Brugklas les
1 / 28
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welke Duitse woordjes ken jij?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
In welke landen wordt er Duits gesproken?
Slide 5 - Woordweb
0
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
der Baum
A
bom
B
boom
C
hoed
D
bouw
Slide 9 - Quizvraag
das Jahr
A
jaar
B
jas
C
jannie
Slide 10 - Quizvraag
ich bin
A
de spin
B
echt wel
C
ik ben
D
weetikniet
Slide 11 - Quizvraag
und
A
onder
B
en
C
hond
D
honderd
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Welke taal wordt het meest gesproken in de EU ?
A
Engels
B
Duits
C
Italiaans
D
Nederlands
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet de ‘vind ik leuk’-button op de Duitse versie van Facebook?
A
gefällt mir
B
find ich toll
C
super
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Video
Over welke stad/dorp gaat dit liedje?
A
Zoutelande
B
Frankfurt Oder
Slide 19 - Quizvraag
Schattingsvraag: Hoeveel mensen wonen er in Duitsland
Slide 20 - Open vraag
Wat is de grootste stad van Duitsland (en tevens de hoofdstad)?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlijn
D
München
Slide 21 - Quizvraag
A
B
C
D
Slide 22 - Quizvraag
Uit hoeveel "Bundesländer" bestaat Duitsland?
A
14
B
12
C
16
D
10
Slide 23 - Quizvraag
A
Puma
B
Ellesse
C
Nike
D
Fila
Slide 24 - Quizvraag
A
B
C
D
Slide 25 - Quizvraag
A
Venco
B
Haribo
C
Mentos
Slide 26 - Quizvraag
Hoe vond je de les?
A
Super!
B
Kann besser!
C
Nicht so toll!
D
Es war toll!
