Schreibfertigkeit (3e jrs)

Schreibfertigkeit
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Schreibfertigkeit

Slide 1 - Tekstslide

Teil 1: Einleitung 'ein Notiz schreiben'.
Programm heute:
  • Korte terugkoppeling spreekvaardigheid
  • Schreibfertigkeit: was, wo, wann, warum, wichtige Sachen?
  • Wörter sammeln
  • ein Beispielschreiben mit einige Aufgaben

Slide 2 - Tekstslide

Terugkoppeling spreekexamen
Dingen die me opvielen:
  • Werkwoorden in combinatie met persoonlijke voornaamwoorden/ objecten. 
  • Kloktijden 
  • Getallen 
  • Umlauten en complexe klankcombinaties 

Das in combinatie met sind
Sie (u) in combinatie met hat
Regelmatig gebruik van du
Kontaktieren= anrufen
um ... Uhr
von ... bis ... Uhr
Halb elf i.p.v. half elb
Veel de Engelse variant
Viertel vor/ nach 
Tachzig i.p.v. achtzig
Einhundert i.p.v. hundert
Euro= oiro
Nur für
Erklären
Erzählen
Möglichkeiten - persönlich
Zusätzlich

Slide 3 - Tekstslide

Schreibfertigkeit
Was, wo, wann, warum, wichtige Sachen? 


Slide 4 - Tekstslide

Wörter sammeln
Wass wisst ihr schon?

Schrijf Duitse woorden op rondom het thema 'een Duitse memo schrijven'.
Doe dit zonder te overleggen en zonder te zoeken op een vertaalapp. 
De spelling is niet belangrijk. 

Slide 5 - Tekstslide

Ein Beispielschreiben
1 ster: husseltekst lezen, de vertalen en daarna in de juiste volgorde opschrijven.
2 sterren: husseltekst lezen, deze vertalen en daarna in de juiste volgorde opschrijven. Voor een aantal zinnen een alternatieve zin bedenken.
3 sterren: situatie lezen en op basis daarvan (en m.b.v. wat steekwoorden) zelf een memo schrijven.

Slide 6 - Tekstslide

Ende Teil 1
Wat heeft deze sessie opgeleverd?
Welke vragen komen er uit deze sessie voort?
Waar willen/moeten we nog mee bezig?

Slide 7 - Tekstslide

Teil 2
  • Beschwerde weiterleiten.
  • Verdieping van standaardzinnen door toevoeging van bij-en voegwoorden.


Slide 8 - Tekstslide

Woordspin
Maak een woordspin waarin je allerlei zaken m.b.t. klachten/ wensen rondom de hotelkamer noteert. 
Dit mag in het Nederlands, maar ook vast in het Duits. 

Slide 9 - Tekstslide

Woord-beeldoefening
Bekijk de plaatjes.
Lees de zinnen en vertaal deze in je hoofd.
Schrijf de juiste zinnen bij de plaatjes.

Slide 10 - Tekstslide

Dictoglos
Luisteren- verklanking- onthouden en actief herinneren- opschrijven en samenwerken.

Ronde 1: ik lees een tekst voor. Jullie luisteren geconcentreerd.
Ronde 2: ik lees de tekst nogmaals voor. Jullie maken aantekeningen van woorden die je hoort.
Ronde 3: reconstrueer nu de tekst in tweetallen op basis van jullie aantekeningen. 

Slide 11 - Tekstslide

Verdieping van standaardzinnen
Bijwoorden:
Een bijwoord is een woord dat meer informatie geeft over een ander woord in de zin, of over de hele zin.

Voegwoorden:
Voegwoorden zijn woorden die zinnen of (groepen) woorden ‘aan elkaar voegen’. 

Slide 12 - Tekstslide

Teil 3
Programm:
Wörterwiederholung
Sätze übersetzen
Ein Anmeldeschein ausschreiben
Großbuchstaben besprechen und üben

Slide 13 - Tekstslide

Wörterwiederholung
Jullie zien een aantal bij- en voegwoorden op het bord staan.
Vertaal deze in je hoofd.
Schrijf er daarna 9 op in je schema. Je mag zelf kiezen welke.
Hierna lees ik een aantal zinnen op, waarin het bij- of voegwoord ontbreekt.
Jij moet raden welk bij- of voegwoord ontbreekt.
Wanneer een van de woorden in je schema staan, dan streep je dit woord weg.
Wanneer je alle woorden hebt weggestreept, roep je 'Bingo'. 

Slide 14 - Tekstslide

Sätze übersetzen
Ter verdere internalisering van standaard zinnen en bij-en voegwoorden een aantal zinnen waarmee je kunt oefenen.
Je kunt zelf vrij schrijven, of een invuloefening doen via Learnclick.

Slide 15 - Tekstslide

Ein Anmeldeschein ausschreiben
Het is waarschijnlijk een examenonderdeel om op basis van een formulier informatie in hele zinnen uit te schrijven.
Bij deze een oefening om hier nader naar te kijken. 

Slide 16 - Tekstslide

Großbuchstaben

Slide 17 - Tekstslide

Welke woorden krijgen in het Duits een hoofdletter?
  • Personen, beroepen, namen
  • Dieren
  • Landen, provincies, steden en plaatsen
  • Rivieren, bergen, zeeën
  • Maanden, dagen en jaargetijden
  • Dingen waarvoor je der/ die/ das kunt plaatsen (lidwoorden)
  • Het persoonlijke voornaamwoord u (Sie)
  • Het eerste woord van een zin

Slide 18 - Tekstslide

Waarom eigenlijk?
In Bijbelse teksten wilde men er bepaalde woorden mee benadrukken, vooral woorden die naar God en heiligen verwezen.
Door hoofdletters werden deze extra belangrijk. 
Verder heeft men het ergens in de 17e eeuw afgesproken: het is dus gewoon een conventie (een regel).
Toch kan het tijdens het lezen van teksten wel behulpzaam zijn: woorden met een hoofdletter zijn doorgaans kernwoorden. 

 

Slide 19 - Tekstslide

ich bestelle einen frischen tasse kaffee und eine tee mit früchtegeschmack.

Slide 20 - Open vraag

ich komme aus den niederlanden, aber mein lieblingsurlaubsland ist deutschland

Slide 21 - Open vraag

Oefening
Jullie krijgen zo een tekst waarin geen enkel woord met hoofdletter geschreven is. Aan jullie de taak om de tekst van hoofdletters te voorzien. 
Het is hierbij belangrijk dat je weet welk woord welke functie heeft in de zin. 

Slide 22 - Tekstslide

Teil 5
18 november: inleiding en husseltekst
25 november: klachten beschrijven, dictoglos en vul-en bijwoorden
2 december: vulwoordenbingo en oefenen met memo's schrijven 
9 december: Kahoot vulwoorden en standaard woorden, learnclicks w.w. en 'Circle story'

Slide 23 - Tekstslide

Programm heute
Woorden flitsen
Uitleg modale werkwoorden, oefening en spel
Hörübung Weihnachtssüßigkeiten und Quizlet

Slide 24 - Tekstslide

Woorden flitsen
Werkvorm voor het 'consolideren' van woorden/ chunks.

Hoe: 
Jullie zien zo een schema met woorden op het bord.
Bekijk deze woorden een tijdje.
Op een gegeven moment worden de woorden weggehaald.
Schrijf daarna zoveel mogelijk woorden op. In stilte, zonder hulp.
Bekijk daarna elkaars woorden.
Maak daarna een mini-memo met een aantal van deze chunks.

Slide 25 - Tekstslide

Modalverben
Instruktion
Übung
Würfelspiel

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Teil 6

Slide 29 - Tekstslide

Was haben wir bisher gemacht?
18 november: inleiding en husseltekst
25 november: klachten beschrijven, dictoglos en vul-en bijwoorden
2 december: vulwoordenbingo en oefenen met memo's schrijven
9 december: Kahoot vulwoorden en standaard woorden, learnclicks w.w. en 'Circle story'
16 december: woorden flitsen ter herhaling, modale werkwoorden instructie met online oefeningen en dobbelsteenspel

Slide 30 - Tekstslide