Medische ethiek/ principe ethiek

Workshop 4. Medische ethiek/ principe ethiek
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Workshop 4. Medische ethiek/ principe ethiek

Slide 1 - Tekstslide

🎯 Lesdoelen
• De student kan uitleggen wat principe-ethiek inhoudt.
• De student kent de vier basisprincipes van medische ethiek.
• De student kan het Utrechts stappenplan benoemen en toepassen.
• De student herkent morele dilemma’s in de zorg.
"Je leert ook het verschil tussen een moreel probleem en een praktisch probleem. Een moreel probleem gaat over waarden zoals eerlijkheid, vrijheid of veiligheid. Een praktisch probleem gaat over dingen als een kapotte tillift of een roosterprobleem."

Slide 2 - Tekstslide

Principe ethiek
Meest gebruikt in de medische ethiek (T. Beauchamp en J. Childress -1985)
past bij de belevingswereld van artsen. Bestaat uit 4  basis principes:
  • Autonomie – Het respecteren van iemands zelfbeschikking.
  • Weldoen (Beneficence) – Het goede willen doen voor de ander.
  • Niet-schaden (Non-maleficence) – Voorkomen dat iemand schade lijdt.
  • Rechtvaardigheid – Eerlijke verdeling van zorg, tijd, middelen en behandeling.
De vier principes staan tijdens een moreel dilemma niet vriendschappelijk tegen over elkaar. 



Slide 3 - Tekstslide

Autonomie
  • Een patiënt heeft het recht om zelf beslissingen te nemen over zijn lichaam en behandeling.



Slide 4 - Tekstslide

Weldoen en Niet-schaden
  • Weldoen = handelen in het belang van de ander.
  •  Niet-schaden = voorkomen dat je iemand kwaad doet.


Slide 5 - Tekstslide

Rechtvaardigheid
  • Gelijke behandeling, eerlijk delen van zorg, rekening houden met ieders situatie.



Slide 6 - Tekstslide

Meerkeuzevraag
❓ Vraag: Welke situatie past het beste bij het principe van autonomie?
• A. De arts beslist wat het beste is
• B. De patiënt beslist zelf over zijn behandeling ✅
• C. Iedereen krijgt dezelfde zorg


Slide 7 - Tekstslide

Casusvraag: Meneer De Groot

📋 Tekst: Meneer De Groot heeft ALS. Hij wil geen beademing meer. Zijn dochter wil dat hij doorgaat met behandelen. 
Wat doe jij als zorgverlener?


timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Stelling
 
"De autonomie van de patiënt gaat altijd vóór het principe 'niet-schaden'."
🟢 Mee eens 🔴 Mee oneens


Slide 9 - Tekstslide

Reflectievraag (open vraag)

❓ Vraag: Welk van de vier principes vind jij het moeilijkst om toe te passen? Leg uit waarom.


Slide 10 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Beschrijf een situatie waarin jij één van de vier principes moest toepassen. Wat heb je gedaan en waarom? Koppel je uitleg aan de principes én aan je beroepshouding als toekomstig zorgverlener.

Slide 11 - Tekstslide

De Utrechtse methode
De Utrechtse methode is een stappenplan om lastige morele vragen (ethische dilemma’s) op te lossen in de zorg. Je gebruikt dit als je twijfelt wat het beste is om te doen, en als mensen het niet met elkaar eens zijn.
Je kijkt naar:
• Wie zijn erbij betrokken?
• Wat zijn de belangen van iedereen?
• Wat zijn de waarden (zoals eerlijkheid, gezondheid, autonomie)?
• Wat is volgens jou de beste keuze, en waarom?


Slide 12 - Tekstslide

De 6 stappen van de Utrechtse methode
1. Beschrijf de situatie – Wat is er aan de hand?
2. Wat is het morele probleem? – Wat schuurt er?
3. Wie zijn betrokken? – En wat willen zij?
4. Welke waarden spelen een rol? – Bijv. autonomie, rechtvaardigheid
5. Wat zijn de opties? – En de voor- en nadelen
6. Welke keuze maak jij? – En waarom?

Slide 13 - Tekstslide

Oefencasus voor studenten
Casus:
Een 16-jarige jongen met diabetes wil stoppen met insuline omdat hij zich niet ziek voelt. Zijn ouders maken zich grote zorgen. Wat doe jij?

Opdracht: Beantwoord de 6 stappen van de Utrechtse methode.


Slide 14 - Tekstslide

Uitwerking Utrechtse methode 
Utrechtse methode toegepast op deze casus
Stap 1. Wat is de morele vraag?
Mag ik de wens van de jongen respecteren, ook al brengt dit zijn gezondheid in gevaar?
Stap 2. Wat zijn de feiten?
De jongen is 16 jaar en dus (mogelijk) wilsbekwaam. Hij heeft diabetes, waarvoor insuline nodig is. Hij voelt zich niet ziek en wil stoppen met medicatie. Ouders maken zich zorgen. Stoppen met insuline kan ernstige gevolgen hebben (koma, overlijden).

Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking Utrechtse methode 
✅ Utrechtse methode toegepast op deze casus
Stap 3. Wie zijn de betrokkenen en wat zijn hun belangen?
De jongen: wil autonomie, voelt zich gezond.
Ouders: willen zijn gezondheid beschermen.
Zorgverlener: wil medische schade voorkomen én het recht van de patiënt respecteren.
Stap 4. Wat zijn de mogelijke handelingsopties?
De jongen mag stoppen met insuline.
De jongen wordt actief overgehaald om toch door te gaan.
Er wordt gezocht naar een middenweg, zoals tijdelijk afbouwen onder begeleiding of extra uitleggesprek met arts.

Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking Utrechtse methode 
✅ Utrechtse methode toegepast op deze casus
 Stap 5 – Morele argumenten bij elke optie
Optie 1: De jongen mag stoppen met insuline
Deze keuze respecteert zijn autonomie (hij beslist zelf), maar brengt zijn gezondheid ernstig in gevaar. Het principe van ‘niet-schaden’ wordt hierdoor geschonden. Ook zijn welzijn is in het geding. De rechtvaardigheid kan onder druk komen te staan als hij hierdoor extra zorg nodig heeft.
Optie 2: Je probeert hem te overtuigen om door te gaan
Hiermee bescherm je zijn gezondheid en welzijn, wat past bij de principes ‘niet-schaden’ en ‘weldoen’. Maar het beperkt zijn autonomie, omdat je zijn wens niet volgt.
Optie 3: Je gaat met hem in gesprek en biedt extra begeleiding
Deze aanpak biedt ruimte voor zijn autonomie én beperkt mogelijke schade. Je informeert hem goed, waardoor hij beter kan beslissen. Alle vier de principes worden hiermee in balans gebracht: autonomie, niet-schaden, welzijn én rechtvaardigheid.

Slide 17 - Tekstslide

Uitwerking Utrechtse methode 
✅ Utrechtse methode toegepast op deze casus
  Stap 6 – Jouw afweging
Ik kies voor optie 3.
De jongen krijgt extra uitleg en ondersteuning, zodat hij goed geïnformeerd is. Zo respecteer ik zijn autonomie én voorkom ik mogelijk schade. Als hij wilsbekwaam is en toch wil stoppen, respecteer ik dat besluit, maar ik blijf in gesprek.
nabespreking stap 5&6

Slide 18 - Tekstslide

Werkboek Opdracht 4A . Wat is principe-ethiek?

  •  Leerdoel: Je leert wat principe-ethiek inhoudt, hoe deze wordt toegepast in zorg en welzijn, en waarom deze vorm van ethiek belangrijk is voor jouw toekomstige beroep Zelf op zoek naar informatie

  • Je gaat zelf informatie opzoeken over principe-ethiek. Dit doe je op een manier die past bij evidence-based werken: je gebruikt betrouwbare, onderbouwde bronnen.

Slide 19 - Tekstslide

Werkboek Opdracht 4B. Casus Mevrouw Bakker
📋 Casus:
Mevrouw Bakker (88) heeft gevorderde dementie en woont in een verpleeghuis. Ze weigert sinds enkele dagen te eten en drinken. Volgens de familie moet ze gedwongen gevoed worden, want "ze wil niet dood". Maar jij ziet dat mevrouw heel onrustig wordt als ze eten krijgt, en telkens haar mond dichtknijpt. Wat nu?



Slide 20 - Tekstslide

Werkboek Opdracht 4C. Wat zou jij doen als zorgverlener?
 💬 Moreel kiezen in de praktijk
Denk na over wat jij zou doen in de situatie van mevrouw Bakker.
👉 Wat weegt zwaarder voor jou: haar gedrag of de wens van de familie?
📌 Onderbouw jouw keuze met ethische begrippen zoals autonomie en goede zorg.

Slide 21 - Tekstslide

Werkboek Opdracht 4D. Jouw eigen casus
🧠 Bedenk een moreel dilemma uit je eigen praktijk of stage.
⚠️ Let op: het moet gaan over botsende waarden (bijv. privacy vs. veiligheid), niet over praktische problemen.
📌 Pas stap 2, 4 en 6 van het ethisch stappenplan toe.

Slide 22 - Tekstslide

Werkboek Opdracht 4E.  Wilsbekwaamheid & Morele dilemma’s
🤔 Stelling: “Als iemand wilsonbekwaam is, mogen zorgverleners beslissen wat het beste is – ook als dat tegen de eerdere wens ingaat.”
👥 Bespreek deze stelling in duo’s.
✍️ Noteer je mening met argumenten én benoem minstens één ethisch principe.
📌 Verwerk je mening individueel in 100-150 woorden.

Slide 23 - Tekstslide

Afsluiting Workshop

Slide 24 - Tekstslide