Brugklas persoonlijk voornaamwoord en werkwoord 'sein'

Herzlich Willkommen!
Montag, den 25. Januar 2021
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herzlich Willkommen!
Montag, den 25. Januar 2021

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Aan het eind van de les ken je de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits.
  • Je kunt het werkwoord 'sein' vervoegen.


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
1. Ik kan alle persoonlijke voornaamwoorden in het Duits schrijven.
2. Ik kan rijtje van het werkwoord 'sein' goed schrijven in het Duits.



Slide 3 - Tekstslide

Wörter üben
Übersetze folgende Wörter auf Deutsch:

Slide 4 - Tekstslide

Duitsland

Slide 5 - Open vraag

het telefoonnummer

Slide 6 - Open vraag

wonen

Slide 7 - Open vraag

Oostenrijk

Slide 8 - Open vraag

heten

Slide 9 - Open vraag

Übersetze folgende Wörter

Slide 10 - Tekstslide

spielen

Slide 11 - Open vraag

schön

Slide 12 - Open vraag

schon

Slide 13 - Open vraag

groß

Slide 14 - Open vraag

die Schwester

Slide 15 - Open vraag

Het persoonlijk voornaamwoord

  • enkelvoud
  • meervoud

Slide 16 - Tekstslide

ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie
het = es
wij = wir
jullie = ihr
zij = sie
u = Sie

Slide 17 - Tekstslide

Ezelsbruggetje
i - d - e - w - i - s 

Slide 18 - Tekstslide

I -D - E - W - I - S

ich - du - er/sie/es - wir - ihr - sie/Sie

Slide 19 - Tekstslide

er, sie, es
Das ist Peter. Er is mein Freund.
Kennst du die Frau? Sie ist meine Oma.
Wie alt ist das Kind? Es ist zwei Jahre alt.
Das sind Herr und Frau Müller. Sie wohnen hier.

Slide 20 - Tekstslide

Aufgabe 1
Vertaal het woord tussen haakjes.


Slide 21 - Tekstslide

Mein Freund heißt Julian.
(Hij) ist 15 Jahre alt.

A
er
B
sie
C
es

Slide 22 - Quizvraag

Das ist Frau Stolze.
(Zij) wohnt neben uns.
A
er
B
sie
C
es

Slide 23 - Quizvraag

Das ist ein Kind.
(Het) ist noch ein Baby.
A
er
B
sie
C
es

Slide 24 - Quizvraag

Het werkwoord "sein"
  • In het Nederlands "zijn"
  • "sein" vervoegen

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

ich bin
du bist
er ist
sie ist
es ist
wir sind
ihr seid
sie sind
Sie sind

Slide 27 - Tekstslide

Aufgabe 2
Verbind de personen met de juiste werkwoordsvormen


Slide 28 - Tekstslide

Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist

Slide 29 - Sleepvraag

An die Arbeit!
Mache jetzt Aufgabe 10 und 12 auf Seite 18 + 19
Übe die Personalpronomen in Quizlet
Übe das Verb 'sein' in Quizlet

Slide 30 - Tekstslide


Hoe ver ben ik?
A
Ik snap alles.
B
Ik snap het een beetje.
C
Ik snap het niet.

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide