verzorgingsstaat 1: verzorgingsstaat en geschiedenis

Verzorgingsstaat
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Verzorgingsstaat

Slide 1 - Tekstslide

 Examendoelen:
Je kan:
- de waarden noemen die ten grondslag liggen aan de verzorgingsstaat;
- kenmerken van de Nederlandse verzorgingsstaat beschrijven;
 -Je kan uitleggen onder invloed van welke factoren de
verzorgingsstaat zich in Nederland heeft ontwikkeld na de tweede
wereldoorlog en welke actoren erbij betrokken zijn.
-Je kan aangeven welke gevolgen de vorming van de Europese Unie heeft voor de sociale rechten van de Europese burger. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Verzorgingsstaat
Is dus een staat waarin de overheid zich actief bemoeit met de welvaart en het welzijn van haar inwoners.

Slide 4 - Tekstslide

Drie pijlers
De verzorgingsstaat steunt op drie belangrijke pijlers:


  1. Goed onderwijs.
  2. Goede gezondheidszorg.
  3. Sociale zekerheid.

Slide 5 - Tekstslide

Goed onderwijs
  • Goede opleidingen
  • Talenten ontplooien 
Ongelijkheid in het onderwijs

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Sociale voorziening
Het geheel van voorzieningen die tot doel hebben mensen te ondersteunen, aan te vullen in hun inkomenssituatie:
bijstandsuitkering, wajong uitkering, studiefinanciering 

Slide 8 - Tekstslide

VERPLICHTE Sociale verzekering 

Alle uitkeringen die mensen verzekeren van een inkomen bij verlies van een baan, verlies van gezondheid, door ouderdom  of arbeidsongeschiktheid.

ER ZIJN VOLKSVERZEKERINGEN EN WERKNEMERSVERZEKERINGEN WAAR IEDEREEN EEN PREMIE VOOR BETAALD.
 

Slide 9 - Tekstslide

Gezondheidszorg
  • De overheid betaalt een deel van de kosten
  • Iedere burger heeft zelf een zorgverzekering
  • De overheid zorgt voor ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en verpleeghuizen

Slide 10 - Tekstslide

Solidariteit
Om een verzorgingsstaat te kunnen inrichten is solidariteit belangrijk. Mensen moeten bereid zijn kosten voor elkaar te dragen.

Solidariteit: Als er bereidheid is in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te delen.

Slide 11 - Tekstslide

Ontstaan verzorgingsstaat 

Slide 12 - Tekstslide

Nederland als nachtwakersstaat
In de 19e eeuw was Nederland volledig gebaseerd op het vrijemarktprincipe.
Zwakkeren (armen, zieken en ouderen) werden niet door de overheid geholpen, maar door de kerk, liefdadigheidsinstellingen of rijken.
Zo’n staat noem je een nachtwakersstaat.

Slide 13 - Tekstslide

De vrijemarkteconomie had keerzijden:
De lonen waren laag.
Mensen moesten vaak 16 uur per dag werken.
Er werd ook op zaterdag gewerkt.
Kinderen werkten vanaf jonge leeftijd al mee.

Slide 14 - Tekstslide

Vanaf de tweede helft van de 19e eeuw kwamen de eerste sociale wetten:
-De Armenwet (1854).
-De wet tegen kinderarbeid (1874): het Kinderwetje van 
  Van Houten.
-De Veiligheidswet (1895).
-De Leerplicht (1901).
-De Arbeidswet (1919).

Slide 15 - Tekstslide

1e sociale wet: kinderwetje van Van Houten (1874)
Maakte een einde aan kinderarbeid. Velen vonden dat de overheid zich niet met de opvoeding moest bemoeien.
=Het begin van de verzorgingsstaat

Slide 16 - Tekstslide

Vanuit verschillende hoeken had men belang bij een verandering van de omstandigheden:
Christenen wilden de zwakkeren een betere bescherming bieden.
Sociaaldemocraten streefden naar een sterkere machtspositie van arbeiders.
Liberalen wilden minder criminaliteit als gevolg van de armoede.

Slide 17 - Tekstslide

Christen-democraten
Christendemocraten pleiten voor een sterk maatschappelijk middenveld en een overheid die een aanvullende rol vervult. Zij zien belangrijke een rol weggelegd voor mantelzorgers. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

sociaaldemocraten
Sociaaldemocraten zijn voor een gemengde economie waarin werkgevers en werknemers samenwerken en sociale ongelijkheid wordt verminderd. Hiervoor moet er bijvoorbeeld worden geïnvesteerd in onderwijs.

Slide 20 - Tekstslide

liberalen
Liberalen zijn voor een vrijemarkteconomie. De collectieve uitgaven voor gezondheidszorg en sociale zekerheid moeten worden beperkt zodat eigen verantwoordelijkheid wordt gestimuleerd.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ging het verder?
Na WOII vormden de katholieken (KVP) en de sociaaldemocraten (PvdA) de regering.
De KVP wilde dat werknemers en werkgevers meer gingen samenwerken.
De PvdA pleitte voor meer inkomenszekerheid.
Dit resulteerde in de totstandkoming van:
          -De AOW.
          -De Bijstandswet.
          -De Arbowet.

Slide 22 - Tekstslide

Sociale grondrechten
Bescherming DOOR de overheid.


Slide 23 - Tekstslide

De vorming van de Europese Unie heeft verschillende gevolgen gehad voor de sociale rechten van de Europese burger:

  • Harmonisatie van sociale wetgeving:  het vaststellen van gemeenschappelijke minimumnormen op het gebied van arbeidsrechten, sociale zekerheid en gelijke behandeling. 
  • Vrij verkeer van personen
  • Europese sociale programma's en fondsen:Deze programma's richten zich op gebieden zoals werkgelegenheid, onderwijs, gezondheidszorg en armoedebestrijding.
  • Bescherming van werknemersrechten: zoals richtlijnen voor arbeidsomstandigheden, arbeidstijden, gelijke beloning voor gelijk werk en bescherming tegen discriminatie op de werkvloer. 
  • Europese Sociale Grondrechten  
  • Europese Hof van Justitie  





Slide 24 - Tekstslide

Europese pijler van sociale rechten
In 2017 heeft de Europese Commissie de Europese pijler van sociale rechten voorgesteld, die 20 beginselen omvat om de rechten van Europese burgers op het gebied van werkgelegenheid, sociale bescherming en sociale inclusie te bevorderen. 

Deze beginselen zijn gericht op onderwerpen als gelijke kansen en toegang tot de arbeidsmarkt, billijke arbeidsvoorwaarden, sociale bescherming en inclusieve arbeidsmarkten.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Heb je nog vragen?

Slide 27 - Open vraag

Heb je nog tips?

Slide 28 - Open vraag

Einde les!
Einde les!

Slide 29 - Tekstslide