engels les

denk aan: dagen van de week, momenten op een dag of waar je de tijd kunt zien.
Time
1 / 16
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

denk aan: dagen van de week, momenten op een dag of waar je de tijd kunt zien.
Time

Slide 1 - Woordweb

2

Slide 2 - Video

01:08
How do you say: ''hoe laat is het?''
A
how is time?
B
What time is it?
C
How does the time look?
D
Time is what?

Slide 3 - Quizvraag

02:03
Waarom zijn de leerlingen uit het filmpje zo blij?

Slide 4 - Open vraag

Maandag
Woensdag
Dinsdag
Zondag
Zaterdag
Vrijdag
Donderdag
Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Sunday
Saturday

Slide 5 - Sleepvraag

3

Slide 6 - Video

00:24
What does: "Yesterday'' mean?
A
Vandaag
B
Morgen
C
Vorige week
D
Gisteren

Slide 7 - Quizvraag

00:39
What does: ''Tomorrow'' mean?
A
Gisteren
B
Vandaag
C
Morgen
D
Over een week

Slide 8 - Quizvraag

00:56
En als laatste, hoe zeg je: ''vandaag'' in het engels?
A
Tomorrow
B
Today
C
Vandage
D
Yesterday

Slide 9 - Quizvraag

Yesterday was sunday, what day is it today?
A
Monday
B
Tuesday
C
Saturday
D
Thursday

Slide 10 - Quizvraag

Yesterday was Sunday. What day is it tomorrow?
A
Tuesday
B
Monday
C
Friday
D
Saturday

Slide 11 - Quizvraag

Today is Friday. What day is it the day after tomorrow?
A
Saturday
B
Sunday
C
Friday
D
Tuesday

Slide 12 - Quizvraag

Today is Saturday. What day was it the day before yesterday?
A
Tuesday
B
Friday
C
Thursday
D
Monday

Slide 13 - Quizvraag

Do the dialogue in pairs of 2
Roy: What time is it?
Tom: It is eight o'clock
Roy: Do you want to go home?
Tom: Yes, I am late, see you!

Slide 14 - Tekstslide

Can you tell me what .... it is?
The day after Saturday is .....
There are seven days in a ......
The ..... is five o' clock
Week
Time
Day
Sunday

Slide 15 - Sleepvraag

Einde van de les!
Sluit de chromebook af.
1 iemand van je tweetal doet de chromebooks terug in de kar.
De klassendienst deelt de taalboeken uit.
De rest pakt zijn taalschrift en wisbordje erbij.

Slide 16 - Tekstslide