3HV - Les 15 futuro, perfecto, indefinido (15th Jan)

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2. Destrezas
  3. Futuro
  4.  Indefinido vs. perfecto
  5. Deberes
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Programa
  1. Controlamos los deberes
  2. Destrezas
  3. Futuro
  4.  Indefinido vs. perfecto
  5. Deberes

Slide 1 - Tekstslide

Controlar los deberes
Voca Unidad 4
1-51 NL-SP

Slide 2 - Tekstslide

Destrezas
Página 45, ejercicos 1, 2, 3, 4


Ej 1 - Shakira
Ej 1 - Ricky Martin
Ej 3 + 4

Slide 3 - Tekstslide

FUTURO

- gebruik

als je wil aangeven dat je iets GAAT DOEN


- met werkwoorden

vervoeging werkwoord IR + A + HELE WW

vb. ik ga slapen -> VOY A DORMIR


- met wederkerende ww

Levantarse -> ME VOY A LEVANTAR 

Slide 4 - Tekstslide

Futuro
1. Hago los deberes todos los domingos
2. ¿Dónde está el nuevo colegio?
3. Ana espera un momento.
4. Juan y tú coméis un bocadillo.
5. ¿Vuelves de España pronto?
Schrijf de werkwoorden op in de futuro

Slide 5 - Tekstslide

Futuro
1. VOY A HACER los deberes todos los domingos
2. ¿Dónde VA A ESTAR el nuevo colegio?
3. Ana VA A ESPERAR un momento.
4. Juan y tú VAIS A COMER un bocadillo.
5. ¿VAS A VOLVER de España pronto?

Slide 6 - Tekstslide

Indefinido Regelmatig

Stap 1: haal ar/er/ir van het ww af, dan heb je de stam.
Stap 2: over welke persoon gaat het?
Stap 3: zet de juiste uitgang van de persoon achter de stam

Slide 7 - Tekstslide

Indefinido Onregelmatig

Kwestie van leren...

Slide 8 - Tekstslide

Signaalwoorden Indefinido

Ayer                            - gisteren
Anoche                      - gisteravond
anteayer                    -  eergisteren
el mes pasado        -  vorige maand
el año pasado          -  vorig jaar
el verano pasado   - vorige zomer
en 1998                      - in 1998
en enero                   - in januari
el otro día 
                      - pas/ onlangs/ laatsthace una semana 
                                 - een week geleden
hace un mes    
                                - een maand geleden
hace un año 
                               - een jaar geleden

Slide 9 - Tekstslide

AR - ADO            ER/IR - IDO

Slide 10 - Tekstslide

Perfecto (uitzonderingen)
romper    --> roto
abrir        --> abierto
escribir    --> escrito
poner      --> puesto
ver           --> visto
decir        --> dicho
volver      --> vuelto
hacer       --> hecho
freír         --> frito
morir       --> muerto
ser           --> sido
ir              --> ido

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden Perfecto

Nunca                  - nooit
Siempre              - altijd
Alguna vez         - ooit/ wel eens
Muchas veces  - vaak
A veces                - soms
Ya                           - al
Todavía                - nog
Hoy                         - vandaag
una vez                 - een keer
dos veces            - twee keer
esta mañana      - deze ochtend
este año               - dit jaar


Slide 12 - Tekstslide

Wat is de indefinido?
A
De verleden tijd
B
De toekomende tijd
C
De tegenwoordige tijd
D
Het zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de indefinido?
A
anoche
B
esta noche
C
ya
D
todavía no

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de pretérito indefinido?
A
esta tarde
B
este siglo
C
el año pasado
D
hoy

Slide 15 - Quizvraag

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito indefinido?
A
hace tres años
B
el jueves pasado
C
en verano
D
estas vacaciones

Slide 16 - Quizvraag

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito indefinido?
A
este mes
B
ayer
C
hace tres meses
D
el otro día

Slide 17 - Quizvraag

Welke is onregelmatig in de indefinido?
A
hacer
B
jugar
C
trabajar
D
salir

Slide 18 - Quizvraag

Indefinido:
"je ging"
A
fui
B
fueron
C
fuiste
D
fue

Slide 19 - Quizvraag

Indefinido:
Cenar - yo
A
cená
B
cenaste
C
cené
D
cenamos

Slide 20 - Quizvraag

Indefinido:
Nacer - ella

Slide 21 - Open vraag

Indefinido:
empezar - tú

Slide 22 - Open vraag

Indefinido:
ser - ellos
Tip: onregelmatig ww

Slide 23 - Open vraag

Indefinido:
hablar - yo

Slide 24 - Open vraag

Indefinido:
hacer - ella
Tip: onregelmatig ww

Slide 25 - Open vraag

Indefinido:
ducharse - ellos

Slide 26 - Open vraag

Indefinido:
empezar - tú

Slide 27 - Open vraag

Wat is ook alweer de Préterito Perfecto?
A
Toekomst
B
Voltooid deelwoord
C
Verleden tijd
D
Tegenwoordige tijd

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het hulpwerkwoord van de perfecto?
A
haber
B
tener
C
ser
D
estar

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
anoche
B
este año
C
el año pasado
D
hace un año

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
de repente
B
un día
C
en verano
D
ya

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
últimamente
D
las vacaciones pasadas

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
hoy
D
las vacaciones pasadas

Slide 33 - Quizvraag

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito perfecto
A
esta semana
B
ayer
C
hoy
D
este mes

Slide 34 - Quizvraag

Wat is GEEN signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
anoche
B
nunca
C
todavía no
D
siempre

Slide 35 - Quizvraag

Perfecto:
Estudiar - nosotros
A
hemos estudiado
B
hamos estudiado
C
hemos estudiar
D
hemos estudiaron

Slide 36 - Quizvraag

Perfecto:
nosotros - comer

Slide 37 - Open vraag

Perfecto:
Ella - vivir

Slide 38 - Open vraag

Perfecto:
comprar - ella

Slide 39 - Open vraag

Perfecto:
hablar - yo

Slide 40 - Open vraag

Perfecto:
caminar - vosotros

Slide 41 - Open vraag

Perfecto:
dormirse - tú

Slide 42 - Open vraag

Perfecto:
despertarse - ellos

Slide 43 - Open vraag

Perfecto:
romper - yo
Tip: onregelmatig ww

Slide 44 - Open vraag

Perfecto:
poner - nosotros
Tip: onregelmatig ww

Slide 45 - Open vraag

Perfecto:
hacer - ellas
Tip: onregelmatig ww

Slide 46 - Open vraag

Perfecto:
escribir - ella
Tip: onregelmatig ww

Slide 47 - Open vraag

Ik weet hoe ik de perfecto & indefinido vervoeg.
A
Ja
B
Nee

Slide 48 - Quizvraag

Ik ken de signaalwoorden van de perfecto en indefinido.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 49 - Quizvraag

Ik weet ook nog wat de GERUNDIO, FUTURO en de PRESENTE zijn.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 50 - Quizvraag

Deberes
ESTUDIAR (=leren):
Voca Unidad 4
1-51 NL-SP

Slide 51 - Tekstslide