4MZ1C doelgroepen les 3 ADHD

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Feiten of fabels
Wat weet jij van ADHD

Slide 6 - Tekstslide

ADHD betekend
Alle Dagen Heel Druk

A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Er zijn steeds minder kinderen met ADHD
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

ADHD is een hype
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Het ligt aan de opvoeding
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Mensen met ADHD zijn niet hoog sensitief
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

ADHD is een fase
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Kinderen worden druk van suiker, kinderen met ADHD moeten dus minder suiker eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat houdt volgens jullie de categorie ‘aandachtstekort’ in?

Slide 26 - Tekstslide

Wat houdt volgens jullie de categorie ‘aandachtstekort’ in?

Wordt ook wel concentratiegebrek genoemd:

-Cliënten kunnen niet voldoende aandacht schenken aan de bepaald thema.
-Ze kunnen de aandacht niet doelbewust richten.
-Ze raken zonder dat ze dit zelf willen afgeleid.
-Daardoor kunnen cliënten met aandachtstekort ongeïnteresseerd over komen.

Slide 27 - Tekstslide

Wat houdt volgens jullie de categorie ‘hyperactiviteit’ in?

Slide 28 - Tekstslide

Wat houdt volgens jullie de categorie ‘hyperactiviteit’ in?
-Eerst doen en dan pas denken 
-Eerst antwoord geven, voordat ze de vraag hebben gehoord.
-Of beginnen aan een taak, zonder dat ze het gelezen hebben.
-Zien geen gevaar, maar doen het al.
-Kunnen moeilijk wachten bij situaties in de klas, maar ook in de maatschappij. 

Slide 29 - Tekstslide

Wat houdt volgens jullie de categorie ‘impulsiviteit’ in?

Slide 30 - Tekstslide

Wat houdt volgens jullie de categorie ‘impulsiviteit’ in?


-Cliënten die dit ervaren, hebben grote onrust van binnen. Ze zitten moeilijk stil, want dit vraagt hen te veel energie.
-Een vorm van hyperactiviteit is ook: friemelen, wiebelen en draaien.
-Cliënten kunnen de drukte ook niet uitstralen, maar dit zelf van binnen ervaren. Ze voelen zich dan druk in hun hoofd en benoemen dit dan ook zo.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide