Een duurzame wereld - produceren

Een duurzame wereld
1 / 17
volgende
Slide 1: Woordweb
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Een duurzame wereld

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Productiefactoren
Inkomen is het geld dat je ontvangt door het inzetten van de productiefactoren.
Je kunt inkomen hebben in de vorm van loon, pacht, interest of winst.
Er zijn drie productiefactoren:
  • Kapitaal: goederen waarmee je produceert, zoals een machine, een tractor, een computer of kratjes.
  • Arbeid: werk door mensen.
  • Natuur: de grondstoffen. 


Slide 3 - Tekstslide

Er zijn 3 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 4 - Quizvraag

Wat is géén inkomensvorm?
A
inkomen uit bezit
B
inkomen uit arbeid
C
inkomen uit zorg
D
inkomen door pacht

Slide 5 - Quizvraag

De arbeidsverdeling tussen verschillende landen zorgt voor .......

Slide 6 - Open vraag

Wie produceert wat?

Leerdoel rood: Je geeft voorbeelden van rijke en arme landen en legt uit waarom dat zo is.

Leerdoel wit:Je geeft voorbeelden van rijke en arme landen en legt uit op welke wijze de welvaart in een land kan worden gemeten.

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn 4 productiesectoren:
  1. Primaire sector: landbouw, mijnbouw en visserij.
  2. Secundaire sector: industrie & bouw.
  3. Tertiaire sector: commerciële dienstverlening (bijv. winkels,)
  4. Quartaire sector: niet-commerciële instellingen. (bijv. scholen, brandweer)

Slide 8 - Tekstslide

Welvaart

Welvaart in ruime zin

Als je op alles let bij het voorzien in behoeften, dan noem je dat welvaart in ruime zin. Je kijkt niet alleen of iemand een hoog inkomen heeft, maar ook of hij niet teveel stress heeft en misschien zelfs of hij gelukkig is. Je begrijpt dat dit niet zo eenvoudig te meten is. Daarom gebruiken we in de economie vaak een andere omschrijving van welvaart.

 

Welvaart in enge zin

De welvaart in enge zin is de welvaart die je in geld kunt uitdrukken. Deze welvaart gaat over het aantal goederen en diensten dat een persoon, bedrijf of zelfs land heeft.

Deze welvaart in enge zin meet je met het BBP (Bruto Binnenlands Product).

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

De mate waarin we in onze behoeften kunnen voorzien, noemen we:
A
Welzijn
B
Voortvarend
C
Welvaart
D
Welbehagen

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer heeft een land een open economie?
A
weinig import en veel export
B
weinig import en weinig export
C
veel import en weinig export
D
veel import en veel export

Slide 12 - Quizvraag

Import of export?
"Action" koopt producten uit China

A
Import
B
Export

Slide 13 - Quizvraag

Welke van de vier productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 14 - Quizvraag

Welke van de vier productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 15 - Quizvraag

Welke van de vier productiesectoren zie je op de achtergrond?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 16 - Quizvraag

De productiesectoren zijn kapitaal, arbeid en natuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag