SMART doelen

SMART
uitleg loopbaan 
SMART-doelen formuleren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SLBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

SMART
uitleg loopbaan 
SMART-doelen formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doelen zijn SMART geformuleerd. Waar zijn de doelen op gericht?

A
Proces
B
Actie
C
Bepaald resultaat
D
Inspanning

Slide 3 - Quizvraag

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Dat is slimmer
B
Om te checken of ze behaald zijn
C
Het staat mooier
D
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet

Slide 4 - Quizvraag

Is dit Smart?
Over 2 maanden ben ik in staat om 
SMART doelen te maken volgens de richtlijnen en gebruik ik deze in mijn BPV verslagen

Slide 5 - Tekstslide

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 6 - Tekstslide

S.M.A.R.T
Waar staat de letter 'S' voor?
A
Slim
B
Specifiek
C
Sterk
D
Simpel

Slide 7 - Quizvraag

Specifiek -> Wat?
Wat willen we bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar gaan we het doen?
Wanneer gebeurt het?
Welke delen van de doelstelling zijn essentieel?
Waarom willen we dit doel bereiken?

Slide 8 - Tekstslide

S.M.A.R.T
Waar staat de letter 'M' voor?
A
Meetbaar
B
Machine
C
Melodie
D
Maatwerk

Slide 9 - Quizvraag

Meetbaar -> Waaraan?
Hoeveel gaan we doen? Hoe kunnen we dat meten? Wat is er af als het af is?

Slide 10 - Tekstslide

S.M.A.R.T
Waar staat de letter 'A' voor?
A
Accept giro
B
Andersom
C
Acceptabel
D
Allereerst

Slide 11 - Quizvraag

Acceptabel -> Waarom?
Er moet een actieplan zijn, wat ga je doen?
Activerend, Aanwijsbaar, hoe en wat?

Slide 12 - Tekstslide

S.M.A.R.T
Waar staat de letter 'R' voor?
A
Raden
B
Rekenen
C
Review
D
Realistisch

Slide 13 - Quizvraag

Realistisch -> Welke? Kan dat?
Is het doel haalbaar?

'Ik wil 6 kilo patat eten vanavond'
Ik wil een patatje met mayo eten vanavond'

Slide 14 - Tekstslide

S.M.A.R.T
Waar staat de letter 'T' voor?
A
Taarten
B
Tijdzin
C
Tijdgebonden
D
Testen

Slide 15 - Quizvraag

Tijdgebonden -> Wanneer?
Wanneer is het doel bereikt?
Wat is het eindpunt?

Slide 16 - Tekstslide

Ik wil een leuke baan (niet specifiek, niet meetbaar, niet tijdgebonden).

Is bovenstaand doel goed of fout?
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

Ik wil in periode 3 mijn opdrachten af hebben voordat de deadlines zijn verstreken. Dit wil ik doen door mijn opdrachten zelf in te plannen in mijn agenda zodat ik niet in tijdnood kom.
Is bovenstaand doel goed of fout?
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quizvraag

Schrijf zelf 2 doelen die je in periode 3 wilt behalen.

Slide 19 - Tekstslide

Begin eens met..
Aan het eind van ... kan ik … door … omdat/want...


Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Vragen?

Slide 22 - Tekstslide