Future (will/shall/going to)

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Future (will/shall/going to)

B1

Future

Je kunt op verschillende manieren aangeven dat er iets in de toekomst gaat gebeuren. We kijken nu alleen naar de volgende twee vormen:

Will/shall + hele werkwoord

to be going to + hele werkwoord

will/shall

- als het plan ontstaat tijdens het gesprek

 - bij een voorspelling die gebaseerd is op een mening

- bij een spontaan aanbod, weigering, beloftes, voorstellen of verzoeken

- onzekerheid over de toekomst in combinatie met I think, probably of possibly:

shall --> bij I & we in vraagzinnen/voorstel

to be going to

– als het plan er al was vóór het gesprek

– bij een voorspelling die gebaseerd is op een aanwijzing

I’ve got no cash. I ___ some money.

1. will withdraw
2. am going to withdraw

___ me to the station, please?

1. will you drive
2. are you going to drive

It’s already late. There ___ enough time to go on all the rides.

1. won't be
2. isn't going to be

What ___ this afternoon?

1. will we do
2. shall we do

Tina ___. She never picks up when she’s angry.

1. won't pick up
2. isn't going to pick up

I __ dinner tonight. I already have the ingredients.

1. will cook
2. am going to cook