psychotica

Gedragsmedicatie 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnBeroepsopleiding

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gedragsmedicatie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een psychose 
 Er worden  dan hoge concentraties dopamine gemaakt waardoor de hersenen anders gaan werken en dat informatie anders wordt doorgegeven. 

Hierdoor kunnen symptomen van een psychose ontstaan. 

Slide 2 - Tekstslide

Twee typen antipsychotische medicijnen
.
Eerste generatie (klassieke) antipsychotica 


Tweede generatie (atypische) antipsychotica.

Het grootste verschil tussen deze twee types zit hem in de bijwerkingen.

Slide 3 - Tekstslide

Klassieke ofwel eerste generatie antipsychotica 

waren de eerste in hun soort die beschikbaar werden gesteld voor gebruik. 
Ze worden sinds de jaren ‘50 voorgeschreven en waren lange tijd het dominante middel voor de behandeling van psychoses. Ook nu worden ze nog veel gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

Atypische ofwel tweede generatie antipsychotica 


 tabletten, capsules, een siroop/druppels of als een injectie. Antipsychotica in de vorm van een injectie wordt ook wel een depot genoemd, of langwerkende antipsychotica.
met dit samen.


Slide 5 - Tekstslide

Hoe werken antipsychotica?
 Men denkt dat antipsychotische medicatie de signalen van dopamine in je hersenen verminderen, waardoor er meer kans is dat de informatie op de goede manier wordt doorgegeven.

Slide 6 - Tekstslide

Toedieningsvormen 
 tabletten, capsules, een siroop/druppels of als een injectie. Antipsychotica in de vorm van een injectie wordt ook wel een depot genoemd, of langwerkende antipsychotica.

Bij het voorschrijven van medicatie is het belangrijk dat de arts rekening houdt met de visie en wensen van de zorgvrager wat betreft de inname van de medicatie. 


Slide 7 - Tekstslide

Antipsychotica kun je het best op de volgende manieren gebruiken:
Neem je (orale) medicatie altijd op hetzelfde tijdstip in. 
Veel mensen nemen antipsychotica ’s avonds omdat je er wat slaperig van kan worden.

Iedereen vergeet wel eens zijn medicijnen in te nemen, maar probeer dit zoveel mogelijk te voorkomen. Een vergeten dosis kun je alsnog innemen tot 8 uur voor de volgende dosis.

Depots/injecties moeten met regelmaat en op vaste tijden worden toegediend, hiervoor bestaan speciale depot-poli’s.

Houd je aan de dosering die je is voorgeschreven. Overleg altijd eerst met je behandelaar voor je iets aan je dosering verandert, ook wanneer je veel last hebt van bijwerkingen

Slide 8 - Tekstslide

Vraag op tijd om een herhaalrecept bij je arts, voorkom dat je zonder antipsychotica komt te zitten.

Pas op met alcohol- en drugsgebruik in combinatie met antipsychotica. Drink je regelmatig? Bespreek dit dan met je arts.

Als je net antipsychotica gebruikt of je dosering is opgehoogd kun je beter niet autorijden. Stap niet in de auto wanneer je je suf of slaperig voelt of wazig ziet.

Stop NOOIT zomaar met het innemen van je medicatie. Je loopt hierdoor een onnodig groot risico op een nieuwe psychose.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zit het met alcohol en drugs in combinatie met antipsychotica?
Drink je (erg) veel of breekt jouw lichaam alcohol langzaam af, dan kan dit in combinatie met antipsychotica schadelijk voor je zijn en zelfs tot een coma leiden. Kortom: als je drinkt, drink dan met mate!
Drugs verergeren sommige bijwerkingen en verminderen of versterken de werking er van. Wees dus heel terughoudend met drugsgebruik wanneer je antipsychotica gebruikt.


Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn gedragsproblemen bij dementie?
vijf categorieën:

Psychotisch gedrag (wanen en hallucinaties)
Depressief gedrag (lusteloos)
Angstig gedrag
Geagiteerd gedrag (rusteloos, prikkelbaar, agressief), roepen, nachtelijke onrust en seksueel ontremd gedrag
Apathisch gedrag (geen initiatief, passief)

Slide 11 - Tekstslide

Medicatie voor gedragsproblemen bij dementie
Klachten als somberheid, rusteloosheid, angsten en wanen zijn symptomen van dementie die zo goed als mogelijk behandeld moeten worden. Het liefst zonder medicijnen, maar soms is er geen andere oplossing.

Slide 12 - Tekstslide

vijf categorieën:
Psychotisch gedrag (wanen en hallucinaties)
Depressief gedrag (lusteloos)
Angstig gedrag
Geagiteerd gedrag (rusteloos, prikkelbaar, agressief), roepen, nachtelijke onrust en seksueel ontremd gedrag
Apathisch gedrag (geen initiatief, passief)

Slide 13 - Tekstslide

Groep 1: Rustgevende of angstdempende 
medicatie (antipsychotica)
Deze medicijnen kan een arts voorschrijven bij agressief gedrag (agitatie), angst en dwaalgedrag (nachtelijke onrust).

Bijwerkingen op korte termijn zijn vaak sufheid of lusteloosheid. Bij langdurig gebruik neemt het risico op hartklachten toe. 

Slide 14 - Tekstslide

Groep 2: Antidepressiva
Antidepressiva worden alleen voorgeschreven als niets anders werkt en alleen bij een ernstige depressie.

Sommige antidepressiva kunnen invloed hebben op de werking van eventuele alzheimermedicatie. Bespreek dit daarom goed met de behandelend arts.

Slide 15 - Tekstslide

Groep 3: Slaapmiddelen
Als alles al is geprobeerd en niets helpt, kan een slaapmiddel een oplossing zijn

Slaapmiddelen kunnen ook overdag slaperigheid veroorzaken. Daardoor stijgt het risico op (val)ongelukken. Na twee weken onafgebroken gebruik neemt de kans op afhankelijkheid toe

Slide 16 - Tekstslide

Psychostimulantia 
zijn effectief bij de behandeling van ODD en CD als er veel symptomen van ADHD voorkomen of als comorbiditeit met ADHD wordt vastgesteld.het effect van risperidon op agressief gedrag overtuigend is aangetoond

De gedragsstoornissen ‘oppositionele-opstandige stoornis’ (ODD) en een ‘normoverschrijdend-gedragsstoornis’ (CD) 

Slide 17 - Tekstslide

Vragen ?

Slide 18 - Tekstslide