Spijsvertering 2.8

• AFP
• MBO
• Studiejaar 1

Vandaag

5.7 dunne darm

5.8 dikke darm

5.9 Alvleesklier 

Eerst herhalen 

vorige week 

5.3 mondholte

5.4 keelholte

5.5 slokdarm

5.6 maag 

Welk hormoon prikkelt de maagwand om maagsap aan te maken

1. gastrine
2. zoutzuur
3. zetmeel
4. chymus

Welke cellen in de uitstulping maagwand produceert pepsinogeen

1. halscellen
2. wandcellen
3. hoofdcellen
4. g-cellen

Welk onderdeel van de maag is verzamelplaats van voedsel

1. maagmond
2. maagkoepel
3. maagzak
4. antrum

Hoeveel sluitspieren heeft de slokdarm

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

De binnenwand van de slokdarm produceert allen slijm

1. Juist
2. Onjuist

Dunne darm

- laatste deel van de vertering

- voedingsstoffen worden actief opgenomen 

- dunne darm is ongeveer 6 meter 

- 3 gedeelten 

dunne darm

- twaalfvingerige darm (duodenum)

- nuchtere darm (jejunum)

- kronkeldarm (ileum)

Duodenum 

in de bocht van duodenum mondt de alvleesklier en galbuis samen = papil van Vater ( sluitspier= sfincter van Oddi)

functie sfincter: geen darminhoud in de alvleesklier of galwegen 

vet verteren 

gal maakt de vetbolletjes kleiner  (emulgeren)

nu kunnen de verteringssappen beter hun werk doen 

Alvleesklier scheidt de volgende enzymen af:

- amylase - trypsine- lipase 

Nuchtere darm 

meestal is dit deel leeg ( is 2 1/2 meter lang)

Kronkeldarm

3 1/2 meter lang: mondt uit in dikke darm 

Bouw dunne darm 

* verteerde stoffen op nemen en af te geven aan het bloed 

- Darmplooien (vermenging darminhoud met verteringssappen)

- Darmvlokken ( lymfatisch systeem: afweercellen, antistoffen)

- Microvilli (aanmaak stoffen)

Werking dunne darm 

water: oplosmiddel voedselbrij

slijm: glijmiddel en bescherming darmwand

enzym enterokinase: trypsine breekt eiwitten af in aminozuren

mengsel van enzymen (maltose, sacharose, lactose) zetten grotere suikers om in kleine 

Verteringssappen in dunne darm

gal ( halve liter per dag)

alvleesklier sap ( 1 1/2 liter per dag)

darmsap (twee tot drie liter ) 

5.8 dikke darm (colon)

laatste deel

opstijgende deel- dwarse stuk- afdalende deel

blinde darm (coecum) hier zit wormvormig aanhangsel aan vast: appendix

- sigmoid met laatste stukje: endeldarm (rectum)

Functies 

* indikken van de voedselbrij

* vertraging passage

* opname van vitamine K (bloedstolling ) 

pm: in darmen goede bacteriën. 

5.9 Alvleesklier (pancreas)

exocriene functie: productie van alvleeskliersappen

(1 1/2 liter per dag)

endocriene functie: afgifte van hormonen: glucagon en insuline 

Functies alvleesklier 

- eiwitsplitsers

- vetsplitsers 

- amylase : zet zetmeel om in kleinere suikers

- Natriumbicarbonaat: neutraliseert en ontzuurt de zure voedselbrij uit de maag

De enzymen van de alvleesklier worden in de darmholte geactiveerd

1. Juist
2. Onjuist

welke stof zet zetmeel om in kleine suikers

1. natriumbicarbonaat
2. amylase

Vragen ?

Maak vraag 14-21