TL 2 2122 profielkeuze geschiedenis vakkenvoorlichting

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze paragraaf:
Kan ik uitleggen:
1.  hoe het was om jong te zijn in de jaren 50.
2. Weet ik welke verschillende jeugdculturen er zijn en hoe die eruit zien.
3. Kan ik uitleggen wat de oorzaken waren van de opkomst van jeugdculturen.

Slide 9 - Tekstslide


Een eigen cultuur

  • Vanaf de jaren 50 gaan jongeren steeds langer naar school, waardoor ze vaak een hogere opleiding dan hun ouders volgen én in contact kwamen met andere ideeën.
  • Door de stijgende welvaart kunnen (en gaan) jongeren zich steeds meer onderscheiden door hun kleding, kapsel, muziek en manier van omgaan met elkaar. Ze vormden een eigen jeugdcultuur.
Elvis Presley (1935-1977) was een Amerikaans zanger en acteur. Hij wordt vaak The King of Rock and Roll of kortweg The King genoemd. Veel ouders spraken schande van de bewegingen die Elvis met zijn heupen maakt: "Het had alleen maar te maken met seks!"

Slide 10 - Tekstslide


Nozems

  • Nozems zijn vaak werkende jongeren. Ze dragen spijkerbroeken, leren jassen en hadden vetkuiven. Meisjes dragen korte rokken en petticoats
  • Ze staan in groepjes bij elkaar op straat of bij een snackbar, hangend op hun brommer en maken (volgens ouderen...) veel lawaai en schreeuwden naar voorbijgangers. 
  • Ze luisteren naar rock-’n-rollmuziek, uiteraard uit Amerika.

Slide 11 - Tekstslide


Hippies

  • Amerikaanse jongeren komen in protest tegen de oorlog die hun regering voert in Vietnam. Hieruit ontstaat de hippie- of flowerpowercultuur
  • Eind jaren zestig komt deze jeugdcultuur ook naar Nederland. De hippies hebben lange haren en vrolijke, kleurrijke kleding. Ze willen zo eenvoudig mogelijk en zonder luxe leven. 
  • De slogan van de hippies is: ‘Make love, not war’
Het Woodstock-festival (1969) wordt wel gezien als hét hippie-festival. Bijna alle grote bands uit die tijd waren aanwezig bij '3 Days of Peace & Music'. Hoewel het wereldberoemd is geworden, was het bijzonder slecht georganiseerd (slechte sanitaire voorzieningen) en kwamen er veel te veel mensen binnen (zonder te betalen). De organisatie maakte dan ook geen winst.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

PUNKERS
  • Eind jaren 70
  • Slechte economie, veel werkloosheid, bezuinigingen
  • Hekel aan maatschappij, politie, leger en rijke mensen
  • Weinig vertrouwen in de toekomst
  • Kraakbeweging, geweld

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Gabbers
  • De gabbercultuur ontstond in de jaren '90.
  • Gabbers wilden uit hun dak gaan voordat het 'echte' saaie, verantwoordelijke
     leven
    zou beginnen
  • Grote party's die de hele nacht doorgingen, vaak met gebruik van xtc of speed.
  • Droegen trainingspakken met sneakers, jongens meestal kaalgeschoren,
     meisjes schoren vaak de zijkant van hun haar af.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Bij welke jeugdcultuur hoorden je ouders/verzorgers?

Slide 19 - Woordweb

Samen met je ouder(s)/verzorgers:
Welke groepen staan op de juiste chronologische volgorde?
A
nozems, gabbers, punk
B
provo's, nozems, hippies
C
gabbers, punk, provo's
D
nozems, hippies, gabbers

Slide 20 - Quizvraag

Welke jongerencultuur bestond er in de jaren vijftig?
A
Nozems
B
Hippies
C
Provo's
D
Skaters

Slide 21 - Quizvraag

Welke groep jongeren eind jaren zestig was anarchistisch?
A
nozems
B
hippies
C
provo's
D
skaters

Slide 22 - Quizvraag

Vragen?

Slide 23 - Tekstslide