laatste les voor toets

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Nog even samen oefenen!

Slide 8 - Tekstslide

Ik had haar graag willen zien.

In deze zin ...
A
.. zit één werkwoord
B
... zitten twee werkwoorden
C
... zitten drie werkwoorden
D
... zitten geen werkwoorden

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb gisteren voor mijn moeder een stoofschotel kunnen koken.

In deze zin ...
A
zit geen hulpwerkwoord
B
zit één hulpwerkwoord
C
zitten twee hulpwerkwoorden
D
zitten drie hulpwerkwoorden

Slide 10 - Quizvraag

Zin 1: Ik vraag me af wie hij voor zijn kroning heeft uitgenodigd.
Zin 2: Waarom heb je dit uitgezocht?
A
In zin 1 zit een vragend voornaamwoord en zin 2 een bijwoord
B
In zin 1 en 2 zit een vragend voornaamwoord
C
In zin 1 en 2 zit een bijwoord
D
In zin 1 zit een bijwoord en zin 2 een vragend voornaamwoord

Slide 11 - Quizvraag

In het weekend slaapt Janne soms wel tot 12 uur uit.
In deze zin ...
A
... zitten geen voorzetsels
B
... zit één voorzetsel
C
... zitten twee voorzetsels
D
... zitten drie voorzetsels

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer komen we met de fiets in Frankrijk aan?
Het woordje ‘wanneer’ is...
A
Bijwoord
B
Vragend voornaamwoord
C
Aanwijzend voornaamwoord
D
Voorzetsel

Slide 13 - Quizvraag

Waarom heb jij hem die lastige opdracht nooit goed uitgelegd?
In deze zin staan achtereenvolgens de volgende woordsoorten:
A
vr. vnw –hww –pers. vnw –pers. vnw –aanw. vnw –bn –zn –bw –bn -zww
B
bw –hww –aanw. vnw –pers. vnw. –aanw. vnw –bn –zn –bw –bw -zww
C
vr. vnw –hww –aanw. vnw –pers. vnw –aanw. vnw –bn –zn –bw –bn -zww
D
bw –hww –pers. vnw –pers. vnw –aanw.vnw –bn –zn –bw –bw –zww

Slide 14 - Quizvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 15 - Sleepvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 16 - Sleepvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 17 - Sleepvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 18 - Sleepvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 19 - Sleepvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 20 - Sleepvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 21 - Sleepvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 22 - Sleepvraag

Zij ziet een bijzonder grappig filmpje op haar iPad.
Bepaald lidwoord
Onbepaald lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Hulpwerkwoord
Zelfstandig werkwoord
Voorzetsel 
Bijwoord
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord

Slide 23 - Sleepvraag

Waarom vertellen leraren zulke gekke verhalen aan de leerlingen?

Persoonsvorm =

Slide 24 - Open vraag

Waarom vertellen leraren zulke gekke verhalen aan de leerlingen?

Onderwerp =

Slide 25 - Open vraag

Waarom vertellen leraren zulke gekke verhalen aan de leerlingen?

Werkwoordelijk Gezegde =

Slide 26 - Open vraag

Waarom vertellen leraren zulke gekke verhalen aan de leerlingen?

Lijdend Voorwerp =

Slide 27 - Open vraag

Waarom vertellen leraren zulke gekke verhalen aan de leerlingen?

Meewerkend Voorwerp =

Slide 28 - Open vraag

Waarom vertellen leraren zulke gekke verhalen aan de leerlingen?

Bijwoordelijke Bepaling =

Slide 29 - Open vraag

Even een heel andere vraag!

Slide 30 - Tekstslide

Maak zelf een zin in de aangegeven volgorde. Gebruik de gegeven zinsdelen.
lv –pv/wg –ow –bwb –bwb -rest wg

Slide 31 - Open vraag

Jullie kunnen dit! 

Slide 32 - Tekstslide