Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
BNA filosofie – Logica
LOGICA
BNA filosofie
woensdag 15 december 2021
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Filosofie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
LOGICA
BNA filosofie
woensdag 15 december 2021
Slide 1 - Tekstslide
Wat is logica?
Logica is de tak van de filosofie
die onderzoekt en verheldert
wat logisch denken is.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is logica?
Welke regels en wetten volgen we
als we correct redeneren?
Aan welke eisen moet een geldige
redenering voldoen?
Slide 3 - Tekstslide
De oude Grieken
λόγος
verstand,
rede
, woord, bewering
Slide 4 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van redelijk gedrag
en een voorbeeld van onredelijk gedrag.
Slide 5 - Open vraag
Vorm, geen inhoud!
De logica gaat over
de
vorm
van redeneringen,
niet over de
inhoud
.
Slide 6 - Tekstslide
Redeneringen
Een redenering is een reeks uitspraken
die eindigt in een conclusie.
Je hebt twee "premissen"
en één "conclusie".
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld van een redenering
(blz. 59, redenering 1)
Als Eva thuis is, staat haar fiets in de schuur.
Eva is thuis.
Dus
haar fiets staat in de schuur.
Slide 8 - Tekstslide
Wat is in dit voorbeeld de conclusie?
Slide 9 - Open vraag
Is dit een geldige redenering? Waarom wel/niet?
Slide 10 - Open vraag
Structuur
In de logica zoeken we uit of de structuur
van een redenering "klopt":
leiden de premissen inderdaad tot de conclusie?
Slide 11 - Tekstslide
Waarheid en geldigheid
Slide 12 - Tekstslide
Waarheid
Een bewering is
waar
als deze
overeenkomt met de werkelijkheid.
Een bewering is waar of onwaar.
Slide 13 - Tekstslide
Geldigheid
Een redenering is
geldig
als de conclusie volgt uit de premissen.
Een redenering kan
geldig of ongeldig zijn
(maar niet waar of onwaar!).
Slide 14 - Tekstslide
Kortom:
beweringen zijn waar of onwaar,
redeneringen zijn geldig of ongeldig.
Slide 15 - Tekstslide
Kan een redenering geldig zijn
terwijl de beweringen onwaar zijn?
Waarom wel/niet?
Slide 16 - Open vraag
Geldig of ongeldig?
(blz. 60, redenering 2)
Mensen zijn bloeddorstige monsters.
Jij bent een mens.
Dus
jij bent een bloeddorstig monster.
Slide 17 - Tekstslide
Maak opgave 1.12
Slide 18 - Open vraag
Modus ponens
Als A het geval is, dan is B het geval.
A is het geval.
Dus
is B het geval.
Slide 19 - Tekstslide
Modus tollens
Als A het geval is, is B het geval.
A is
niet
het geval.
Dus
is B
niet
het geval.
Slide 20 - Tekstslide
Maak opgave 1.13
Slide 21 - Open vraag
Ongeldige redeneringen
Ongeldig =
de conclusie volgt
niet
uit de premissen
Als je de toets goed hebt geleerd, haal je een voldoende.
Je haalt een voldoende.
Dus
je hebt de toets goed geleerd.
Slide 22 - Tekstslide
1. Waar zit de fout?
2. Geef een tegenvoorbeeld.
Slide 23 - Open vraag
Nog een ongeldige redenering
(blz. 61, redenering 4)
Als je de toets goed hebt geleerd, dan haal je een voldoende.
Je hebt het proefwerk niet goed geleerd.
Dus
je haalt geen voldoende.
Slide 24 - Tekstslide
Is de conclusie onwaar?
Dan is minstens één van de premissen onwaar
óf
de conclusie volgt niet uit de premissen.
Slide 25 - Tekstslide
Syllogismen
(blz. 64)
Slide 26 - Tekstslide
Redenering met vaste vorm
Alle A zijn B.
C is A.
Dus
C is B.
Slide 27 - Tekstslide
Voorbeeld
Alle mensen zijn sterfelijk.
Socrates is een mens.
Dus
Socrates is sterfelijk.
Slide 28 - Tekstslide
Middenterm
Alle
A
zijn B.
C is
A
.
Dus
C is B.
Slide 29 - Tekstslide
Middenterm
Alle
mensen
zijn sterfelijk.
Socrates is
een mens
.
Dus
Socrates is sterfelijk.
Slide 30 - Tekstslide
Middenterm
Elke premisse bevat een stukje van de conclusie.
Slide 31 - Tekstslide
Maak opgave 1.16
Slide 32 - Open vraag
PROPOSITIELOGICA
Slide 33 - Tekstslide
Letters
Uitspraken kun je noteren als één letter
(net zoals bij wiskunde).
Slide 34 - Tekstslide
Voorbeeld
"Je hebt je toets goed geleerd"
kun je bijvoorbeeld noteren als:
p
Slide 35 - Tekstslide
Voorbeeld
"Je haalt een voldoende"
kun je bijvoorbeeld noteren als:
q
Slide 36 - Tekstslide
Hoe noteer je met de letters p en q:
"Als je de toets goed geleerd hebt, dan haal je een voldoende."?
Slide 37 - Open vraag
Voorbeeld
"Je haalt een voldoende"
kun je bijvoorbeeld noteren als:
q
Slide 38 - Tekstslide
Letters en symbolen
Slide 39 - Tekstslide
Vier constanten
'en'
'of'
'als dan'
'niet'
Slide 40 - Tekstslide
Maak opgaven 1.17 en 1.18 in je schrift.
Slide 41 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
3HV - Logica en Geldigheid
December 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3HV - Logica en Geldigheid
Mei 2022
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 Logisch denken I en II: geldige en ongeldige conclusies
December 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
WO
Studiejaar 1
logica waarheidstafels V4
Maart 2021
- Les met
36 slides
Filosofie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Hst 33 Logica en Geldigheid
Mei 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
argumentatie beoordelen / logica
Mei 2021
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Logica
Januari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Logica
April 2021
- Les met
42 slides
Filosofie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2