5.5 Nederland bezet

5.5 Bezet Nederland


Lesdoel=Aan het einde van deze les weet je hoe het dagelijks leven  in NL was tijdens de Duitse bezetting.
Maar eerst even een herhaling van de vorige les.....
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.5 Bezet Nederland


Lesdoel=Aan het einde van deze les weet je hoe het dagelijks leven  in NL was tijdens de Duitse bezetting.
Maar eerst even een herhaling van de vorige les.....

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk bijgaande bron
Advertentie krant:
Aan wie is deze ad. gericht?
Mannen uit NL die verplicht waren het werk van Duitsers in de DL over te nemen

Wie is Den Donder? De Duitser

Van wie is deze bron afkomstig? Het Nederlands verzet



Slide 2 - Tekstslide


Arbeidseinsatz
mei 1943



Nederlandse mannen worden in 1943 opgeroepen om verplicht in Duitsland te werken: alle mannen tussen 18 en 35 jaar moeten zich melden.
Uiteindelijk werken rond de 500.000 Nederlanders in Duitsland.

Slide 3 - Tekstslide


Gelijkschakeling
vanaf mei 1940



Elke burger, organisatie en vereniging moest zich houden aan de ideeën van de Nazi's en trouw zijn aan het Leidersbeginsel. Iedereen die dit niet deed, 
werd ontslagen en of opgepakt.
Journalisten mochten alleen schrijven wat de Nazi's opdroegen (censuur)


Bedenk een passende titel voor deze spotprent
= bv Iedereen moet schrijven wat ik zeg, geen persvrijheid meer, schrijf op !

Slide 4 - Tekstslide

Stel een vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen en/of geef een reactie door


Dan nu het laatste gedeelte van par 5.5

Slide 5 - Tekstslide

5.5 Bezet Nederland

Lesdoel=Aan het einde van deze les weet je hoe het dagelijks leven  in NL was tijdens de Duitse bezetting.
Lees verzet en collaboratie op blz 109

Slide 6 - Tekstslide

Samenwerken of verzet?
Houdingen die Nederlanders aan konden nemen tijdens de bezetting:
1. Verzet= Duitsers tegenwerken
2. Collaboratie= samenwerken met Duitsers
3. Aanpassing = mensen doen wat hen opgedragen word

Slide 7 - Tekstslide

Het Verzet
  • Nederlandse verzet
  • Pleegden aanslagen tegen Duitsland
  • Overvielen bevolkingsregistratie kantoor
  • Stalen voedselbonnen
  • Drukte illegale kranten
  • Hielpen joden onderduiken
  • Kortom: deden alles wat Nazi’s verboden hadden

Slide 8 - Tekstslide




Alle post- en sierduiven moeten worden gedood. 
Duiven vliegen vrij rond en kunnen 
boodschappen brengen naar de geallieerden.

Duivenpootjes mét ring moeten 
als bewijs worden ingeleverd.

Slide 9 - Tekstslide








Om te voorkomen dat Joden worden opgepakt,
worden identiteitsbewijzen vervalst...

Slide 10 - Tekstslide

Collaboratie
  • werkte mee met de vijand (Duitsland)
  • vaak lid van NSB
  • na de oorlog gezien als landverraders


Slide 11 - Tekstslide

Opkomst NSB
  • 1940: NSB alleen toegestaan in NL als politieke partij.
  • Nationaal-socialistisch ingesteld.
  • Partij bestuurd door Anton Mussert
  • NSB = Nationaal Socialistische Beweging.

Bekijk  het volgende filmpje. Welke daden van
verzet en collaboratie worden genoemd?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Na de mislukte slag om Arnhem ontstond de hongerwinter (44-45)


De Hongerwinter had een aantal oorzaken. Zo was er geen aanvoer van kolen meer mogelijk uit Limburg, omdat dit deel van Nederland al was bevrijd. Daarnaast zorgde de Spoorwegstaking ervoor dat er niets meer werd vervoerd én namen de Duitsers wraak door hoofdroutes naar West-Nederland te blokkeren



Slide 14 - Tekstslide






Het systeem van de distributiebonnen, dat al in 1939 was ingevoerd,
werkt in de laatste fase van de oorlog niet meer: er wás gewoon niets meer



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

AAN het werk
  • Leer en maak par 5.5
  • Maak een samenvatting en/of de test jezelf 
  • Bekijk de video over het dagelijks leven tijdens de bezetting in de volgende slide
  • Maak als laatste de controlevragen
  • Succes !!
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Waar of niet waar:
met de capitulatie begon de bezetting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Stel je voor: de VS nemen Nederland in, maar laten het bestuur in stand. Enige verschil: wij heten nu 'Trumps country'
--> is er sprake van bezetting?
A
Ja
B
Nee, want geen militaire macht
C
Nee, want geen politieke macht
D
Nee, want Trump is geen staatshoofd

Slide 21 - Quizvraag

Alle docenten die 1942 lesgaven op reguliere scholen waren niet-Jood
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Bij welk begrip past
deze afbeelding?
A
Gelijkschakeling
B
Censuur
C
distributiesysteem
D
Capitulatie

Slide 23 - Quizvraag

Bij welk begrip past
deze afbeelding?
A
Capitulatie
B
Rechtstaat
C
Censuur
D
Mobiliseren

Slide 24 - Quizvraag

Bij welk begrip past
deze afbeelding
A
ariërverklaring
B
Mobiliseren
C
NSB
D
Antisemitisme

Slide 25 - Quizvraag

Bij welk begrip past
deze afbeelding?
A
Capitulatie
B
Mobiliseren
C
Februaristaking
D
NSB

Slide 26 - Quizvraag

Bij welke begrip past
deze afbeelding?
A
Februaristaking
B
Rechtsstaat
C
Razzia
D
Mobiliseren

Slide 27 - Quizvraag

Mensen van het verzet hielden zich bezig met onder andere..
A
Joden opsporen
B
Nazi's liquideren
C
Voedselbonnen uitdelen
D
Joden helpen onderduiken

Slide 28 - Quizvraag

Geef van de 5 voorbeelden aan of hier sprake is van 'verzet' of 'collaboratie':

1. Persoonsbewijzen vervalsen.
2. Joodse kinderen helpen.
3. Onderduikers verraden.
4. Illegale kranten verspreiden.
5. Nazi- propaganda verspreiden.
A
1. verzet, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. verzet, 5. collaboratie
B
1. collaboratie, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. verzet, 5. collaboratie
C
1. verzet, 2. verzet, 3. collaboratie, 4. collaboratie , 5. collaboratie
D
1. collaboratie, 2. collaboratie, 3. verzet, 4. collaboratie, 5. verzet

Slide 29 - Quizvraag

Gedwongen werken in een Duitse bommenfabriek
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 30 - Quizvraag

Het tekenen van de Ariërverklaring (= in je persoonsbewijs kwam te staan of je wel/niet ariër was). Een arier is volgens de rassenleer het superieure ras.
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 31 - Quizvraag

Het helpen van een onderduiker
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 32 - Quizvraag

Het bouwen van bunkers voor de Duitsers
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie
D
Collaboratie uit eigen belang

Slide 33 - Quizvraag

Welk begrip past het beste bij de bron?
A
Censuur
B
collaboratie
C
terreur
D
verzet

Slide 34 - Quizvraag

Welke begrip past bij de bron?
A
censuur
B
collaboratie
C
indoctrinatie
D
verzet

Slide 35 - Quizvraag

Brood kopen bij een bakker die NSB'er is
A
Verzet
B
Aanpassing
C
Collaboratie

Slide 36 - Quizvraag

laatste vraag.....Je zit bij de NSB en gaat vechten in het Oostfront.
A
Verzet
B
Collaboratie
C
Accommodatie
D
geen van deze drie

Slide 37 - Quizvraag

Goed gewerkt mensen....take care. Mocht je vragen hebben stel ze via Microsoft team.

Slide 38 - Tekstslide