H5/v5/v6 - introles 2 - basiskennis - indeling in periodes/tijdvakken

Geschiedenis - 
basiskennis
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Geschiedenis - 
basiskennis

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennismaken
Johanneke.vanviegen@nicolaas.nl

Vriend, 2 dochters.
Amsterdam-Noord
Geschiedenis, hardlopen, reizen
Moderne geschiedenis

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
kennismaken (kies een vraag en stel die aan je klasgenoot)
Wat doen we deze periode?
Plattegrond (tijdelijk)
periodisering in de geschiedenis
Keuze: huiswerk of het verhaal van NL

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je kan verschillende manieren benoemen om de geschiedenis in te delen.
  • Je herkent de termen tijdvakken, kenmerkende aspecten, leerdoelen.
  • Je kent de volgorde van de tijdvakken en weet bij welke periode welk tijdvak hoort.
  • Je weet wat er wordt bedoeld met de term historische contexten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze periode
1 toets in de toetsweek 
Onderwerp: tijdvak 1-3, ka 1-12

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indelen van geschiedenis
  • Indelen in vijf perioden.
  • Indelen in tien tijdvakken.
  • Indelen in vijf soorten samenlevingen.


  • Indelen in vijf perioden.
  • Indelen in tien tijdvakken.
  • Indelen in vijf soorten samenlevingen.


Het indelen van de geschiedenis
Hoe zat het ook alweer?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

indeling geschiedenis van de westerse beschaving / Europa
tijdsindeling van de westerse wereld

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indelen in vijf perioden
  1. Prehistorie
  2. Oudheid
  3. Middeleeuwen
  4. Vroegmoderne tijd
  5. Moderne tijd

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling die we hanteren in Nederland

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 10 tijdvakken 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdvak 1 Jagers en Boeren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indelen in tien tijdvakken
  1. Prehistorie
  2. Oudheid
  3. Middeleeuwen
  4. Vroegmoderne tijd
  5. Moderne tijd

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Kenmerkende Aspecten:
Zijn onderdelen van de geschiedenis waaraan je een bepaalde periode kunt herkennen. Elke tijdvak heeft zijn eigen kenmerkende aspecten (KA's) 





Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerkende aspecten
Kenmerkende aspecten zijn de ontwikkelingen  een tijdvak.

Als je ze kent, kan je in grote lijnen vertellen hoe dit tijdvak is verlopen.


Op je examen HAVO moet je er 32 kennen. Op je examen VWO 49.




Slide 14 - Tekstslide

Waarom?

De kenmerkende aspecten bestaan eigenlijk omdat de Nederlandse overheid vind dat ieder Nederlander deze dingen moet weten.

historische context

Een historische context is thema dat gaat over meerdere tijdvakken.

Op je examen moet je er 3 kennen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEST

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1) We beginnen makkelijk... hoeveel periodes zijn er in onze indeling van de geschiedenis?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2) De middeleeuwen is van ....
A
500 tot 1500 n.Chr.
B
500 tot 1000 n.Chr.
C
1000 tot 1500 n.Chr.
D
500 v.Chr. tot 500 n. Chr

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3) Wat zijn Kenmerkende Aspecten?

A
Personen uit de geschiedenis.
B
Periodes in de geschiedenis.
C
Belangrijke gebeurtenissen
D
Ontwikkelingen in de geschiedenis

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4) Het tijdvak van regenten en vorsten duurt van .... tot .....
A
500 - 1000 n. Chr.
B
1000 - 1500 n. Chr.
C
1500 - 1600 n. Chr.
D
1600 - 1700 n. Chr.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke omschrijving hoort bij welk tijdvak?
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
tijdvak 5
tijdvak 6
tijdvak 7
tijdvak 8
tijdvak 9
tijdvak 10
Ontdekkers en hervormers
Steden en staten
Jagers en boeren
Grieken en Romeinen
Wereld- oorlogen
Televisie en computer
Pruiken en revoluties
Monniken en ridders
Regenten en vorsten
Burgers en stoommachines

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

6) Welk tijdvak van deze tijdvakken is het oudst?
A
Tijd van televisie en computer
B
Tijd van regenten en vorsten
C
Tijd van Steden en staten
D
Tijd van burgers en stoommachines

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7) De Middeleeuwen is
A
Een tijdvak
B
Een periode
C
Een historische context
D
Een kenmerkend aspect

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8) De vroegmoderne tijd is de periode
A
1500-1700
B
1500-1800
C
1600-1800
D
1500-1900

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


9) De 17de eeuw is van
A
1700 tot 1800
B
1800-1900
C
1600 tot 1700
D
1500-1600

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laatste vraag

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdvak 8
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Verlichting
Reformatie
Renaissance
Absolutisme
Plantages

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Probeer uit je hoofd een overzicht te maken van alle periodes en tijdvakken, of vul de tabel in.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies