H3 Corresponderen 3.2 Zakelijke e-mail

Instellingsexamen Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Instellingsexamen Nederlands
Het schrijven van een zakelijke e-mail

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Corresponderen

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf
3.2 zakelijk e-mail

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp
Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
- Je kunt een zakelijke e-mail schrijven
- Je houdt daarbij de conventies (regels) in acht bij het schrijven van de e-mail 

Slide 5 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1
  • Alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotformule: slotgroet
  • Naam (voor- en achternaam)

Slide 6 - Tekstslide

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste...,
B
Geachte...,
C
Hallo...,
D
Beste... of Geachte...,

Slide 7 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 8 - Quizvraag

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 9 - Quizvraag

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam (met tussenvoegsel, de tussenvoegsel start met een hoofdletter. Bijv.  Geachte heer De Bruijn,   )
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 10 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 11 - Tekstslide

Je schrijft een zakelijke e-mail aan thomas van der boom. Hoe schrijf je de aanhef?

Slide 12 - Open vraag

Je schrijft een zakelijke e-mail aan saskia de vrede - den burg. Hoe schrijf je de aanhef?

Slide 13 - Open vraag

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 14 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de informatie niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 15 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 16 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules (slotgroet):
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je van deze les geleerd?

Slide 18 - Open vraag

Wat vind je na deze les nog moeilijk?

Slide 19 - Open vraag

Conventies zakelijke e-mail (de regels)
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam    

Slide 20 - Tekstslide

Maken
Blz. 122-124, opdracht 1-2 en examenopdracht

Digitaal: opdracht 1-2, examenopdracht en extra opdracht 1
Rustig werktempo? Maak dan opdracht 1-2, examenopdracht

Slide 21 - Tekstslide