KA 4 - deel 2 - wetenschappelijk denken + polytheisme

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerkcontrole
A: en 2.7 en 3.1 t/m 3.9
B: samenvatten blz. 10 + 12

Slide 2 - Tekstslide

tijdvak 2


Kenmerkende aspecten:

4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat


Slide 3 - Tekstslide

tijdvak 2


Kenmerkende aspecten:

4. De ontwikkeling van het wetenschappelijk denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat


Slide 4 - Tekstslide

Vorige les
  • Uit kunnen leggen waarom het schrift uitgevonden werd
  • het ontstaan van de stadsstaat
  • Aantal stadstaten
  • Verschillen en overeenkomsten tussen stadsstaten
  • Kunnen werken met de woorden: polis/poleis, autarkisch, autonoom
  • Oefenen met verschillen-overeenkomsten

Slide 5 - Tekstslide

Herhalen
Polis (poleis):
- 'stad' omringd door platteland
- Klein. (Athene uitzondering)
- Autarkisch (zelfvoorzienend)
- Autonoom (zelfstandig)
- rond 300 in Griekenland
Omdat iedere polis zijn eigen staatje was, met eigen gebruiken, tradities, verleden en politieke situatie (bv. oorlogs- of handelsverdragen), konden de bestuursvormen van de verschillende poleis sterk verschillen.

Slide 6 - Tekstslide

Poleis
 Meest opvallende overeenkomsten tussen alle poleis is de godsdienst. 

Iedere staat had dezelfde goden. De belangrijkheid van de goden verschilden per polis.
Zeus is de oppergod. Koning van goden, heerst over de hemel, lucht, het weer en de bliksem
Hera. zuster en vrouw van Zeus, beschermt het gezin, vrouw en huwelijk
Hades. Broer van Poseidon en Zeus, hoorn des overvloeds, rijkdom en god van de onderwereld
Pallas Athena. Dochter van Zeus, beschermster van kunstenaars, handwerkslieden en Athene, oorlog, wijsheid, oorlogsgodin, beschermengel van Griekse helden.
Artemis. Tweelingzuster van Apollo, dochter van Zeus en Leto, maan, jacht, maagden, wilde dieren en kuisheid, maar ook vruchtbaarheid
Ares. Zoon van Hera en Zeus, oorlog, krijgslust
Hestia. Godin van huis en haard, familie
Hermes. Zoon van Zeus en Maia, handel, reizigers, dieven, boodschapper van de gode
Apollo. zoon van Zeus en Leto, zon, orakel, geneeskunde, voorspellingskunst en muziek
Poseidon. zoon van Kronos, broer van Zeus en Hades, god van de zeeën, aardbevingen en paarden
Aphrodite.  geboren uit het bloed van Uranus op de zee, hiermee de oudste godin, godin van liefde, vruchtbaarheid, schoonheid en beschermster van flora en fauna.
Achtergrond info (extra info)

De Griekse godsdienst van polytheïstisch. Dat betekent dat de Grieken vele goden vereerden. Het Griekse woord poly betekent veel en theos betekent god. De meeste moderne godsdiensten zijn monotheïstisch. Dat betekent dat er één god aanbeden wordt.Het Griekse woord mono betekent één. De Grieken stelden hun goden voor als mensen: ze zagen eruit als mensen en ze hadden menselijke gevoelens zoals boosheid, verliefdheid of jaloezie. De goden waren echter wel onsterfelijk en beschikten over bovennatuurlijke krachten. Ze waren een soort familie, met aan het hoofd de oppergod Zeus. De goden woonden volgens de Grieken op de top van de berg Olympus. 

De grieken vertelden elkaar allerlei verhalen over de goden. Deze verhalen worden mythen genoemd. Alle Griekse godenverhalen bij elkaar wordt de Griekse mythologie genoemd. Met deze verhalen probeerden Grieken allerlei zaken uit de natuur en het leven te verklaren. Zo werd storm op zee volgens hen veroorzaakt doordat Poseidon, de god van de zee, boos was.

De Griekse goden hadden allemaal een specifiek onderwerp waar ze verantwoordelijk voor waren. Op afbeeldingen zijn de goden vaak herkenbaar door een bepaald voorwerp, een attribuut, dat te maken heeft met hun functie. De oppergod Zeus was bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het weer. Op afbeeldingen is hij te herkennen aan een bliksemschicht in zijn hand. Poseidon, de god van de zee en volgens de verhalen de broer van Zeus, heeft meestal een drietand vast. Athena, godin van oorlog en wijsheid en dochter van Zeus, is op afbeeldingen vaak in harnas gekleed en heeft een uil op haar schouder.
De Grieken geloofden dat je na de dood naar de onderwereld zou gaan. De god van de onderwereld was Hades, ook een broer van Zeus. De onderwereld werd bewaakt door een hond met drie koppen. Hades ze je vaak afgebeeld samen met deze hond.

De Grieken vereerden allemaal dezelfde goden, maar in iedere polis was een andere god het belangrijkst. Dit was de beschermgod(in) van de polis. De Grieken geloofden dat deze god(in) de stad gesticht had en altijd aan hun kant stond in geval van oorlog of rampen. De manieren waarop goden vereerd werden kon ook verschillen per polis.
De Grieken hebben prachtige tempels gebouwd voor hun goden. De Grieken geloofden dat als ze goed zouden zijn voor de goden, de goden goed zouden zijn voor hen. Ze brachten offers aan de goden in de vorm van voedsel of dieren en hielden feesten of sportwedstrijden ter ere van hen. De Olympische Spelen werden bijvoorbeeld gehouden ter ere van Zeus.



Slide 7 - Tekstslide

De goden
• De rol die de goden toegekend kregen was in alle poleis hetzelfde: de goden regelden het dagelijks leven.

• Alles wat er op aarde gebeurde konden de goden een hand in hebben: je lot, geluk, liefde, maar ook natuurrampen of zonneschijn.

• Om de goden hierin te stemmen was offeren noodzakelijk. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze les
  • Uit kunnen leggen waarom de oude Grieken een grote invloed gehad hebben op onze samenleving. 
  • Uit kunnen leggen op welke manieren de Grieken de wereld om zich heen verklaarden, en hoe dit langzaam veranderde door de ideeën van de filosofen en eerste wetenschappers
  • Kunnen werken met de woorden: polytheïstisch wereldbeeld, rationele manier, observatie. 

  • Oefenen: brongebruik: "Toon dat aan met behulp van bron..." 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

timer
2:30
Schrijf de 3 woorden op in je schrift + wat het begrip volgens jou inhoudt

Slide 12 - Tekstslide

timer
7:00

Slide 13 - Tekstslide

Van mythologie naar wetenschap
Van mythologie naar wetenschap
Boer 1 heeft een probleem: Het is al een tijdje droog. Zijn wijnoogst lijkt te gaan mislukken.
Boer 2 heeft het zelfde probleem met het graan.
Beide willen het tij keren. Hiervoor denken zij de hulp van de goden nodig te hebben.
–Welke god moet boer 1 en welke god moet boer 2 aanspreken?
–Hoe kan hij hem / haar gunstig stemmen?
- Waarom?
timer
2:30

Slide 14 - Tekstslide

Van mythologie naar wetenschap
Van mythologie naar wetenschap
Boer 1 heeft een probleem: Het is al een tijdje droog. Zijn wijnoogst lijkt te gaan mislukken.
Boer 2 heeft het zelfde probleem met het graan.
Beide willen het tij keren. Hiervoor denken zij de hulp van de goden nodig te hebben.
–Welke god moet boer 1 en welke god moet boer 2 aanspreken?
–Hoe kan hij hem / haar gunstig stemmen?
- Waarom?
Wat zal de filosoof hiervan zeggen?

Slide 15 - Tekstslide

Werken aan de nieuwe weektaak

A: 4.1 t/m 4.10, 4.17 en 4.25
B: Samenvatten blz. 16 + 18

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen: brongebruik: "Toon dat aan met behulp van bron..." 
Maak de vragen 1 en 2
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord van rij C

Slide 18 - Tekstslide

Deze les
  • Uit kunnen leggen waarom de oude Grieken een grote invloed gehad hebben op onze samenleving. 
  • Uit kunnen leggen op welke manieren de Grieken de wereld om zich heen verklaarden, en hoe dit langzaam veranderde door de ideeën van de filosofen en eerste wetenschappers
  • Kunnen werken met de woorden: polytheïstisch wereldbeeld, rationele manier, observatie. 

  • Oefenen: brongebruik: "Toon dat aan met behulp van bron..." 

Slide 19 - Tekstslide