6.2: Koninkrijk Engeland

Tijd van steden en staten
Par. 6.2: Het koninkrijk Engeland
Schrijf de titel "par 6.1: De middeleeuwse stad" bovenaan je bladzijde als titel voor de aantekening van deze les over in je aantekeningenschrift!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tijd van steden en staten
Par. 6.2: Het koninkrijk Engeland
Schrijf de titel "par 6.1: De middeleeuwse stad" bovenaan je bladzijde als titel voor de aantekening van deze les over in je aantekeningenschrift!

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Normandiërs Engeland hebben veroverd en welke gevolgen de centralisatie in Engeland had voor de verdeling van de macht.

Slide 3 - Tekstslide

1066
  • Koning Edward van Engeland was overleden. Wie volgt hem op? De Engelse graaf Harold of neefje Willem, de hertog van het Franse Normandië?

  • Willem trekt ten strijde en valt vanuit Frankrijk Engeland binnen.

  • Slag bij Hastings (1066) > Willem wint en wordt koning van Engeland: Willem de Veroveraar.


Dit is een afbeelding van Willem de Veroveraar en een gedeelte van het tapijt van Bayeux. Het tapijt is meer dan 70 meter lang en verteld het verhaal van hoe Willem de Veroveraar, de Hertog van Normandie uiteindelijk Engeland wist te veroveren.
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

De slag bij Hastings
Koning Harold is gesneuveld en Willem heeft gewonnen!

Slide 7 - Tekstslide

Centraal bestuur

Willem bedankte zijn Normandische ridders door hen leenmannen te maken en gaf hen gebied in Engeland dat vroeger van de Angelsaksische adel was.
20% werd zijn kroongebied en hield hij zelf.

Willems opvolgers hadden veel inkomsten uit kroongebied > mogelijk om gehoorzame soldaten te betalen + ambtenaren.

Macht adel werd hierdoor beperkt.

Rijk werd bestuurd vanuit de hoofdstad (Londen) > centralisatie 
Dit is een afbeelding van middeleeuws Londen waaruit het Engelse rijk geregeerd werd. De belangrijkste bestuurlijke gebouwen en instanties bevonden zich in de stad eveneens als het koninklijk paleis (nu the Tower of London)
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!

Slide 8 - Tekstslide

Centraal bestuur

De Rekenkamer: controleerde of ambtenaren die belastingen ophaalde dit wel naar behoren deden.

Koninklijke rechtbank: hoogste rechtbank van het land met rechters die gestudeerd hadden. Hier kon je in hoger beroep als je vond dat je plaatselijke rechter niet eerlijk was.
Dit is een afbeelding van een ambtenaar die in dienst van de Koning zijn werk doet. Waarschijnlijk is deze ambtenaar de belasting aan het innen van de edelman die met het schild voor hem staat. 
Schrijf de rode tekst over in je aantekeningenschrift!
Op het schild van een edelman stond vaak zijn familiewapen. Dit is een afbeelding waaraan je de familie kon herkennen. Bij een graaf of hertog was dit vaak ook het teken van het gebied waar hij vandaan kwam. Zo  kon je elkaar herkennen op het slagveld of op riddertoernooien.

Slide 9 - Tekstslide

Conflicten met kerk en adel
centralisatie zorgde voor minder macht van de geestelijkheid + adel > machtsstrijd.

Oplossing: Koning moet zich ook aan de wet houden (Magna Carta, 1215). + bij belangrijke beslissingen moesten belangrijkste adel, geestelijken en vertegenwoordigers van de steden erbij zijn = Parlement. 
Dit is een afbeelding van de belangrijkste bisschop van Engeland: Thomas Becket die vermoord werd door Engelse ridders omdat deze kritiek had op de Engelse koning.
Dit is een afbeelding van het middeleeuwse Engelse parlement. Hier kwamen vertegenwoordigers van de Adel, Geestelijkheid en Steden bij elkaar om belangrijke beslissingen te maken over bijvoorbeeld wetten/ belastingen. In het midden zie je de koning op zijn troon zitten. Je kan dit vergelijken met de tweede kamer die we nu in Nederland hebben.

Slide 10 - Tekstslide



Van .... tot .... noemen we de Tijd van Steden en Staten.
A
1000 v.C. - 1500 v.C.
B
500 - 1000
C
1000-1500

Slide 11 - Quizvraag


Wie werd er na Edward de Belijder de koning van Engeland?
A
Harald Hardrada
B
Harold van Wessex
C
Willem van Normandie
D
Thomas Becket

Slide 12 - Quizvraag


Waar werd de beslissende slag gevoerd waarbij Koning Harold werd verslagen?
A
Hastings
B
Normandie
C
Wessex
D
Londen

Slide 13 - Quizvraag


In welk jaar vond de slag bij Hastings plaats?

Slide 14 - Open vraag


Hoe noem je het als een land vanuit 1 vaste hoofdstad geregeerd wordt?

Slide 15 - Open vraag


Kreeg de adel meer of minder macht door de centralisatie?
A
Meer
B
Minder

Slide 16 - Quizvraag


Wie kreeg er meer macht door de centralisatie?

Slide 17 - Open vraag


Waardoor ontstond er een Parlement in Engeland?

Slide 18 - Open vraag


leg uit: wat is een 'rekenkamer'?

Slide 19 - Open vraag


Waar kon je naartoe als je het niet eens was met de rechtspraak van je eigen gebied?
A
Kroongebied
B
Rekenkamer
C
Koninklijke rechtbank
D
Ambachtsgilde

Slide 20 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • Centralisatie
  • Kroongebied
  • Koninklijke rechtbank
  • rekenkamer
  • centralisatie
  • Parlement

Slide 21 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1066: Slag bij Hastings

Slide 22 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Willem van Normandië
  • Edward de Belijder
  • Harold Godwinson
  • Thomas Becket

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open vraag