PB2: Thema 1 Hoofdstuk 5 Bevordering van het slaap-waakritme

terugblik
* wat hebben we  behandeld?
* vragen over huiswerk?
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

terugblik
* wat hebben we  behandeld?
* vragen over huiswerk?

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
* De student is in staat om een zorgvrager, cliënt of kind hulp te bieden bij het bevorderen van het slaapwaakritme. 
*De student kan beschrijven wat een slaap en waakritme is en hoe een slaapwaakritme bevorderd kan worden. 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is slapen belangrijk voor jou?

Slide 3 - Woordweb

Functies van slaap
  • Ontspanning lichamelijk
  • Ontspanning geestelijk
  • Positieve invloed op de geheugen

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel uren slaap jij?

Slide 5 - Woordweb

Hoeveel uur iemand slaapt, hangt af van ....??
A
Biologische Klok
B
Leeftijd
C
Tijdstip
D
Alle bovenstaande antwoorden

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel uur iemand slaapt, hangt af van...?

  • Leeftijd
  • Tijdstip dat men naar bed gaat
  • Biologische klok

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurt tijdens het slapen?
  • Ademhaling en hartslag  wordt langzamer.
  • Hersenactiviteit wordt minder.
  • Lichaamstemperatuur wordt iets lager.
  • Spieren ontspannen zich en herstellen.
  • Stofwisseling wordt trager.
  • weefsels vernieuwen zich.
  • (Lichaam groeit)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welk licht veroorzaakt slapeloosheid bij gebruik van je smartphone?
A
Rood licht
B
Geel licht
C
Groen licht
D
Blauw licht

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

5

Slide 16 - Tekstslide

Apneu betekent
A
Ademstilstand
B
Ademberoerte
C
Slaap tekort
D
Geen slaap

Slide 17 - Quizvraag

In deze fase van slaap ben je het moeilijkst te wekken; bij wakker worden ben je vaak verward en gedesoriënteerd
A
lichte slaap
B
REM-slaap
C
doezelen
D
diepste slaap

Slide 18 - Quizvraag

Trillende oogleden in de droomslaap, noem je ook wel....
A
Vaste slaap
B
Bewegingsslaap
C
Diepe slaap
D
REM slaap

Slide 19 - Quizvraag

Deze fase duurt zo'n 10 minuten, je bent snel te wekken en kunt vertellen wat je gedroomd hebt
A
Non-REM-slaap
B
REM-slaap
C
Diepe slaap
D
Diepste slaap

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noem je de fase (duur: 30 min) waarin je gemakkelijk wakker wordt door geluiden in huis of op straat
A
doezelen
B
lichte slaap
C
diepe slaap
D
diepste slaap

Slide 21 - Quizvraag

Een mens verbruikt tijdens slaap geen energie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Tijdens de slaap liggen alle stofwisselingsprocessen stil.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Welke 'slechte slaap' zie je hier?
A
Insomnie
B
Slaapapneu
C
Slaapstoornis gebonden aan circadiane ritmiek
D
Narcolepsie

Slide 24 - Quizvraag

Tijdens welke slaap herstelt je lichaam op cellulair niveau?
A
REM fase
B
Non-REM fase

Slide 25 - Quizvraag

Wat gebeurd er in de diepe slaap?
A
In deze fase kan iemand heel snel wakker gemaakt worden
B
Hier rust iemand het meest uit
C
De persoon is aan het dromen

Slide 26 - Quizvraag

Slaapstoornissen - Primair
  • inslaapstoornissen - lawaai/emoties
  • doorslaapstoornissen - hazeslaapjes
  • zeer vroeg wakker worden
  • slaapapneu/snurken
  • narcolepsie (overdag in slaap vallen)
  • nachtmerries
  • slaapwandelen

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een slaapapneu
A
zuurstofgebrek in de hersenen
B
stoppen met ademhalen
C
snurken
D
vernauwing in de keel

Slide 28 - Quizvraag

Wat is narcolepsie?
A
Bij deze slaapstoornis wordt je heel vroeg wakker, tussen 4.30 en 5.00
B
De luchtwegen achter in de keel vernauwen waardoor je heftig gaat snurken
C
Slaperigheid en haast onbedwingbare slaapaanvallen overdag

Slide 29 - Quizvraag

Zo noem je het als mensen overdag zomaar in slaap vallen
A
Slaapapneu
B
Slaapverlamming
C
Narcolepsie
D
Inslaapstoornis

Slide 30 - Quizvraag

wat is een nachtmerrie?
A
dromen
B
slaapwandelen
C
erge dromen
D
extreem angstige droom met negatieve emoties

Slide 31 - Quizvraag

wat is slaapwandelen?
A
wandelen tijdens de slaap
B
wandelen in bed
C
lopen in huis
D
lopen tijdens de slaap naar buiten

Slide 32 - Quizvraag

Slaapstoornissen - Secundair
  • Psychogene slaapstoornissen               angst, burn-out, psychische shock

  • Organische slaapstoornissen                ziekte of ongeval van de hersenen

  • Symptomatische slaapstoornissen       pijn

  • Toxische slaapstoornissen                     peppillen, koffie, alcohol

Slide 33 - Tekstslide

wat betekend toxisch?
A
gezond
B
dodelijk
C
giftig
D
vergiftiging

Slide 34 - Quizvraag

Rol van de verpleegkundige
  • Gesprek patiënt/mantelzorger
  • Omgeving - veilig, vertrouwd, rustig
  • Activiteiten
  • Ontspanning
  • Overleg arts - medicatie

Slide 35 - Tekstslide

Mw. G. slaapt slecht door de stress die ze heeft nu ze ziek is. Welke tip kun je haar geven zodat ze beter kan slapen?
A
Een warm bad voor het slapengaan
B
Beweging en frisse lucht voor het slapengaan
C
Een glas warme melk
D
Wat lezen om de gedachten te verzetten

Slide 36 - Quizvraag

Door slecht slapen verminderd:
  • datgene wat je moet onthouden​

  • het concentratievermogen​ 

  • het spraakvermogen ​ 

  • de reactiesnelheid​ 

  • de besluitvaardigheid​ 

  • het gevoel voor tijd en ruimte(planning)​ 

  • de fysieke gezondheid.​ 
  • het vermogen om emoties te hanteren​

Slide 37 - Tekstslide

Welke adviezen geef je
Meneer Zwart is 83 jaar en weduwnaar. Sinds februari krijgt meneer 1x per week thuiszorg voor hulp bij het douchen. Meneer geeft ’s morgens tijdens het douchen aan dat hij al twee weken niet goed slaapt. Hij maakt zich hier zorgen over.
Meneer Zwart geeft aan dat hij vermoeid is en daardoor komt hij tot weinig overdag. Daarom kijkt hij veel tv en doet veel spelletjes op de
Ipad. ‘s Avonds drinkt meneer Zwart graag een biertje.
Meneer geeft aan dat hij het liefste geen slaappillen wil, bang om verslaafd te raken

Geef meneer Zwart 4 adviezen om te kunnen slapen


Slide 38 - Tekstslide

welke adviezen geef je
de patiënt

Slide 39 - Woordweb

goede slaap bevorderen

Slide 40 - Woordweb

goede slaap bevorderen 
* rekening houden met slaapgewoonten van zorgvrager
* regelmatig slaap-waakritme
* vertrouwde omgeving
* goed bed
*gezond eet- en drinkgedrag

Slide 41 - Tekstslide

adviezen aan slechte slapers

Slide 42 - Woordweb

adviezen slechte slapers
*beweging en frisse lucht voor het slapen
* vermijd psychische spanningen
* lezen voor het slapen
* warme melk
* warm bad
* glas water naast het bed

Slide 43 - Tekstslide

Soorten slaapmedicatie
  1. Kortwerkende benzodiazepine
- Bij problemen met het in slaap komen.
- Beginnen meestal binnen 30 min te werken.

2. Langwerkende benzodiazepine
- Bij problemen met doorslapen.
- Deze medicijnen werken meestal na 1uur.

Slide 44 - Tekstslide

Bijwerkingen slaapmedicatie
De belangrijkste bijwerkingen zijn:
  • Slaperigheid, sufheid, vermoeidheid, verminderde coördinatie, spierzwakte, trager denken, afname gevoelens, maagdarmstoornissen, hoofdpijn, duizeligheid, zweten, hartkloppingen, droge ogen, huiduitslag, jeuk en afhankelijkheid.​

Slide 45 - Tekstslide

slaapmiddelen
* valeriaan , kruidenmiddel licht kalmerende werking
* melatonine, hormoon dat in de hersenen word aangemaakt
* levomepromazine, zorgt voor kunstmatige slaap

Slide 46 - Tekstslide

evaluatie en huiswerk 
* tips en tops
* huiswerk; maken werkboek persoonlijke basiszorg 2 hoofdstuk 5 bevordering slaap en waakritme blz 19,20 ,21 en 22
en blz 57 hoofdstuk 5 bevordering van slaapwaakritme

Slide 47 - Tekstslide