Python 05 - 3.4 - if-statement

                      Python
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
InformaticaWOStudiejaar 4,5

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                      Python

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fundament
Kerndomein D

D. Python
Hoofdstuk 3.4
https://fundament-online.nl/leeromgeving/content.php?paragraaf_id=114958


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
Na deze les kun je:
  • het nut van een if-statement uitleggen in Python
  • een if-statement schrijven en lezen in Python
  • aangeven welk blok van een if-statement wordt
     uitgevoerd in Python bij een gegeven statement
  • uitleggen wat het nut is van inspringing bij Python






Slide 3 - Tekstslide

Rode achtergrond betekent: klas is stil, dit zijn de leerdoelen en quizzes waarbij niet overlegd mag worden.

Doel van deze les is om het leren zichtbaar te maken voor zowel leerling als docent.
if .. elif en else 1/4
Vorige les hebben we met variabelen, input en print een programma gemaakt... als we daar het if-statement aan toevoegen, dan wordt het nog veel flexibeler en krachtiger!

Het if-statement is een heel belangrijk concept in programmeren... met dit statement bepalen we of iets 
wel of niet moet worden gedaan

Slide 4 - Tekstslide

Heb een .py document klaarstaan met de volgende code:

# 2 treinen beginnen 100 km van elkaar vandaan
# - maak variabele voor afstand
# ze rijden met 50 km p/u naar elkaar toe
# - maak variabele voor snelheid elke trein
# over hoeveel minuten kruisen ze elkaar?
# - we weten snelheid van elke trein
# - we weten de afstand die ze SAMEN moeten afleggen
# - dus de berekening gaat ongeveer zo:
# uitkomst = afstand / ( snelheidTreinA + snelheidTreinB )
# - en we willen weten met hoeveel minuten dat is
# - dus we moeten vermenigvuldigen met 60 (uur naar minuten)
# klaar met rekenen, dus printen die hap (moet 60 zijn)

if .. elif en else 2/4
Bij een if-statement maken we gebruik van vergelijkingen.. en dus eigenlijk van de booleaanse waarden
Zo ziet een if-statement eruit (let op de :) :
if statement :
   dit if-codeblock uitvoeren als het statement true is
else :
   dit codeblock pas uitvoeren als hierboven alles false is

Slide 5 - Tekstslide

Heb een .py document klaarstaan met de volgende code:

# 2 treinen beginnen 100 km van elkaar vandaan
# - maak variabele voor afstand
# ze rijden met 50 km p/u naar elkaar toe
# - maak variabele voor snelheid elke trein
# over hoeveel minuten kruisen ze elkaar?
# - we weten snelheid van elke trein
# - we weten de afstand die ze SAMEN moeten afleggen
# - dus de berekening gaat ongeveer zo:
# uitkomst = afstand / ( snelheidTreinA + snelheidTreinB )
# - en we willen weten met hoeveel minuten dat is
# - dus we moeten vermenigvuldigen met 60 (uur naar minuten)
# klaar met rekenen, dus printen die hap (moet 60 zijn)

if .. elif en else 3/4
Het volgende is waar over if-statements:
  • het moet 1 if-vergelijking hebben
  • het mag 1+ elif-vergelijking hebben (of meer dan 1 dus)
  • het mag 1 else statement hebben (maar niet meer!)
  • werkt van boven naar beneden, zodra 1 statement
     waar is, worden de volgende secties overgeslagen
  • een if-statement kan genest worden in een ander

Slide 6 - Tekstslide

Heb een .py document klaarstaan met de volgende code:

# 2 treinen beginnen 100 km van elkaar vandaan
# - maak variabele voor afstand
# ze rijden met 50 km p/u naar elkaar toe
# - maak variabele voor snelheid elke trein
# over hoeveel minuten kruisen ze elkaar?
# - we weten snelheid van elke trein
# - we weten de afstand die ze SAMEN moeten afleggen
# - dus de berekening gaat ongeveer zo:
# uitkomst = afstand / ( snelheidTreinA + snelheidTreinB )
# - en we willen weten met hoeveel minuten dat is
# - dus we moeten vermenigvuldigen met 60 (uur naar minuten)
# klaar met rekenen, dus printen die hap (moet 60 zijn)

if .. elif en else 4/4
dit kan dus allemaal:

Slide 7 - Tekstslide

Heb een .py document klaarstaan met de volgende code:

# 2 treinen beginnen 100 km van elkaar vandaan
# - maak variabele voor afstand
# ze rijden met 50 km p/u naar elkaar toe
# - maak variabele voor snelheid elke trein
# over hoeveel minuten kruisen ze elkaar?
# - we weten snelheid van elke trein
# - we weten de afstand die ze SAMEN moeten afleggen
# - dus de berekening gaat ongeveer zo:
# uitkomst = afstand / ( snelheidTreinA + snelheidTreinB )
# - en we willen weten met hoeveel minuten dat is
# - dus we moeten vermenigvuldigen met 60 (uur naar minuten)
# klaar met rekenen, dus printen die hap (moet 60 zijn)

inspringing 1/2
in HTML gebruikten we paired tags voor het begin en einde
in CSS gebruikten we { }

in Python geven we met inspringing (tabs of spaties) aan of iets bij elkaar hoort... of het een "block" is

inspringing is dus functioneel en heel belangrijk in Python!

Slide 8 - Tekstslide

Heb een .py document klaarstaan met de volgende code:

# 2 treinen beginnen 100 km van elkaar vandaan
# - maak variabele voor afstand
# ze rijden met 50 km p/u naar elkaar toe
# - maak variabele voor snelheid elke trein
# over hoeveel minuten kruisen ze elkaar?
# - we weten snelheid van elke trein
# - we weten de afstand die ze SAMEN moeten afleggen
# - dus de berekening gaat ongeveer zo:
# uitkomst = afstand / ( snelheidTreinA + snelheidTreinB )
# - en we willen weten met hoeveel minuten dat is
# - dus we moeten vermenigvuldigen met 60 (uur naar minuten)
# klaar met rekenen, dus printen die hap (moet 60 zijn)

inspringing 2/2
Die inspringing zien we bijvoorbeeld in deze if-statement:
if 10 > 11:
____print("afdrukken als 10 groter is dan 11")
elif 11 < 12:
____print("afdrukken als 11 kleiner is dan 12")
else:
____print("afdrukken als alle bovenstaande false is")

Slide 9 - Tekstslide

Heb een .py document klaarstaan met de volgende code:

# 2 treinen beginnen 100 km van elkaar vandaan
# - maak variabele voor afstand
# ze rijden met 50 km p/u naar elkaar toe
# - maak variabele voor snelheid elke trein
# over hoeveel minuten kruisen ze elkaar?
# - we weten snelheid van elke trein
# - we weten de afstand die ze SAMEN moeten afleggen
# - dus de berekening gaat ongeveer zo:
# uitkomst = afstand / ( snelheidTreinA + snelheidTreinB )
# - en we willen weten met hoeveel minuten dat is
# - dus we moeten vermenigvuldigen met 60 (uur naar minuten)
# klaar met rekenen, dus printen die hap (moet 60 zijn)

Even voordoen

Ik laat het e.e.a. even zien in Thonny

Slide 10 - Tekstslide

Heb een .py document klaarstaan met de volgende code:

# 2 treinen beginnen 100 km van elkaar vandaan
# - maak variabele voor afstand
# ze rijden met 50 km p/u naar elkaar toe
# - maak variabele voor snelheid elke trein
# over hoeveel minuten kruisen ze elkaar?
# - we weten snelheid van elke trein
# - we weten de afstand die ze SAMEN moeten afleggen
# - dus de berekening gaat ongeveer zo:
# uitkomst = afstand / ( snelheidTreinA + snelheidTreinB )
# - en we willen weten met hoeveel minuten dat is
# - dus we moeten vermenigvuldigen met 60 (uur naar minuten)
# klaar met rekenen, dus printen die hap (moet 60 zijn)

Wat wordt geprint?

vgl1: 10 >= 10
vgl2: 10 == 10
A
eerste statement
B
tweede statement
C
laatste statement
D
fout

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt geprint?

vgl1: 9 >= 10
vgl2: 10 == 10
A
eerste statement
B
tweede statement
C
laatste statement
D
fout

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt geprint?

vgl1: 9 <= 10
vgl2: 10 == 10
A
eerste statement
B
tweede statement
C
laatste statement
D
fout

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt geprint?

vgl1: 9 != 9
vgl2: 10 == 10
A
eerste statement
B
tweede statement
C
laatste statement
D
fout

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt geprint?

vgl1: 9 != 9
vgl2: 10 == 10
A
eerste statement
B
tweede statement
C
laatste statement
D
fout

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt geprint?

vgl1: 9 != 9 or 7 < 10
vgl2: 10 == 10
A
eerste statement
B
tweede statement
C
laatste statement
D
fout

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ja, het kan
ja, dit kan echt zo in Python:

Slide 17 - Tekstslide

Heb een .py document klaarstaan met de volgende code:

# 2 treinen beginnen 100 km van elkaar vandaan
# - maak variabele voor afstand
# ze rijden met 50 km p/u naar elkaar toe
# - maak variabele voor snelheid elke trein
# over hoeveel minuten kruisen ze elkaar?
# - we weten snelheid van elke trein
# - we weten de afstand die ze SAMEN moeten afleggen
# - dus de berekening gaat ongeveer zo:
# uitkomst = afstand / ( snelheidTreinA + snelheidTreinB )
# - en we willen weten met hoeveel minuten dat is
# - dus we moeten vermenigvuldigen met 60 (uur naar minuten)
# klaar met rekenen, dus printen die hap (moet 60 zijn)

Wat wordt geprint?

vgl1: 9 != 9 and 7 < 10
vgl2: 10 == 10
A
eerste statement
B
tweede statement
C
laatste statement
D
fout

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt geprint?

vgl1: not 9 != 9
vgl2: 10 == 10
A
eerste statement
B
tweede statement
C
laatste statement
D
fout

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht #1
  1. Pas het treinprobleem
    programma aan met
    een if-statement
    (vgl of de input leeg is)
  2. als je een probleem hebt
    steek je je hand op
timer
3:00

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
Nu kun je:
  • het nut van een if-statement uitleggen in Python
  • een if-statement schrijven en lezen in Python
  • aangeven welk blok van een if-statement wordt
     uitgevoerd in Python bij een gegeven statement
  • uitleggen wat het nut is van inspringing bij Python






Slide 21 - Tekstslide

Rode achtergrond betekent: klas is stil, dit zijn de leerdoelen en quizzes waarbij niet overlegd mag worden.

Doel van deze les is om het leren zichtbaar te maken voor zowel leerling als docent.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies