5.1 De spiegel

5.1 De spiegel
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

5.1 De spiegel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Voorkennis 5 min
  • Uitleg paragraaf 5.1  (10 min) 
  • Zelfstandig werken 5.1 (15 min) 
  • Afsluiting/Vragen 5.1 (10 min) Quiz

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Je kunt natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen benoemen. 
  2. Je kunt kenmerken van lichtstralen benoemen. 
  3. Je kunt het begrip gezichtsveld beschrijven. 
  4. Je kunt kenmerken van een spiegel benoemen. 
  5. Je kunt een spiegelbeeld construeren.

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis
Noteer drie zaken waar je aan denkt als het over spiegels, schaduw en licht gaat.

Slide 4 - Tekstslide

Directe lichtbronnen
Deze geven zelf licht. Voorbeelden zijn lampen of kaarsen.

Slide 5 - Tekstslide

Indirecte lichtrbronnen
Deze weerkaatsen het licht
 deels naar je ogen.
 B.v.; de maan of andere 
voorwerpen die
 je ziet door weerkaatsing.

Slide 6 - Tekstslide

Diffuse terugkaatsing
De  lichtbundel kaatst naar alle kanten terug.

Slide 7 - Tekstslide

Spiegelende terugkaatsing
Een lichtbundel die uit één richting komt, wordt onder de zelfde hoek teruggekaatst.

Slide 8 - Tekstslide

    Schaduw tekenen
Teken de randstralen 
en arceer het gebied er tussen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Een virtueel beeld v.e. kaars zien.

Slide 11 - Tekstslide

Een teruggekaatste bundel tekenen.
1 Spiegel P; Dit wordt P'
2 De tereggekaatste bundel lijkt uit P' te komen.

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • Wat: Maak hoofdstuk 5.1 (opgaven: 1 t/m 12  blz. 6 t/m 9)      
  • Hoe: 15 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.        
  • Hulp: Nova boek / Docent   
  • Tijd: Tot 10 min voor het einde van de les.        
  • Uitkomst: 5.1 af       
  • Klaar: Huiswerk opgaven 13 t/m 19 blz. 10 t/m 15.
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Belang lesdoelen
Licht  is vrijwel overal aanwezig.
Bij de komende toets zijn alle lesdoelen belangrijk om goed te scoren.

Slide 14 - Tekstslide

Controle lesdoelen
Noteer twee natuurlijke en twee kunstmatige lichtbronnen.

Slide 15 - Tekstslide

Teken hoe de vrouw de voet via de spiegel ziet.

Slide 16 - Tekstslide

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 17 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 18 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 19 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 20 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 21 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 22 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 23 - Quizvraag

Het object uit de afbeelding is een .......
A
Natuurlijke lichtbron
B
Kunstmatige lichtbron
C
Geen lichtbron

Slide 24 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een voorbeeld van......
A
Direct licht
B
Indirect licht

Slide 25 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een voorbeeld van......
A
Direct licht
B
Indirect licht

Slide 26 - Quizvraag

Metalen glanzen van nature. Metalen kaatsen.....
A
Diffuus terug
B
Spiegelend terug

Slide 27 - Quizvraag

Onthoud
Een lichtbron is een voorwerp dat zelf licht uitstraalt.
Een kunstmatige lichtbron is door mensen gemaakt.
Een natuurlijke lichtbron komt voor in de natuur.
Een verlicht voorwerp wordt zelf een indirecte lichtbron.
Lichtstralen teken je als rechte lijnen met een pijl erin.
De pijl in de lijn geeft de richting van het licht aan.
Een lichtbundel is een verzameling lichtstralen.
In een evenwijdige lichtbundel blijft de afstand tussen de lichtstralen gelijk.
In een divergente lichtbundel bewegen de lichtstralen steeds verder uit elkaar.
In een convergente lichtbundel bewegen de lichtstralen naar elkaar toe.
De schaduw is het gebied waar lichtstralen niet kunnen komen.
De randstralen zijn de rand van de schaduw.

Slide 28 - Tekstslide