welke 2 kan je vinden en aan welke signaalwoorden zie je dat?

Ik was moe en had nergens meer zin in. In mijn tas zaten boeken, maar die heb ik vandaag niet eens gebruikt. Ik vraag me af waarom ik dit elke dag moet meenemen.

Slide 19 - Open vraag

In onderstaande tekst zitten drie tekstverbanden. Welke 3 kan je vinden en aan welke signaalwoorden zie je dat?
Ik zou wel willen dat het zomer is, echter is de winter nog niet eens begon- nen. Ik hou van de zon, de zee, het strand en lange warme zomeravonden. De winter is vreselijk, Neem nou die korte dagen. Dat vindt niemand toch fijn?

Slide 20 - Open vraag

Evaluatie:
Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Open vraag

'Daardoor, doordat, waardoor en ten gevolge van' zijn signaalwoorden voor:
A
voorbeeld
B
tegenstelling
C
opsomming
D
oorzaak - gevolg

Slide 22 - Quizvraag

Evaluatie:
Wat ging er goed?

Slide 23 - Open vraag

Bedenk zelf een zin met een oorzaak en een gevolg. Gebruik bijpassend signaalwoord,

Slide 24 - Open vraag

Evaluatie:
Wat ging niet zo goed en vind je nog moeilijk?

Slide 25 - Open vraag

Reflectie:
Waar ga je nog aan werken om je goed voor te bereiden op de toets en hoe ga je dit doen?

Slide 26 - Open vraag