Periodieke verbanden

Periodieke verbanden
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Periodieke verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel §8.4
  • Je leert hoe je van een periodieke grafiek de periode, de evenwichtsstand en de amplitude berekent.



Slide 2 - Tekstslide



Je gaat leren hoe je van een periodieke grafiek 
de periode, de evenwichtsstand 
en de amplitude berekent. 
Of kan je dat al?



A B C D
A
JA, dat kan ik al!
B
JA, ik denk het WEL ...
C
Nee, ik denk het NIET ...
D
NEE, nog niet

Slide 3 - Quizvraag

Een grafiek die zichzelf steeds herhaalt heet 
een periodieke grafiek

dus is er sprake van een periodiek verband


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide


Wat is de periode?
A
3,5 seconden
B
4 seconden
C
5 seconden
D
10 seconden

Slide 6 - Quizvraag

De periode is?
A
2 sec
B
3 sec
C
4 sec
D
6 sec

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

  • Hoeveel seconden duurt het voor de cabine weer op het hoogste punt is? 
  • De kortste tijd die het duurt tot een herhaling optreedt heet de periode
  •  voorbeeld:                   periode = 30 min

Slide 9 - Tekstslide

  • In de grafiek kan een horizontale lijn getekend worden die het gemiddelde niveau aangeeft. Dat heet de evenwichtsstand

  • vb evenwichtsstand = (135 + 15)/2 = 150/2 = 75 m
evenwichtsstand=2max+min

Slide 10 - Tekstslide

  • De grootste afwijking van de grafiek ten opzichte van de evenwichtsstand heet de amplitude.

  • voorbeeld: 
  • amplitude = 135 - 75 =
  • 50m 

amplitude=maxevenwichtsstand

  • of met de formule 
  • amplitude = (max-min):2 
  • amplitude = (135-15):2 = 50 m

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het
minimum?
A
-2 meter
B
0 meter
C
4 meter
D
6 meter

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het maximum?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Hoe hoog is de bloeddruk na 1 seconde?
A
80 mm
B
100 mm
C
120 mm
D
140 mm

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de evenwichtsstand?
A
0 meter
B
15 meter
C
20 meter
D
30 meter

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de amplitude?
A
150 m
B
200 m
C
350 m
D
500 m

Slide 16 - Quizvraag

Dit moet je kunnen
  • de periode = 4
  • de evenwichtsstand =         (-1 + 4) / 2 = 3/2 = 1,5
  • de amplitude = 4 - 1,5 = 2,5

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf bij dit  PERIODIEKE verband
1) Periode
2) Maximum en minimum
3) Evenwichtsstand
4) Amplitude
5) Frequentie
6) Hoe hoog is de schommel na 45 seconden?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Begrippen - Periodieke verbanden 
Periodiek verband
        Maximum/minimum
Periode                      
Evenwichtsstand  
Amplitude                
Frequentie               
In een periodieke grafiek is sprake van schommeling om een horizontale evenwichtslijn met een vaste periode.
Maximum = hoogste punt
Minimum = laagste punt
evenwichtsstand is het midden tussen met maximum en het minimm van de grafiek (maximum +minimum) :2
amplitude is het verschil tussen het miximum (of het minimum) en de evenwichtsstand 
Amplitude = de afstand tussen de evenwichtstand en het maximum of het minimum
frequentie is het aantal perioden dat past in een tijdseenheid (bijvoorbeeld een dag of een uur)

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoel §8.4
  • Je leert hoe je van een periodieke grafiek de periode, de evenwichtsstand en de amplitude berekent.



Slide 21 - Tekstslide



Je heb geleerd hoe je van een periodieke grafiek 
de periode, de evenwichtsstand 
en de amplitude berekent.



A B C D
A
JA, dat kan ik!
B
JA, ik denk het WEL ...
C
Nee, ik denk het NIET ...
D
NEE, nog niet

Slide 22 - Quizvraag