Tekstopbouw, hoofdgedachte en tekstverbanden.

Tekstopbouw, hoofdgedachte en tekstverbanden.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tekstopbouw, hoofdgedachte en tekstverbanden.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen herhalen 
Je weet hoe een tekst is opgebouwd.
Je weet wat de hoofdgedachte is.
Je kan de hoofdgedachte in een tekst vinden. 

Slide 2 - Tekstslide

Opbouw van een tekst
Vaak bestaat een tekst uit drie delen:
inleiding
middenstuk
slot

Slide 3 - Tekstslide

Inleiding



Middenstuk


Slot
Je maakt kennis met het onderwerp van de tekst. 
- voorbeeld of verhaaltje (anekdote)
Je leest over verschillende delen van het onderwerp: deelonderwerpen.
Het belangrijkste van een tekst wordt vaak herhaald, soms een wens of toekomstbeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Deelonderwerpen

Verschillende onderwerpen in het middenstuk.
Een alinea in het middenstuk heeft vaak een deelonderwerp.
Tussenkopjes

Soms hebben alinea's in het middenstuk ook tussenkopjes.
Een tussenkopje is een titel boven een alinea.
Een tussenkopje helpt vaak bij het deelonderwerp.

Slide 5 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Eén zin: 
het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd. 

Slide 6 - Tekstslide


Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
de belangrijkste zin van een alinea
B
het onderwerp van de tekst
C
een uitspraak waar je het wel of niet mee eens bent
D
het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd in één zin

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
Een onderwerp van een tekst
B
De titel van een tekst
C
Een onderwerp van een alinea
D
De bron van de tekst

Slide 8 - Quizvraag


Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Twee scholen in de Randstad verbieden leerlingen examen te doen
B
Een school mag een leerling adviseren af te zien van examen
C
Vijf leerlingen meldden zich de afgelopen maand bij het LAKS
D
Om een hoog slagingspercentage te garanderen, weigeren scholen leerlingen met slechte cijfers examen te laten doen.

Slide 9 - Quizvraag

De tekstopbouw bestaat uit:
A
titel - inleiding - tussenkopjes
B
titel - tussenkopjes
C
titel - inleiding - slot
D
inleiding -middenstuk - slot

Slide 10 - Quizvraag

Tekstopbouw:
Wat hoort er niet bij?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
Afbeeldingen

Slide 11 - Quizvraag

Tekstopbouw:
Wat is geen doel van het slot?
A
Samenvatting geven
B
Een grappig verhaal vertellen
C
Conclusie weergeven
D
Een advies geven

Slide 12 - Quizvraag

Tekstopbouw: wat kan er in het slot vermeld worden?
-meerdere antwoorden mogelijk-
A
Een samenvatting van de tekst
B
Een conclusie, wens of toekomstbeeld
C
Een inleiding

Slide 13 - Quizvraag

Tekstverbanden
Tekstverband is de samenhang tussen zinnen en alinea's.
Je ziet op welke manier ze bij elkaar horen. 
Als je let op tekstverbanden kun je de tekst beter begrijpen.

Slide 14 - Tekstslide

Tekstverbanden
Tegenstellend
Iets wordt verteld en daarna wordt iets verteld wat het tegengesteld (het omgekeerde) is.

Opsommend 
Verschillende dingen, kenmerken of oorzaken die bij elkaar horen, worden achter elkaar genoemd. 

Slide 15 - Tekstslide

Tegenstellend tekstverband
tekstverband
signaalwoorden
voorbeeld
Tegenstellend tekstverband

Geeft een tegenstelling tussen tekstdelen aan. 
maar, 
echter, 
evenwel, 
toch,
daarentegen 
Mijn vriendin zei dat ze het geen enge film vond, toch kneep ze hard in mijn hand tijdens de film. 

Slide 16 - Tekstslide

Opsommend tekstverband
tekstverband
signaalwoorden
voorbeeld
Opsommend tekstverband

Noemt twee of meer tekstdelen
ook, 
bovendien, 
daarnaast, 
ten eerste, 
ten slotte, 
zowel .... als
Willem heeft veel hobby's. Hij verzamelt treintjes en spaart ook foto's van het koningshuis. Hij speelt bovendien gitaar. 

Slide 17 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 18 - Tekstslide