H3.3 Bindingen tussen moleculen

H3.3 Bindingen tussen moleculen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H3.3 Bindingen tussen moleculen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van de les kan je:
  • het verband uitleggen tussen de molecuulmassa en de sterkte van de vanderwaalsbinding;
  • het verband uitleggen tussen smelt- en kookpunt en de sterkte van de vanderwaalsbinding;
  • het verschil uitleggen tussen ontleden en verdampen;
  • verklaren waarom kookpunten van bepaalde moleculaire stoffen sterk afwijken;
  • uitleggen wat een dipool‑dipoolbinding inhoudt;
  • uitleggen wat waterstofbruggen zijn;
  • aan de structuurformule van een stof herkennen of deze stof waterstofbruggen kan vormen.

Slide 2 - Tekstslide

Vanderwaals binding
Moleculen in vaste stoffen en vloeistoffen trekken elkaar aan. Deze aantrekkingskracht wordt vanderwaalskracht genoemd. De “binding” die dan ontstaat wordt vanderwaalsbinding genoemd.

Een vanderwaalsbinding is niet een fysieke binding zoals een atoombinding.
Vanderwaalsbindingen komen voor tussen moleculen.

Slide 3 - Tekstslide

Vanderwaals binding
De sterkte van de vanderwaalsbinding hangt af van de massa van een molecuul.


Hoe groter de massa van een molecuul hoe sterker de vanderwaalsbindingen,
Hoe sterker de vanderwaalsbindingen hoe hoger het smeltpunt/kookpunt van een stof.

Slide 4 - Tekstslide

Polaire binding
Wat was dat ook alweer?
Verschil in elektronegativiteit tussen atoombinding
tabel 40A binas
+ en - kant

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Apolaire moleculen
Soms kunnen polaire bindingen in een molecuul elkaar precies tegenwerken
Er is dan netto geen dipool en het molecuul is apolair
Voorbeeld: CO2 
δ
δ
2δ+
0

Slide 7 - Tekstslide

Dipool-dipool binding
  • Een dipool is een molecuul waarvan de lading asymmetrisch is verdeeld. De ene kant is + en de andere kant is -.
  • Dipool-dipoolbinding vindt plaats tussen + deel van dipoolmolecuul 1 en - deel van dipoolmolecuul 2.

Slide 8 - Tekstslide

Electronegativiteit
Sommige elementen “trekken harder” aan het electronen paar.


Hierdoor komt er meer van de beide electronen aan de kant van dat element
De kracht waarmee een element trekt heet de electronegativiteit


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 15 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 16 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 17 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 18 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 19 - Tekstslide

De waterstofbruggen
De waterstofbrug wordt ook H-brug genoemd
Het is een speciale, sterkere vorm van de dipool-dipool binding
We tekenen een waterstofbrug met een stippellijn
Ze komen voor bij:
-OH
-NH

Slide 20 - Tekstslide

Waterstofbruggen

Slide 21 - Tekstslide

Maken!
Vragen 19 t/m 22 en 25,26,28 en 30 
Blz.83/84
Maandag af!

Slide 22 - Tekstslide