In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 180 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat heeft dit filmpje met de kwaliteitseis "validiteit" te maken?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Noem 2 verschillen tussen een ontwikkelingsgerichte toets (formatief) en een examen. (summatief)?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Formatief evalueren is kijken naar de voortgang van de student en aangeven wat de student nog moet doen. Juist/onjuist en waarom?
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
https:
Slide 18 - Link
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Differentiatie
Je gaat zelfstandig/in tweetallen werken en de kwaliteitseisen toepassen op je toets. Als je om 11.00 uur terugkomt in de centrale ruimte, kun je de validiteit of betrouwbaarheid van je eigen toets uitleggen.
Je blijft in de centrale ruimte; je kunt vragen stellen. Vanaf 10.45 uur ga je zelfstandig in ca. 10 minuten één kwaliteitseis uitwerken.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Als docent kun je motivatie beinvloeden, welke stap(pen) kun je het beste ondernemen?
A
controlerende aanpak
B
structurerende aanpak
C
autonomie ondersteunend
D
antwoorden a, b en c zijn juist
Slide 37 - Quizvraag
Welke factor(en) beinvloed(t)en de motivatie van studenten?
A
thuissituatie
B
beroepsbeeld
C
concentratieboog
D
alle drie de factoren
Slide 38 - Quizvraag
Wat betekent Scaffolding?
A
de docent structureert met een stappenplan
B
de docent biedt hulpmiddelen aan
C
de docent stelt vragen/ laat student oplossing benoemen
D
de docent geeft huiswerk op
Slide 39 - Quizvraag
In welke leerfase horen de werkvormen "woordenweb" en "brainstormen"