002a español

002a español
Hola. Bienvenido!                                 =  Hallo. Welkom!
Cómo estás?                                           =  Hoe gaat het met jou?
Estás bien?                                              =  Gaat het goed met jou?


Empezamos!                                           = We beginnen!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

002a español
Hola. Bienvenido!                                 =  Hallo. Welkom!
Cómo estás?                                           =  Hoe gaat het met jou?
Estás bien?                                              =  Gaat het goed met jou?


Empezamos!                                           = We beginnen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

todos los días 
alle dagen
escuchar - hablar

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

vorige lessen
  • heel korte gesprekjes 
  • woordenschat + uitspraak 
  • mannelijke en vrouwelijke woorden (lidw + znw)
  • getallen 0 - 10
  • enkelvoud en meervoud 
  • korte zinnen maken
                                                                               Nu eerst: quiz --> 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hallo! Hoe gaat het met jou?
A
Hola! Cómo hablas?
B
Hola! Cómo estás?
C
Hola! Cómo escuchas?
D
Hola! Cómo escribes?

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tot later
A
hola
B
bienvenido
C
adiós
D
hasta luego

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

luisteren =
A
leer
B
escuchar
C
hablar
D
escribir

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

En qué días tienes clase de español. Op welke dagen heb je Spaanse les?
A
lunes y miércoles
B
martes y viernes
C
jueves y viernes
D
sábado y domingo

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A qué hora empieza la clase del martes?
(Hoe laat begint de les van dinsdag?)
A
a las dos
B
a las tres
C
a las cuatro
D
a las cinco

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A qué hora empieza la clase del viernes?
(Hoe laat begint de les van vrijdag?)
A
a las ocho
B
a las nueve
C
a las diez
D
a las once

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Qué palabra es masculina?

Welk woord is mannelijk?
A
bicicleta
B
construcción
C
hipopótamo
D
oficina

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Qué palabra es femenina?

Welk woord is vrouwelijk?
A
minuto
B
museo
C
música
D
teléfono

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de telefoons =
A
un teléfono
B
el teléfono
C
unos teléfonos
D
los teléfonos

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de meisjes =
A
unos chicos
B
unas chicas
C
los chicos
D
las chicas

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

enkele feesten =
A
la siesta
B
las siestas
C
una fiesta
D
unas fiestas

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de dieren =
A
los hipopótamos
B
las jirafas
C
los elefantes
D
los animales

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van
un teléfono
?
A
unos telefonos
B
los telefonos
C
unos teléfonos
D
los teléfonos

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meervoud van
la máquina
?
A
unas maquinas
B
las máquinas
C
unas máquinas
D
las maquinas

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk meervoud is fout?
En waarom?
A
los restaurantes
B
los hoteles
C
los hospitals
D
los taxis

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

meervoud van:
el hotel
A
les hoteles
B
les hotels
C
los hotelos
D
los hoteles

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Qué necesitas?

Wat heb je nodig?
--- - - - - - - - - ->

A
el libro
B
papel y bolígrafo
C
un ordenador
D
auriculares

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vamos a hablar. 

Primero: 
repasamos la conversación de la primera clase. 

Después: 
una conversación con números de teléfono. 

We gaan praten. 

Eerst: 
nemen we het gesprek van de 1ste les nog eens door.

Daarna: 
een gesprek met telefoonnumers.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ESTUDIANTE A 

Hola!

Cómo estás?

Bien. Gracias. Hasta luego.
ESTUDIANTE B


Hola!

Bien. Y tú?

Hasta luego. Adiós !

ejemplo = voorbeeld

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STUDENT A 

Hallo!

Hoe gaat het met jou ?

Goed. Dankjewel. Tot later.
STUDENT B


Hallo!

Goed. En jij ?

Tot later. Dag !

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PREGUNTA (= vraag)

Cuál es 
tu número 
de teléfono ?


RESPUESTA (= antwoord)

Mi número 
de teléfono 
es el:    cero  seis    ...

uno     dos     tres 
cuatro      cinco      seis 
siete           ocho         nueve

Slide 25 - Tekstslide

DOCENT doet vraag en antwoord hardop voor. Let op het ritme
Getallen leren in blokjes van drie: 
1-2-3; 4-5-6; 7-8-9
OPDRACHT: Schrijf je telefoonnummer op met Spaanse woorden. Laat niet zien aan je klasgenoot. 
Verdeel de rollen. 
Voer het gesprek. 
Klasgenoot noteert het nummer. 
Controleer. 
Wissel van rol.
hoy = vandaag
uitleg opdrachten 

video-opdracht 001e lidwoorden en zelfstandige naamwoorden
opdracht 002a Spaanssprekende landen 
video-opdracht 002b landen en nationaliteiten 
online woordenschat oefenen
el libro

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

+ schrijven



+ nazeggen
la
beeld; zinnen

Slide 27 - Tekstslide

Door de combinatie van tekst, uitspraak en beeld onthoud je het beter. 
Impliciet kun je ook nog grammatica leren, 
bijvoorbeeld enkelvoud en meervoud, zinnen met es  en  son,  etc. 

Slide 28 - Video

VIDEO: na een paar voorbeelden kun je voorspellen. (STOP video en laat student voorspellen) 

Let op
van enkelvoud naar meervoud 
znw eindigt op klinker dan +s 
znw eindigt op medeklinker dan + es
Let op:
het accentteken op de laatste lettergreep verdwijnt in het meervoud: 
el autobús - los autobuses 
el pantalón - los pantalones 
la conversación - las conversaciones 
Maar
el teléfono - los teléfonos

MASCULINO

+ s
el camerero - los camareros
el teléfono - los teléfonos

+ es
el hotel - los hoteles
el autobús - los autobuses 
FEMENINO

+ s
la camarera - las camareras
la máquina - las máquinas 

+ es
la capital - las capitales
la estación - las estaciones

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

países y nacionalidades
Andrés es de Peru.                (él)      es   peruano
Elena es de Peru.                   (ella)   es   peruana

Willem es de Holanda.       (él)        es   holandés. 
Amalia es de Holanda.       (ella)    es   holandesa

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies