30 september

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 6B, C Betrekkelijk Vnmw., D Varia en Symboulè
  • Oefeningen 6V
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 6B, C Betrekkelijk Vnmw., D Varia en Symboulè
  • Oefeningen 6V

Slide 1 - Tekstslide

Vragen grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Tekstslide

περὶ τῆς ἐμῆς ἱππικῆς οὐ πολὺς ὁ λόγος.

Slide 4 - Open vraag

ἐγὼ γάρ, ὦ βουλή, πάντας οἶμαι τοὺς ἀδυνάτους μηχάνημά τι ζητεῖν, ὃ τὸν βίον ἄλυπον ποιεῖ.

Slide 5 - Open vraag

οὕτως οὖν εἰς τὰς μὲν ὁδοὺς τὰς μικρὰς οὐ μιᾷ
βακτηρίᾳ χρῶμαι, ὥσπερ οἱ ἄλλοι, ἀλλὰ δυοῖν·

Slide 6 - Open vraag

εἰς δὲ τὰς ὁδοὺς τὰς μακρὰς τοῖς ἵπποις χρῶμαι, ὧν ὁ κατήγορος πολλάκις ἐμιμνήσκετο.

Slide 7 - Open vraag

οὗτος δὴ λέγει διὰ τὴν ὕβριν με ἀναβαίνειν ἐπὶ
τοὺς ἵππους, ἀλλὰ ψεύδεται.

Slide 8 - Open vraag

διὰ γὰρ τὴν συμφορὰν τοῦτο ποιῶ.

Slide 9 - Open vraag

καὶ ταύτην τὴν συμφοράν, ἣν ἐκ γενετῆς ἔχω, πάντες γιγνώσκετε.

Slide 10 - Open vraag

τὸ δὲ μέγιστον, ὦ βουλή, τεκμήριον ὅτι διὰ τὴν συμφορὰν ἀλλ’ οὐ διὰ τὴν ὕβριν, ὡς οὗτος λέγει, ἐπὶ τοὺς ἵππους ἀναβαίνω, ῥᾴδιόν ἐστι μαθεῖν·

Slide 11 - Open vraag

εἰ γὰρ πλούσιος ἦ, ἴδιον ἵππον ἂν εἶχον, ἐφ’ ὃν ἀναβαίνειν ἐδυνάμην, ἀλλ᾽ οὐκ ἐπὶ τοὺς ἀλλοτρίους ἵππους ἀνέβαινον ἄν.

Slide 12 - Open vraag

νῦν δ’, ἐπειδὴ πλούσιος οὐκ εἰμί,
τοιοῦτον ἵππον οὐ δύναμαι κτήσασθαι.

Slide 13 - Open vraag

διὰ τοῦτο δὴ ἐμὲ τοῖς
ἀλλοτρίοις ἵπποις χρῆσθαι δεῖ.

Slide 14 - Open vraag

καὶ οὕτως καὶ αἱ βακτηρίαι, αἷς χρῶμαι, καὶ οἱ ἵπποι τεκμήριά εἰσιν ὅτι ἐγὼ ἀδύνατός εἰμι καὶ τὸ ἀργύριον, ὃ ἡ πόλις παρέχει, δικαίως λαμβάνω.

Slide 15 - Open vraag

A: ἄν + imperfectum of aoristus
  • 1 a de aoristus
  • b over het verleden
  • c voltooid verleden tijd (had uitgedaagd, of omschrijving met ‘zou hebben’)

Slide 16 - Tekstslide

A: ἄν + imperfectum of aoristus
  • 2 a het imperfectum
  • b over het heden
  • c onvoltooid verleden tijd (of omschrijving met ‘zou’)
  • 3 ἄν + imperfectum: irrealis van het heden
  • ἄν + aoristus: irrealis van het verleden

Slide 17 - Tekstslide

C: Betrekkelijk voornaamwoord
  • 1 a lijdend voorwerp
  • b onderwerp
  • c a; lijdend voorwerp
  • d onderwerp

Slide 18 - Tekstslide

C: Betrekkelijk voornaamwoord
  • 2 a ὅ μηχάνημά τι onz. ev
  • ὧν τοῖς ἵπποις mnl. mv
  • ἥν ταύτην τὴν συμφοράν vrl. ev
  • ὅν ἵππον mnl. ev
  • αἷς αἱ βακτηρίαι vrl. mv
  • ὅ τὸ ἀργύριον onz. ev

Slide 19 - Tekstslide

C: Betrekkelijk voornaamwoord
  • 2 b ὅ nom.
  • ὧν gen.
  • ἥν acc.
  • ὅν acc.
  • αἷς dat.
  • ὅ acc.

Slide 20 - Tekstslide

C: Betrekkelijk voornaamwoord
  • c lidwoord; overal een spiritus asper in plaats van een -τ-
  • d zie grammaticaoverzicht Serie 6
  • e zie grammaticaoverzicht Serie 6

Slide 21 - Tekstslide

D: Varia
  • a omhoog gaan, erop gaan
  • b bestijgen

Slide 22 - Tekstslide

Συμβουλή
  • 1 de persoonsvorm ἐστί; verder eigen verwerking
  • 2 ἐκ γενετῆς (r. 8)
  • 3 Het argument lijkt niet erg steekhoudend: als hij geen geld heeft om een paard te kopen betekent dat nog niet dat hij zo weinig heeft, dat hij voor een uitkering in aanmerking komt; kennelijk heeft hij wel genoeg geld om een paard te huren.

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk.
  • Herhaal woordjes van Serie 1, 2, 3, 4 en 5.
  • Leer de woordjes van 6A-B
  • Maak 6B, oefening 1-2-3.

Dit is ook huiswerk!

Slide 24 - Tekstslide