Samenvatting toets

• Economie
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Noem 3 redenen waarom een klant naar de winkel gaat

Klanten

1. Informatie op papier
2. Mensen in de winkel die misschien wat kopen
3. Geven van informatie
4. Iedereen die in de winkel werkt

Personeel

1. Informatie op papier
2. Mensen in de winkel die misschien wat kopen
3. Geven van informatie
4. Iedereen die in de winkel werkt

Documentatie

1. Informatie op papier
2. Mensen in de winkel die misschien wat kopen
3. Geven van informatie
4. Iedereen die in de winkel werkt

Informeren

1. Informatie op papier
2. Mensen in de winkel die misschien wat kopen
3. Geven van informatie
4. Iedereen die in de winkel werkt

Doorverwijzen

1. Hoe je een product moet bewaren
2. Klant naar een ander sturen, die hem dan verder helpt
3. Vraag die je alleen met ja of nee kunt beantwoorden
4. De manier waarop je je opstelt op het werk

Gesloten vraag

1. Hoe je een product moet bewaren
2. Klant naar een ander sturen, die hem dan verder helpt
3. Vraag die je alleen met ja of nee kunt beantwoorden
4. De manier waarop je je opstelt op het werk

Bewaaradvies

1. Hoe je een product moet bewaren
2. Klant naar een ander sturen, die hem dan verder helpt
3. Vraag die je alleen met ja of nee kunt beantwoorden
4. De manier waarop je je opstelt op het werk

Werkhouding

1. Hoe je een product moet bewaren
2. Klant naar een ander sturen, die hem dan verder helpt
3. Vraag die je alleen met ja of nee kunt beantwoorden
4. De manier waarop je je opstelt op het werk

Welke regels gelden bij het begroeten?

Wanneer spreek je een klant aan?

Waarom is het belangrijk om een klant te begroeten?

1. Zodat een klant zich gezien voelt
2. Voor geld
3. Omdat het moet
4. Voor aandacht

Op welke 2 manieren kun je een klant informeren?

1. Op papier + via de telefoon
2. Uit je hoofd + op papier
3. Via de telefoon + via de mail
4. Via Teams

Gesloten vraag

Open vraag

Waar je verschillende antwoorden op kunt geven

Waar je alleen ja of nee op kunt antwoorden