Extra les Fictie - Klas 3

Kort verhaal: begin, midden, eind
Dit leer je in deze les:
- op basis van een afbeelding een kort verhaal schrijven
- het verschil tussen fictie en non-fictie
- nauwkeurig kijken naar een schilderij / prent
- wie Vincent van Gogh was
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kort verhaal: begin, midden, eind
Dit leer je in deze les:
- op basis van een afbeelding een kort verhaal schrijven
- het verschil tussen fictie en non-fictie
- nauwkeurig kijken naar een schilderij / prent
- wie Vincent van Gogh was

Slide 1 - Tekstslide

Welke termen hebben we besproken?
- Hoofdgenres: proza, poëzie en toneel
- Volgorde en tijd: flashbacks, terugverwij-     zingen en chronologie 
- Personages: round / flat
- Perspectief: ik, personaal, alwetend,       
  meervoudig


Slide 2 - Tekstslide

Je verzint en schrijft een kort verhaal. Daarvoor laat je je inspireren door:
- een schilderij van Van Gogh
- een Japanse prent uit Vincents verzameling
Jij mag kiezen.

Je verhaal is fictief.
Meer weten over Vincent?
Bekijk de video hieronder (4:50 min.)
Vincent-feiten:
- Leefde van 1853 tot 1890
- groeide op in Noord-Brabant
- woonde in Nederland, Engeland, België en Frankrijk
- werd pas op zijn 27ste kunstenaar
- maakte bijna 900 schilderijen, meer dan 1000 tekeningen en schreef honderden brieven
- was dol op Japanse prenten en had daar een hele verzameling van
- was tijdens zijn leven niet bekend
- is nu een wereldberoemde kunstenaar
Wat ga je doen?
Wat betekent 'fictief'?
Fictief betekent ‘verzonnen’ of ‘bedacht’.
Verhalen die door schrijvers zijn verzonnen, noem je fictie. Fictie bestaat in verschillende soorten. Het kan realistische fictie zijn: dan lijkt het op iets dat in het echte leven kan gebeuren. Maar niet-realistisch bestaat ook: denk maar aan sprookjes of Fantasy. Die verhalen kunnen in het echt niet gebeuren... ook al lijkt het soms van wel, als ze goed geschreven zijn.
Het tegenovergestelde van fictie is non-fictie. Daarin wil de schrijver iets vertellen over de werkelijkheid. Denk maar aan informatieve boeken, woordenboeken of documentaires.

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de verhaalvorm naar het vak waar deze het best past.
Fictie
Non-fictie
Roman
Sprookje
Biografie
Videospel
Studieboek
Handleiding

Slide 4 - Sleepvraag

Stap 1: Schrijfopdracht
Schrijf een fictief verhaal bij dit kunstwerk.
Gebruik daarvoor één van de vragen in de hotspot hieronder.
Geef je verhaal een passende titel.
Aantal woorden: circa 250
Stap 2: Kies een vraag
Kies één van deze vragen als startpunt voor je verhaal.
1. Als dit kunstwerk het begin van een verhaal is, wat zou er daarna kunnen gebeuren?
2. Als dit kunstwerk het midden van een verhaal is, wat zou er daarvoor gebeurd zijn? Wat zou erna kunnen gebeuren?
3. Als dit kunstwerk het einde van een verhaal is, wat zou dan het verhaal zijn geweest?
Tip: opbouw
- Beslis waar je verhaal over gaat, bepaal het thema/onderwerp
- Geef de hoofdpersonen een doel
- Zorg voor een conflict of probleem
- Geef het verhaal een begin, midden en einde

Tip: titel
Hoe bedenk je een pakkende titel voor je verhaal? Hier vind je een paar soorten titels om inspiratie uit te halen.
- De hoofdpersoon is de titel
- De titel vertelt iets over de plek of situatie van de hoofdpersoon 
- De titel is een samenvatting van het verhaal
Er zijn nog veel meer soorten titels. Kijk maar eens online of in de boekenkast. Zorg in ieder geval dat jouw titel bij je verhaal past en de lezer nieuwsgierig maakt zonder dat deze in verwarring raakt.

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1: Schrijfopdracht
Schrijf een fictief verhaal bij dit kunstwerk.
Gebruik daarvoor één van de vragen in de hotspot hiernaast.
Geef je verhaal een passende titel.
Aantal woorden: circa 250
Stap 2: Kies een vraag
Kies één van deze vragen als startpunt voor je verhaal.
  1. Als dit kunstwerk het begin van een verhaal is, wat zou er daarna kunnen gebeuren?
  2. Als dit kunstwerk het midden van een verhaal is, wat zou er daarvoor gebeurd zijn? Wat zou erna kunnen gebeuren?
  3. Als dit kunstwerk het einde van een verhaal is, wat zou dan het verhaal zijn geweest?
Tip: titel
Hoe bedenk je een pakkende titel voor je verhaal? Hier vind je een paar soorten titels om inspiratie uit te halen.
- De hoofdpersoon is de titel
- De titel vertelt iets over de plek of situatie van de hoofdpersoon 
- De titel is een samenvatting van het verhaal
Er zijn nog veel meer soorten titels. Kijk maar eens online of in de boekenkast. Zorg in ieder geval dat jouw titel bij je verhaal past en de lezer nieuwsgierig maakt zonder dat deze in verwarring raakt.
Tip: opbouw
- Beslis waar je verhaal over gaat, bepaal het thema/onderwerp
- Geef de hoofdpersonen een doel
- Zorg voor een conflict of probleem
- Geef het verhaal een begin, midden en einde

Slide 6 - Tekstslide

Stap 1: Schrijfopdracht
Schrijf een fictief verhaal bij dit kunstwerk.
Gebruik daarvoor één van de vragen in de hotspot hieronder.
Geef je verhaal een passende titel.
Aantal woorden: circa 250
Stap 2: Kies een vraag
Kies één van deze vragen als startpunt voor je verhaal.
1. Als dit kunstwerk het begin van een verhaal is, wat zou er daarna kunnen gebeuren?
2. Als dit kunstwerk het midden van een verhaal is, wat zou er daarvoor gebeurd zijn? Wat zou erna kunnen gebeuren?
3. Als dit kunstwerk het einde van een verhaal is, wat zou dan het verhaal zijn geweest?
Tip: opbouw
- Beslis waar je verhaal over gaat, bepaal het thema/onderwerp
- Geef de hoofdpersonen een doel
- Zorg voor een conflict of probleem
- Geef het verhaal een begin, midden en einde

Tip: titel
Hoe bedenk je een pakkende titel voor je verhaal? Hier vind je een paar soorten titels om inspiratie uit te halen.
- De hoofdpersoon is de titel
- De titel vertelt iets over de plek of situatie van de hoofdpersoon 
- De titel is een samenvatting van het verhaal
Er zijn nog veel meer soorten titels. Kijk maar eens online of in de boekenkast. Zorg in ieder geval dat jouw titel bij je verhaal past en de lezer nieuwsgierig maakt zonder dat deze in verwarring raakt.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 1: Schrijfopdracht
Schrijf een fictief verhaal bij dit kunstwerk.
Gebruik daarvoor één van de vragen in de hotspot hieronder.
Geef je verhaal een passende titel.
Aantal woorden: circa 250
Stap 2: Kies een vraag
Kies één van deze vragen als startpunt voor je verhaal.
1. Als dit kunstwerk het begin van een verhaal is, wat zou er daarna kunnen gebeuren?
2. Als dit kunstwerk het midden van een verhaal is, wat zou er daarvoor gebeurd zijn? Wat zou erna kunnen gebeuren?
3. Als dit kunstwerk het einde van een verhaal is, wat zou dan het verhaal zijn geweest?
Tip: opbouw
- Beslis waar je verhaal over gaat, bepaal het thema/onderwerp
- Geef de hoofdpersonen een doel
- Zorg voor een conflict of probleem
- Geef het verhaal een begin, midden en einde

Tip: titel
Hoe bedenk je een pakkende titel voor je verhaal? Hier vind je een paar soorten titels om inspiratie uit te halen.
- De hoofdpersoon is de titel
- De titel vertelt iets over de plek of situatie van de hoofdpersoon 
- De titel is een samenvatting van het verhaal
Er zijn nog veel meer soorten titels. Kijk maar eens online of in de boekenkast. Zorg in ieder geval dat jouw titel bij je verhaal past en de lezer nieuwsgierig maakt zonder dat deze in verwarring raakt.

Slide 8 - Tekstslide

Stap 1: Schrijfopdracht
Schrijf een fictief verhaal bij dit kunstwerk.
Gebruik daarvoor één van de vragen in de hotspot hieronder.
Geef je verhaal een passende titel.
Aantal woorden: circa 250
Stap 2: Kies een vraag
Kies één van deze vragen als startpunt voor je verhaal.
1. Als dit kunstwerk het begin van een verhaal is, wat zou er daarna kunnen gebeuren?
2. Als dit kunstwerk het midden van een verhaal is, wat zou er daarvoor gebeurd zijn? Wat zou erna kunnen gebeuren?
3. Als dit kunstwerk het einde van een verhaal is, wat zou dan het verhaal zijn geweest?
Tip: opbouw
- Beslis waar je verhaal over gaat, bepaal het thema/onderwerp
- Geef de hoofdpersonen een doel
- Zorg voor een conflict of probleem
- Geef het verhaal een begin, midden en einde

Tip: titel
Hoe bedenk je een pakkende titel voor je verhaal? Hier vind je een paar soorten titels om inspiratie uit te halen.
- De hoofdpersoon is de titel
- De titel vertelt iets over de plek of situatie van de hoofdpersoon 
- De titel is een samenvatting van het verhaal
Er zijn nog veel meer soorten titels. Kijk maar eens online of in de boekenkast. Zorg in ieder geval dat jouw titel bij je verhaal past en de lezer nieuwsgierig maakt zonder dat deze in verwarring raakt.

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1: Schrijfopdracht
Schrijf een fictief verhaal bij dit kunstwerk.
Gebruik daarvoor één van de vragen in de hotspot hieronder.
Geef je verhaal een passende titel.
Aantal woorden: circa 250
Stap 2: Kies een vraag
Kies één van deze vragen als startpunt voor je verhaal.
1. Als dit kunstwerk het begin van een verhaal is, wat zou er daarna kunnen gebeuren?
2. Als dit kunstwerk het midden van een verhaal is, wat zou er daarvoor gebeurd zijn? Wat zou erna kunnen gebeuren?
3. Als dit kunstwerk het einde van een verhaal is, wat zou dan het verhaal zijn geweest?
Tip: opbouw
- Beslis waar je verhaal over gaat, bepaal het thema/onderwerp
- Geef de hoofdpersonen een doel
- Zorg voor een conflict of probleem
- Geef het verhaal een begin, midden en einde

Tip: titel
Hoe bedenk je een pakkende titel voor je verhaal? Hier vind je een paar soorten titels om inspiratie uit te halen.
- De hoofdpersoon is de titel
- De titel vertelt iets over de plek of situatie van de hoofdpersoon 
- De titel is een samenvatting van het verhaal
Er zijn nog veel meer soorten titels. Kijk maar eens online of in de boekenkast. Zorg in ieder geval dat jouw titel bij je verhaal past en de lezer nieuwsgierig maakt zonder dat deze in verwarring raakt.

Slide 10 - Tekstslide

Wil je weten wat het 'non-finctie' verhaal achter het door jouw gekozen werk is? Ga naar de volgende slide, klik op de link bij jouw werk en ontdek het. 

Welk verhaal spreekt jou het meest aan: Fictie of non-fictie? Of vullen ze elkaar aan?
Het 'echte' verhaal

Slide 11 - Tekstslide

Einde
Tijdens deze les heb je geleerd:
- om op basis van een afbeelding een kort verhaal te schrijven;
- wat het verschil tussen fictie en non-fictie is;
- heel nauwkeurig naar een afbeelding te kijken;
- wie Vincent van Gogh was. 

Slide 13 - Tekstslide