LJ2 2.6 Voedselbederf

Vak: Biologie
Hoofdstuk: LJ2 2.6 Voedselbederf
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Biologie
Hoofdstuk: LJ2 2.6 Voedselbederf
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening LJ2
Pak je werkboek van Biologie en open je boek op p. 128. 

Huiswerkcontrole 

Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Slide 3 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 4 - Tekstslide

4. Instructie; voedselbederf

Slide 5 - Tekstslide

Bacteriën en schimmels
- zijn opruimers van de natuur;
- zijn dol op groenten, vlees, fruit
en ander voedsel;
-  hierdoor kan voedsel bederven;
-als je bedorven voedsel eet wordt je ziek;
-dit noemt men een voedselvergiftiging

Slide 6 - Tekstslide

Voedselvergiftiging
Wanneer je bedorven voedsel eet kan je ziek worden


Slide 7 - Tekstslide

Salmonellabacterie

- kan voorkomen in rauwe, dierlijke producten, zoals:
  vlees, vis, eieren, fruit en rauwe groente;
- tussen 20 en 30 graden Celsius een snelle bacteriegroei;

- klachten bij besmetting:

      *diarree 
      * buikpijn 

      * koorts

Slide 8 - Tekstslide

Wat is voedselvergiftiging?
Al na 1 uur (tot 12 uur) na het eten ziek worden

Verschijnselen:
diarree, overgeven, koorts, buikkrampen

''salmonellabacterie (in kip)-> maakt gifstoffen aan die een voedselvergiftiging kunnen veroorzaken.''

Slide 9 - Tekstslide

Hoe voorkom je voedselbederf?
Voedsel behandelen, zodat het minder snel bederft, door:

  1. invriezen
  2. pasteuriseren
  3. steriliseren
  4. vacuüm verpakken 
  5. drogen
  6. conserveermiddelen toevoegen

Slide 10 - Tekstslide

Invriezen
  • Temperatuur te laag ( -20 graden Celsius of lager) voor bacteriën en schimmels om zich voort te kunnen planten
  • Niet opnieuw invriezen na het ontdooien

Slide 11 - Tekstslide

Pasteuriseren
- verhitten tot 72 graden C;
- bacteriën en schimmels 
    gaan dan dood;
- sommige bacteriën overleven wel!
-in de koelkast bewaren

Slide 12 - Tekstslide

Steriliseren
- Verhitten tot 130/140 graden   of meer
- Alle bacteriën en schimmels     gaan dood
- Lang houdbaar!

Slide 13 - Tekstslide

Vacuüm verpakken

- alle lucht in de verpakking wordt weggezogen
- bacteriën en schimmels kunnen zich niet voortplanten zonder
   aanwezigheid van zuurstof

- bijvoorbeeld:
   koffie - gebrand- vacuüm verpakt
   

      

Slide 14 - Tekstslide

Steriliseren
- Verhitten tot 130/140 graden   of meer
- Alle bacteriën en schimmels     gaan dood
- Lang houdbaar!

Slide 15 - Tekstslide

Drogen
- al het water aan het voedingsmiddel onttrekken
- zonder water kunnen de bacteriën en schimmels niet 
  voortplanten.

Voorbeelden:
(droog)worst, melkpoeder, rozijnen en soep in droge vorm

Slide 16 - Tekstslide

Conserveermiddelen toevoegen
Bacteriën en schimmels kunnen hier niet tegen!

Slide 17 - Tekstslide

Geur-, kleur- en smaakstoffen
- kleur-, geur- en smaakstoffen worden toegevoegd om voedsel     aantrekkelijker te maken
- deze stoffen helpen niet tegen voedselbederf
- ze zijn kunstmatig en komen niet uit de natuur




Slide 18 - Tekstslide

Een voedselvergiftiging is een infectie die wordt veroorzaakt door voedsel dat besmet is met:
A
bacteriën en kleurstoffen
B
bacteriën, kleurstoffen en andere ziekteverwekkers
C
bacteriën, chemische stoffen en/of andere ziekteverwekkers
D
conserveermiddelen

Slide 19 - Quizvraag

Hoe noem je het behandelen van voedsel, zodat het niet bederft?
A
converteren
B
coördineren
C
prepareren
D
conserveren

Slide 20 - Quizvraag

Met welke methode heeft de manier van conserveren te maken bij 'drogen'?
A
water eruit halen
B
zuurstof eruit halen
C
conserveermiddelen toevoegen
D
temperatuur ongunstig maken

Slide 21 - Quizvraag

Door het toevoegen van conserveermiddelen, worden de leefomstandigheden voor bacteriën en schimmels gunstig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

5. Begeleid inoefenen

Slide 23 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken LJ2
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op p. 131 t/m 133



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je een boek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Lukt het je om vragen die woorden gesteld uit een tekst te halen?
Heb je nog ergens hulp bij nodig?

Slide 25 - Tekstslide