KIJK2

Opdracht 
1. Observeer dagelijks (2 kinderen) en maak dagelijks Notities basiskenmerken betrokkenheid en de grote motoriek (oefenkinderen)

2. Doe: volgboekje pag. 39 Observeer/Noteer en geef voorlopige score voor 2 oefenkinderen op de spraak-taallijn
3. Maak een foto van materialen/hoekje over taal (zonder kids) op je telefoon
4. schrijf op: welke materialen of aanpak mis je nog op de ontwikkellijn taal 
pag. 39-41 volgboekje?

5. Lees over Domein Taal (pag. 81 handboek) en
6. ZORG VOOR SUCCES-ERVARINGEN IEDERE DAG 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
pedagogiekBeroepsopleiding

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Opdracht 
1. Observeer dagelijks (2 kinderen) en maak dagelijks Notities basiskenmerken betrokkenheid en de grote motoriek (oefenkinderen)

2. Doe: volgboekje pag. 39 Observeer/Noteer en geef voorlopige score voor 2 oefenkinderen op de spraak-taallijn
3. Maak een foto van materialen/hoekje over taal (zonder kids) op je telefoon
4. schrijf op: welke materialen of aanpak mis je nog op de ontwikkellijn taal 
pag. 39-41 volgboekje?

5. Lees over Domein Taal (pag. 81 handboek) en
6. ZORG VOOR SUCCES-ERVARINGEN IEDERE DAG 

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag 
Oefenen met observeren/registreren + auw en wauw
Wat weet jij nu over basisgegevens en betrokkenheid?
opdrachten bespreken in kamers* 10 min. + 2 lesson up
sociaal emotionele ontwikkeling in kamers* 12 min.
Doelen en ervaringen KIJK in je dagelijkse praktijk kamers
Werken met (OGW) en KIJK !


Slide 2 - Tekstslide

AUW en WAUW

Gedurende het werk wat je opvalt. Waarvan je tegen elkaar zegt. " Jeetje, heb jij dat gezien wat hij zei of deed ?"

schrijf op: tijd/plaats/ wat je ziet wat je hoort en altijd betrokkenheid
Observatie Ontwikkeling +betrokkenheid

Einde van de week/maand : wat heb ik van wie verzameld?
waar ga ik (extra) bij wie op letten.
zoveel mogelijk binnen context van spel/buitenspel etc.

Slide 3 - Tekstslide

Eigen opdracht   
Bekijk de ontwikkelingslijn sociaal emotionele ontwikkeling: Omgaan met anderen 
 Volgboekje pag. 35
Neem één van jouw oefenkinderen in gedachte:
Hoe schat je zijn/haar niveau in? wat valt op?
Wat zijn de aandachtspunten?


Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je doen: Observeren van filmpje en daarna opdracht maken 

Bekijk het filmpje in de volgende sheet  en let op het kindje waar de pm mee praat
Pak  Volgboekje pag.35  erbij.
Omgaan met anderen.
Welke ervaringsdoelen zie jij terug in het filmfragment?
let ook op de: 
Betrokkenheidsignalen

timer
8:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Kijk naar de ontwikkellijn omgaan met anderen
noem 2 betrokkenheids-signalen van het kindje waar de juf tegen praat. Schrijf hieronder de notitie op
" het omgaan met anderen" + betrokkenheid

Slide 7 - Open vraag

naam kind
periode 4-5 2020
periode 4-5 2020
periode 4-5 2020
ISA
3-4: box: speelt met aandacht, hoge energie, houdt vol  
= 4
11-4: Brabbelt de hele dag door. Gebruikt  ‘kakaka’ en ‘tututu 
EVA
6-4: balspel vrij spel. laat bal snel los, kijkt rond, loopt naar bal, kijkt weer rond spel boeit niet
=2
6-4: Pakt bal wanneer ik vraag of ze deze wil pakken. Spreekt in twee-woordzinnen: “Eva boos”

BRAM
3-4: “Bram boek lezen”. Kan het versje van Lente (4 regels van 3 woorden opzeggen

Slide 8 - Tekstslide

Basiskenmerken van
-- tot ++

Waar bestaan de basiskenmerken uit ?
timer
0:30
A
vertrouwen in eigen kunnen veiligheid ondernemend zijn
B
vrij zijn van emo. belemmeringen ondernemend en nieuwsgierig zijn zelfvertrouwen gezond zelfbeeld.
C
gezond zelfbeeld nieuwsgierig zijn emotioneel vrij zijn
D
veilig zijn vertrouwen in eigen kunnen samenwerking

Slide 9 - Quizvraag

Welke signalen kloppen bij de schaalwaarde 1 tot 5 betrokkenheid
timer
0:30
A
1= Er is weinig activiteit, vaak onderbroken, voert steeds dezelfde handelingen uit.
B
3= betrokkenheidssignalen zijn in het spel zichtbaar. Prikkels van buiten leiden wel af
C
4= 25 % van alle observaties sprake van betrokkenheidssignalen veel energie en uitdaging in spel
D
5= aandacht vrijwel onafgebroken 75 % van alle observaties. Echt nadenken, complex, creativiteit

Slide 10 - Quizvraag

Welk beeld roept bij jou een succes-ervaring op ?
timer
0:30

Slide 11 - Poll

Risicofactoren KIJK

0-2 jaar 
pag. 29 volgboekje

ontwikkeling blijft sterk achter.
2-4 jaar
pag. 32 volgboekje
Impulsiviteit
Passiviteit
Slechte selectieve aandacht
Geringe wendbaarheid
Grote vermoeidheid

Altijd letten op plotselinge veranderingen!!

Slide 12 - Tekstslide

 Registreren (vanuit observaties en notities) 
Je KIJKt ! naar het ontwikkelverloop, niet naar waar het kind exact staat.
Kijk in je  Volgboekje op pagina 39 taal en neem een kindje in gedachte van jouw groep
 
1 blokje = 2 mnd: ontw. is net of deels zichtbaar 
2 blokjes = 4 mnd: ontw is soms wel, soms niet te zien. Kind heeft nog hulp nodig
3 blokjes is 6 mnd: kind laat gedrag meerdere keren, in verschillende situaties zien.
 
Bepaal waar jouw oefenkindje drie blokjes heeft ( mijlpaal) Kijk nu of er ook in het volgende doelveld een of twee blokjes kunnen worden ingevuld. Dit is zijn ontwikkelleeftijd. Maak de opdracht in de volgende sheet.
Is de ingevulde lijn onder, gelijk of boven zijn/haar echte leeftijd ? 

Slide 13 - Tekstslide

schrijf op: Is de lijn boven, gelijk of onder zijn echte leeftijd? Laat een collega meekijken. Schrijf op: Wat ziet zij? Komt dit overeen of zien jullie verschillen?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Basiskenmerken -- tot ++
binnen 2 maanden observatie  registratie
observeren :
auws en wauws (alleen als iets opvalt
noteren:
concreet gedrag kind en voorlopige score -- tot ++
registratie ( volgens planning)
gemiddelde van notities
twijfel? gedetailleerde lijst
Betrokkenheid 1 tot 5/2-3-4 altijd
en ontwikkellijnen
wanneer een 5  (peuters)?
observeren:
iedere dag 2 kinderen: combineer betrokkenheid met ontwikkeling
noteren: concreet gedrag,
 duur  en intensiteit 1 tot 5 (2-3-4)
registratie (volgens planning)
gemiddelde van notities
peuter lager dan 3,5 ? 
evt. risicofactoren invullen 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht (volgende sheet invullen)
Wanneer/welke situaties heb je geobserveerd?
wat is je opgevallen ? (evt. risicofactoren)
waar en wat heb je genoteerd?  

 1 basiskenmerken (auw en wauw)
 2 grote motoriek + betrokkenheid
 3. registratie op spraaktaallijn + betrokkenheid
 en voorbeelden van succeservaringen kinderen noemen
 

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Upload je foto van je opdracht: aanbod/taalmaterialen/hoek

Slide 18 - Open vraag

wat kan ik nog toevoegen om de ervaringen op taal te verbeteren?

Slide 19 - Woordweb

Uitleg volgende opdracht
Je krijgt straks een opdracht om de ervaringsdoelen uit de KIJK te plaatsen bij de dagelijkse activiteiten.
Voorbeeld:
doel: "is meestal zindelijk overdag"
past bij: beeld van kindje op de verschoningstafel.
Zo zie je dat alle KIJK doelen tijdens de reguliere momenten terug kunnen komen en terug te zien zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

timer
1:00
doet kort mee met kringspel, wil graag helpen 
ordent  van groot naar klein, dik naar dun, kleur bij kleur
is blij als het iets kan
voelt genegenheid voor speelgoed


benoemt kleuren
vergelijkt: lang-kort
dik-dun
hoeveelheden: meer-minder-meeste
eet zelf met lepel
beantwoord eenvoudige vragen
gebruikt ik en jij 
denkt hardop*
stelt waarom vragen*
kleed zichzelf uit
is overdag meestal zindelijk
kent eigen naam
is zich bewust van routines
loopt op tenen
springt van onderste tree

speelt hetzelfde spel naast de ander
daagt zichzelf uit
klimt en klautert
vangt grote bal met beide armen
staat op tenen en houdt evenwicht op een lijn

Slide 21 - Sleepvraag

Bewegen ondersteunt het denken
1 minuut actie:
Sta op en zoek zo snel mogelijk naar een voorwerp wat iets zegt over hoe jij beweegt en laat dat zien op camera
timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

OBSERVEREN
Observeren is gericht kijken en luisteren naar kinderen.


Dus: gericht waarnemen van wat kinderen doen en wat dat zegt over hun ontwikkeling
Noteer wat je een kind hoort zeggen, wat zie je een kind doen
 
Concreet & zonder te interpreteren!


Slide 23 - Tekstslide

Observeren
Wanneer?

Situatie:
Vrij versus niet vrij
Zelfstandig, begeleiding pm of samen met ander kind?
Waar kijk je naar?
Wat noteer je? (en wat niet?)

Slide 24 - Tekstslide

ROOD en GROEN in ZOOM
 
  •  "wat is dit/dat " vragen
  • tijdens wisselende momenten
  •  vrij spel en open vragen stellen en uitdagen in spel (meedoen)
  • door kind gekozen momenten
  • auw en wauw momenten

In observaties wel of niet doen

  • rijtje laten tellen ( 1,2,3,4)
  • vooral pm gestuurd (kring)
  • activiteit voor alle kinderen om te kunnen registreren.
  • observatie-planning maken
  • vast moment op de dag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

 Begin goed = bij de basis! 
maak je speelleeromgeving/routines/aanpak volgens KIJK! 
Zijn er grote papieren om op te tekenen en geschikte tekenmaterialen? Kunnen de kinderen met 2 handen tekenen?
Kunnen ze vrij en zelfstandig materialen pakken? bv schaartjes?
Kan de betrokkenheid hoger (kring/buiten/tafel/verschonen)? bv helpen?
Is er sprake van echte of schijn-betrokkenheid?
Zitten de kinderen gedurende dag minder dan 1,5 uur ?
Bieden wij voldoende uitdagende materialen/aanbod/aanpak voor succeservaringen? bv kruipen en klauteren binnen/stoeien?
 


Slide 27 - Tekstslide

KIJK + OGW en de luie pedagoog
1. je dagelijkse aanbod 
2. de betrokkenheid in de groep
3. doelen stellen na registratie of observatie (2 tot 4 jarigen)
4. thema bedenken (doelen of ervaringen)
5. grijp kansen  (behoeften kinderen)
6. observeer en noteer 2 x per dag  
7. evalueer en stel bij       
8. Registreer op leeftijd online en naar 3

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Evaluatie Groep- uitkomsten voorwaarden

stel als team vragen over:
a. betrokkenheid groep
1. kring
2.buiten
3.opruimen
4.eten/drinken
5. vrij spel
etc.
en verbeter


Evaluatie Individueel
lees van links naar rechts de uitkomsten per kind die opvallen 

stel jezelf vragen over:
a. de omgeving/ kracht van het kind
b. basiskenmerken/betrokkenheid
c. het gekozen aanbod/frequentie 
d. de moeilijkheidsgraad  aanbod
e.  gekozen aanpak/effect handelen

 en verbeter

Slide 30 - Tekstslide

casus bespreken in kamers
evaluatie van het thema = ik en mijn familie
domein: sociaal emotioneel omgaan met anderen pag. 35 volgboek
 0-2 : imiteert bewegingen en geluiden (ervaring)
doel= peuters 3-4: helpt spontaan (ervaring)
2 observaties in huishoek/box uitkomst: betrokkenheid 2 soms 3
Activiteit in de huishoek/box blijft uit en de duur van het spel is kort
Bedenk wat de pm kunnen doen om de betrokkenheid te verhogen.
Welke tips geef jij de pm  om de kinderen meer ervaringen op te laten doen ?


timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

 Wat doe jij anders/nieuw in speel-leeromgeving -routines ? 
Zorg dat de ervaring dagelijks terugkomt als  bijna vanzelf.
Denk aan buiten/verschonen/in de kring/eten/opruimen. !

2-4 stelt waarom vragen en denkt hardop 

0-2 wil helpen bij opruimen en schoonmaken

2-4 ordent naar groot -klein, dik-dun op kleur  


timer
4:00

Slide 32 - Tekstslide

Doelen kiezen 

op leeftijd

op ontwikkelbehoefte

aansluiten op de zwakste in groep 

doelen/OGW voor 0 tot 2 jarigen?


Rood en Groen in ZOOM

doelen voor de groep 2-4

per individu bij zorg 2-4

hoge/reële ambities hebben= succeservaringen

alleen wat aandacht verdient

0-2 observeren/bijstellen/aanpak


Slide 33 - Tekstslide

Tussen opdracht  zoom 2
1. Observeer dagelijks (2 kinderen) en maak dagelijks Notities  basiskenmerken ( auws en wauws), betrokkenheid, de grote motoriek, spraak-taallijn (oefenkinderen)

2. Doe: volgboekje pag. 35 omgaan met zichzelf en anderen  Observeer/Noteer en geef voorlopige score voor 2 oefenkinderen op deze lijnen
3. Denk na en schrijf op0- tot 2 jarigen : hoe kun je kinderen ervaringen laten opdoen met: "begrijpt principe om de beurt spelen",  in je routines/ruimte/aanpak (dus niet in een aparte activiteit).
4. Schrijf op: peuters welke materialen of aanpak mis je nog op de ontwikkellijn spelontwikkeling pag. 37 volgboekje?
5. Lees over Domein Sociaal Emotionele Ontwikkeling (pag.  handboek) en
6. ZORG VOOR SUCCES-ERVARINGEN IEDERE DAG 

Slide 34 - Tekstslide

op volgorde groot-klein
dik-dun /veel-weinig'
kleuren en vormen
denkvragen stellen als waarom/wie ?
en hardop denken
wil helpen met opruimen

Slide 35 - Sleepvraag