H4 : Chemie in het klein

H4: Chemie in het klein
Leerdoelen:
Je weet dat moleculen uit atomen zijn opgebouwd.
Je kunt het verschil tussen elementen en verbindingen uitleggen.
Je kunt moleculen weergeven in molecuulformules.
Je kunt de systematische naamgeving van moleculen toepassen.
Je kunt het verschil tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en een chemische reactie op microniveau beschrijven.
1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 9 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H4: Chemie in het klein
Leerdoelen:
Je weet dat moleculen uit atomen zijn opgebouwd.
Je kunt het verschil tussen elementen en verbindingen uitleggen.
Je kunt moleculen weergeven in molecuulformules.
Je kunt de systematische naamgeving van moleculen toepassen.
Je kunt het verschil tussen een scheidingsmethode, een faseovergang en een chemische reactie op microniveau beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Atomen en atoomsoorten 

Atomen zijn bouwstenen van moleculen. Er zijn 118 verschillende atoomsoorten (elementen) 

Alle atoomsoorten (elementen) hebben hun eigen atoomsymbool bestaand uit een (1) of twee letters.  

Slide 2 - Tekstslide

4.2 Faseovergang 

Bij faseovergang veranderen de moleculen niet. 
4.2 Scheiden 

Bij scheiden haal je de verschillende stoffen in een mengsel uit elkaar. 

Slide 3 - Tekstslide

4.3 Molecuulformules
molecuulformule --> welke atoomsoorten en hoeveel  van elk soort 

Een coefficient -->altijd voor het molecuulformule  (Hoeveel moleculen) 
Een index --> altijd rechts onder het atoomsymbool (Hoeveel atoomsoorten)

Slide 4 - Tekstslide

Systematische naamgeving 
Elke stof heeft een eigen systematische naam wat wereldwijd bekend staat. 
Voor moleculaire stoffen bestaand uit 2 atoomsoorten, benoem je de eerste atoomsoort zoals je dat gewend bent en de tweede atoomsoort krijgt een vervoeging. 

Het aantal atomen per soort geef je aan door een griekse telwoord voor de naam van de atoomsoort te zetten. 
Een uitzondering op deze regel is het voor voegsel mono-, deze wordt bij het eerste atoom van een verbinding vaak weggelaten. 

Slide 5 - Tekstslide

Niet-ontleedbare stoffen 
- Bestaan uit 1 soort atoom 
- Vaak aangegeven met de atoomsymbool (elementsymbool)

Slide 6 - Tekstslide

4.4 Moleculen en reacties 
Moleculen die meer dan 1 atoomsoort bevatten worden verbindingen genoemd. 

 Beginstoffen --> Reactieproducten 

*moleculen veranderen*

Slide 7 - Tekstslide

Ontledingsreacties  


Een ontledingsreactie
1 beginstof                             meerdere  reactieproducten . 

Aan de meeste ontledingsreacties moet je energie toevoegen. 

Stoffen die wel ontleed kunnen worden (verbindingen) noemen we ontleedbare stoffen.

Stoffen die niet ontleed kunnen worden (elementen) noemen we niet-ontleedbare stoffen.


Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen: Hoofdstuk 4: Chemie in het klein 
Maken: Zie de paragraven voor de opgaven. 

Slide 9 - Tekstslide